06 – Kerkgeschiedenis

Eerste predikant
Eerder heb ik toegezegd, dat er een foto van de eerste predikant van de Chr. Afgescheiden gemeente in Sliedrecht onderweg was. Hieronder een afbeelding van deze dominee.

Kerk-0601-Dominee_Steketee
Dominee Steketee

Ds. Chr. Steketee Azn. kwam van Meeuwen naar Sliedrecht en deed op 27 januari 1856 zijn intrede. Ds. Steketee werd geboren 18-02-1820.
Hij was predikant van 1850-1852 te Kockengen, 1852-1856 te Meeuwen, 1856-1859 te SLIEDRECHT. Van 1859-1863 te Vlaardingen, 1862-1877 te Andijk en 1877-1886 te Heinkenszand In de laatstgenoemde plaats is hij overleden.
Op 20 februari 1851 huwde hij met Neeltje van Broekhuizen.
Tijdens zijn ‘ambtsperiode’ nam hij driemaal een nieuw kerkgebouw in gebruik en wel in Vlaardingen, Andijk en Heinkenszand.
Daarbij gebruikte hij steeds dezelfde tekst: ps. 126:3
” De Heere heeft grote dingen bij ons gedaan; dies zijn wij verblijd”.

Verdere gegevens ontbreken, omdat van de Sliedrechtse periode het kerkenraadverslag niet aanwezig is.
Na het vertrek van ds. Steketee wordt op 15 juni 1862 de volgende predikant bevestigd. Het is ds. J. Greven. Hij is 30 jaar en komt uit het Friese Mildam.
(Ik ben nog op zoek naar een foto van deze predikant).

Vanaf 6 januari 1864 zijn de notulen aanwezig.
De samenstelling van de kerkenraad is dan als volgt:
Ds. J. Greven, praeses
A. Meijer, scriba
J. Visser, P. de Jong, J. Dekker, ouderlingen.
S. Kroon, P. Stuij, J. van Wijngaarden, P. van Kekeren, diakenen.

Kerk-0602-kerkgebouw_tekening2Het aantal leden der gemeente bedraagt ongeveer 250.
De gemeente kwam samen in het kerkgebouw in wijk A.

In de Piet Rijsdijkstoep was de Chr. Afg. Kerk destijds gevestigd.

Het kerkelijk leven had ook toen diverse “kleuren”.
Er is altijd een spanningsgebied (ook nu nog) tussen de prediking in de Gereformeerde traditie.

De Schriftverklaring is van groot gewicht, maar over het gewicht van de toepassing (praktijk en ondervinding) is een duidelijk verschil van beleving.
Wat voert de boventoon, het Woord van God de Bijbel of het woord(je) van een mens.

In het verslag van 30 maart 1864 lezen we dat het lidmaat A. Eijkelenboom zegt: “Dat de kerk bij ons niets is, slechts een prullenbak van menschenwoorden”. Voorts dat er niet gepredikt wordt zoo God hem heeft geopenbaard. ” De dominee predikt een Christus zonder rechtvaardigmaking”.
Men besluit de classis te vragen hoe te handelen met dit lidmaat, of zij er mee instemmen deze persoon maar los te laten.

Als kleine geloofsgemeenschap in het geheel van de plaatselijke bevolking wordt erop je gelet. Uiteraard door de buitenstaanders, maar ook onderling. Sociale controle zouden wij nu zeggen.

Indien iemand weinig en zonder reden niet meer te kerke kwam werd dit opgemerkt. Dit werd nauwlettend in de gaten gehouden. De kerkenraad was niet kinderachtig in de te nemen maatregelen. Men werd opgeroepen om voor de kerkenraad te verschijnen!
Een ernstige vermaning en dreiging van censuur werden vlot uitgesproken, niet alleen over kerkgang.

Eerst een nadere uitleg over censuur in de kerk van de Gereformeerde traditie.

De censuur bestaat uit 3 gedeelten.
1. De kerkenraad deelt aan de gemeente mee dat een broeder/zuster zich heeft schuldig gemaakt aan… (hier wordt het kwaad genoemd). Als betreffend persoon, na een ernstige waarschuwing door de kerkenraad, ‘geen blijken van boetvaardigheid geeft’, verbiedt de raad hem deel te nemen aan het sacrament van het Heilig Avondmaal. De gemeente roept op vurig voor deze broeder of zuster te bidden. Er wordt geen naam genoemd.

2. Als blijkt dat dit geen “effect” heeft wordt ‘afsnijding’ van de gemeente voorgesteld. Bij de classis wordt advies gevraagd en de naam van de broeder of zuster wordt openlijk bekend gemaakt vanaf de kansel. De gemeente wordt nogmaals opgewekt om gedurig liefderijk vermaan te tonen en naarstig de Heere te bidden om bekering.

3. Als dit ook niet helpt wordt de gemeente voor de 3e maal opgeroepen om ernstig voor genoemde broeder of zuster te bidden ‘opdat hij/zij zich niet tot het uiterste verharde’. Na verloop van enige tijd vindt de afsnijding plaats.

Hierbij zij opgemerkt dat er ook een procedure is van wederopneming van afgesnedenen, indien ze alsnog van hun verkeerde weg terug komen.

Kerk-0603-kaartje_1869_fragment
Een kaartje getekend in het jaar 1869

Op het kaartje zien we de plaats van de Chr. Afg. Kerk duidelijk aangegeven.
Ook zijn de beide scholen, zijn ingetekend.
Die bij de kerk en die bij de Tolsteeg.
Verder zien we o.a. de synagoge.

Huwelijk
Ds. J.Greven is tijdens zijn verblijf in Sliedrecht gehuwd. Dit wordt uit het volgende kenbaar:
Op 5 mei 1864, wordt aan ds. Greven op zijn verzoek toegestaan na Pinksteren te vertrekken en zooveel tijd vergund, als noodzakelijk !!!
Op 20 juni 1864 wordt aangetekend dat ´eene attestatie van A. de Bruin, huisvrouw van ds. Greven, is ingekomen uit de gemeente Heerenveen`. Conclusie: De predikant is getrouwd!

Financiën
De financiële zaak der gemeente staat ook nog in de kinderschoenen. Uit de verantwoording van 1863 blijkt dat er een voordelig saldo is van f. 59,90.
Tot 20 juni 1864 was er geen aparte kas t.b.v. de diaconie. Vanaf die datum wordt er een gescheiden boekhouding ingevoerd.
Echter met de volgende bepaling: “Wanneer de voor de Kerk gecollecteerde gelden niet voldoende zijn en in de kas der Armen wel gelden aanwezig zijn, deze laatste de eerste lenen zal, onder bepaling dat deze later, wanneer de nood der Armen dit vordert het geleende weer terug te geven”.

Vertrek dominee
De periode van ds. Greven wordt wat vreemd afgesloten.
In het kerkenraadverslag van 30 januari 1865 staat: “Is aan ds. J. Greven, op zijn verzoek, attest gegeven tot vertrek naar Dinteloord. Zo zijn we gekomen tot 1865.

Eerdere afleveringen
In eerdere afleveringen (zie onderstaande nummers) verschenen reeds de volgende artikelen aangaande kerkgeschiedenis.

* Van Over-Slydrecht; nr. 2.De Hervorming; nr. 2.
* De afscheiding 1834; nr. 5.
* Chr. Afgescheiden Gemeente Sliedrecht; nr. 6.
* Kerk en overheid in Sliedrecht in de 16-e eeuw en de 17-e eeuw; nrs. 6, 7 en 9.
* De nieuwe serie van de kerkgeschiedenis is gestart in nummer 31 van de periodiek van de OVS

Jan van Leeuwen.