20 – Kerkgeschiedenis

Kerken naast (uit) de Nederlands Hervormde kerk.

In de 19e maar ook in de 20e eeuw hebben er in kerkelijk Nederland nogal wat veranderingen plaatsgevonden. Het gaat niet om de mooiste bladzijde uit de kerkgeschiedenis. Wel moet gesteld worden dat ondanks scheidingen en scheuringen in de kerk de weg van het Geloof is open gebleven. Daarmee is wel duidelijk dat de kerk, hoe jammerlijk verscheurd, meer is dan een menselijke instelling.

Eerder schreef ik over andere kerkgenootschappen, o.a. “Bogaard” aan de Stationsweg.

Kerk-2001Jan Hendrik Bogaard
Wie was Jan Hendrik Bogaard….. geboren in Sliedrecht 28 juli 1868 zoon van Arie Bogaard en Jozina Wilhelmina Kalis? Vader Bogaard had een zwakke gezondheid en had een winkeltje waar hij kaas, eieren en spek verkocht.
Toen Jan Hendrik ouder werd ging hij mee de kost verdienen, niet thuis maar met een hondekar langs de huizen. De familie Bogaard waren meelevende leden van de Ned. Herv. Kerk.
In 1889 deed de “jongeling” Jan Hendrik openbare belijdenis in de Ned. Herv. Kerk bij ds. C.M. van Oosterzee. In die periode was er een strijd gaande in de Ned. Herv. kerk van Sliedrecht tussen “Vrijzinnig en Rechtzinnig” Dit conflict liep erg hoog op, zelfs zo dat de classis en het Provinciaal bestuur zich ermee gingen bemoeien.
Deze kwestie valt niet onder ons onderwerp kerken naast (uit) de Ned.Herv. Kerk, maar wel zijdelings met “Bogaard”.
Plaatselijk werd een vereniging opgericht “ter bestrijding van het ongeloof”. Deze vereniging bouwde een kerkgebouw waar een “Rechtzinnige predikant” voor ging als er in de Grote kerk een “Vrijzinnig predikant” preekte. Het “Gebouw”, zoals het in de volksmond werd genoemd, stond (staat) in de Kerkbuurt. Het is nu het kerkgebouw van de Chr. Geref. Kerk “Bethel”.

Nadat de jonge Bogaard belijdenis had gedaan ontstond er bij hem een sterke begeerte om dienstbaar te zijn in de kerk. In 1890 begon hij met zijn studie voor Godsdienstonderwijzer, eerst bij ds. Van Oosterzee en later na het vertrek van deze predikant bij ander predikanten uit de classis. Op 5 april 1893 deed hij examen bij het classicaal bestuur te Dordrecht. Hij kreeg bevoegdheid om te spreken in de classis Dordrecht en later ook in die van Brielle. Bogaard zijn naam wordt ook genoemd als mede oprichter van de C.J.M.V. “ Uw koninkrijk Kome”. Hij was ook voorlezer in het “Gebouw” en Zondagsschoolonderwijzer. Dit alles deed hij naast zijn dagelijks werk.
Bogaard was en voelde zich duidelijk thuis in de “bevindelijke” traditie. Hij streed met zich zelf een geestelijke strijd en heeft ook jaren niet gesproken.

Zeer opmerkelijk is toch dat we nergens iets lezen over aansluiting bij de Chr. Geref. Kerk waar in die tijd ds. J.van Drunen voorganger was. Landelijk was er een samenvoeging van verschillende “bevindelijke” groeperingen o.l.v. Ds G.H. Kersten, die de Geref. gemeente stichte.
Heel bijzonder is ook dat hij als Godsdienstonderwijzer in de Ned. Herv. Kerk bij de oprichting van de ‘Gereformeerde Bond’ niet betrokken was.

Maar wat dan . . .?
Er zijn en waren z.g. vrije gemeenten. Deze voeren geen naam, zij hebben, daar zij de Ned. Herv. Kerk als het geopenbaarde lichaam van Christus zijn blijven erkennen, niet de moed (durf) tot het stichten van een kerk, maar wachten tot het herstel van de breuk der kerk door Gods Geest genadig af. Zij richten zich duidelijk tegen hen die zich van de Ned. Herv. Kerk afscheiden. Het is niet geoorloofd om een kerk naast de Ned. Herv. kerk te stichten en dan te zeggen “nu zijn wij de kerk”. Het herstel moet uit Gods Geest komen.
Daarop moet je wachten
Toch voelde Bogaard zich geroepen om iets aan deze “nood” te doen.
Hij werd bepaald bij een vers uit Handelingen 20 : 28 “Zo hebt dan acht op uzelven en op de gehele kudde, over welke u de Heilige Geest gesteld heeft, om de gemeente Gods te weiden, welke hij verkregen heeft door zijn eigen bloed”.

Kerk-2002
In één van de huisjes links op de foto heeft ds. Bogaard gewoond en preekte hij eerst in de voorkamer

En zo gebeurde het dat rond de jaarwisseling 1906/07 Bogaard in de voorkamer van zijn huis ging preken.
De voorkamer aan de dijk was al snel te klein om de hoorders te kunnen bevatten.
Van de winkelier en behanger A. Casparie kocht Bogaard op 29 januari 1907 een stuk grond aan de Stationsweg voor een bedrag van fl. 1550,-

In de Merwebode van 2 februari 1907 stond, dat aan de Stationsweg (naast het oude kerkhof) een terrein is aangekocht om daarop een houten gebouw te plaatsen om daar Godsdienstoefeningen te houden.
Aan W. Breedveld(timmerwerk) en A. de Gruijter (metselwerk) is deze bouw opgedragen.
Op 19 februari kreeg Bogaard toestemming van de Gemeente voor de bouw van een vrij fors houten gebouw. Hoe groot die “schuur” moest worden is Bogaard bekend gemaakt nl. 20 meter lang en 13 meter breed. Opmerkelijk, er was ruimte voor ongeveer 500 personen, terwijl het aantal hoorders op dat moment niet meer dan 100 geweest moet zijn.

De “schuur” werd niet van steen gebouwd maar van hout. Dit had een diepere betekenis; het gaf de tijdelijkheid van het gebouw aan. Immers Bogaard geloofde dat de Heere God op Zijn tijd en wijze herstel zou geven in de breuk van de kerk in Nederland.

Kerk-2003Het Hervormd Lokaal in Sliedrecht anno 1984. De woning rechts voor het kerkgebouw wordt bewoond door de koster en zijn gezin. De woning links fungeert nu als catechisatielokaal, maar werd oorspronkelijk bewoond door ds. J.H. Bogaard en zijn echtgenote.

De “schuur” kwam er en Bogaard timmerde zelf de preekstoel. Op 9 april, toen de schuur nog in aanbouw was, voelde Bogaard Gods majesteit; hij werd gewaar om te informeren wanneer de “schuur”gereed zou zijn. Nog 2 weken werd hem gezegd, maar hij maande de bouwers dat het vrijdag gereed moest zijn. Bogaard zegt: “Later op die vrijdagavond liepen wij nog met 60 stoelen in de stortregen op de Stationsweg te sjouwen, ik was doornat.”

In de Dordrechtse Courant van 13 april 1907 stond:
“Naar wij vernemen zal reeds Zondag de eerste Godsdienstoefening in het nog niet afgewerkte kerkgebouw aan de Stationsweg te Sliedrecht worden gehouden, waarin zal optreden de heer J.H.Bogaard gediplomeerd Godsdienstonderwijzer.

Bogaard was Godsdienstonderwijzer, dus geen geordend predikant, en kon dus de sacramenten niet bedienen.
Nu in het nieuwe kerkgebouw (schuur) het aantal bezoekers bleef stijgen kwam ook de vraag of de sacramenten bediend konden worden.
Na vele geestelijke spanningen van ds. H. Stam te Capelle a/d Yssel om vrijmoedigheid te verkrijgen voor de bevestiging van Bogaard heeft de bevesting op 26 november 1908 plaatsgevonden.
Na deze bevestiging ging Bogaard spoedig over tot het bedienen van de Heilige Doop.

Na dit alles vond de kerkenraad der Hervormde gemeente te Sliedrecht dat het tijd was om Bogaard kerkordelijk te behandelen. In de kerkenraadsvergadering van 29 januari 1909 (de huwelijksdag van Bogaard) besluit men J.H.Bogaard uit zijn lidmaatschap te ontzetten.
In de brief stond o.a. dat, waar ge in woord en daad ten duidelijkste toont,dat ge u van de Ned.Herv. kerk afscheidt, ge niet langer tot die kerk blijft behooren en zal, bij al dien hiertegen van uwe zijde, binnen een tijdsverloop van 14 dagen, vanaf heden 30 Januari 1909 geen schriftelijk met redenen omkleed bezwaarschrift door u ondertekend, hiertegen bij hem wordt ingebracht, u beschouwen als vervallen van uw lidmaatschap der Nederlandsche Hervormde kerk, onder onmiddellijke kennisgeving zijnerzijds aan het Classicaal bestuur van Dordrecht.
Bogaard reageert niet en op 17 april 1909 besluit het classicaal bestuur van Dordrecht dat zij zich genoodzaakt zien zijn acte als Godsdienstonderwijzer te moeten intrekken.

Bronvermelding:
Voor ’t nageslacht.
Historische beschrijving van het Hervormd lokaal te Capelle a/d IJssel en te Sliedrecht.
Samengesteld door D. Blom en C. Klomp.

De breuk beleefd, P.v.d.Breevaart.

Rondom Bogaard, scriptie door J.H.v.d.Giessen.