13 – Vereniging van het Christelijk Onderwijs

Na twee afleveringen, gewijd aan het Gereformeerd Onderwijs, richten we ons nu op de scholen van de “Vereniging van het Christelijk Onderwijs”. Als bron gebruiken we de jubileumuitgave, geschreven in 1993, door J. L. de Vries.

Geschiedenis
Tijdens de Franse overheersing had de staat het onderwijs overgenomen van de kerk. In de onderwijswet van 1806 kwam te staan dat de staatsschool moest opleiden tot “alle christelijke en maatschappelijke deugden . . . ”

Daarna volgde er in 1857 de Schoolwet die er voor zorgde, dat de openbare school een neutrale godsdienstloze school werd.
Alleen deze scholen kregen rijkssubsidie.

Van protestantse en katholieke zijde werd de roep steeds sterker eigen Christelijke scholen te stichten.
In 1889 werd de Schoolwet gewijzigd, waarbij het bijzonder (christelijk) onderwijs een derde van de kosten vergoed kreeg voor haar scholen.
Hierna werden in veel plaatsen Christelijke scholen gesticht waarbij de kosten werden gefinancierd uit giften, collectes en schoolgelden.

In 1917 werd grondwettelijk de financiële gelijkheid van het onderwijs vastgelegd.

Het begin in Sliedrecht
De eerste openbare school in Sliedrecht werd in het begin van de 19e eeuw tegen de Grote Kerk aangebouwd. Kerk en staat waren toen aan elkaar verbonden. De schoolmeester was koster, voorzanger en doodgraver.

In 1889 kwam er in Sliedrecht de eerste Gereformeerde school.
Deze stond achter de Gereformeerde kerk in de Zoutstoep.
Vanuit de leden van de Nederlandse Hervormde kerk, de Zondagsschoolvereniging en de Vereniging tot Evangelisatie werd druk uitgeoefend om een algemene Christelijke school te stichten.

In 1893 werd een algemene vergadering gehouden in het evangelisatiegebouw, in de volksmond Het Gebouw. Op deze plaats staat nu de Chr. Gereformeerde kerk.

Oprichters van de nieuwe schoolvereniging waren o.a.:
Ds. Kromsigt, erevoorzitter,
M. C. de Jong, voorzitter,
W. van Hoeve,
W. H. van Haaften.
Deze heren namen in de Sliedrechtse gemeenschap van toen een belangrijke plaats in.

In de eerste algemene vergadering van 11 juli 1893 werden de statuten vastgesteld.

De naam werd: Vereniging voor Christelijk Onderwijs te Sliedrecht.

Art.1 De Vereniging kiest als grondslag Gods Woord als het enig richtsnoer voor geloof en wandel.

Art.2. Haar doel is de oprichting en instandhouding van scholen waar de jeugd onderwezen en opgevoed wordt overeenkomstig de pedagogische beginselen neergelegd in de Heilige Schrift en het stichten van lokalen voor de Zondagsscholen.

De statuten werden op 30 augustus 1893 bij Koninklijk Besluit goedgekeurd.

School-1301
Het terrein waar de school startte

De eerste school
Er werd een woonhuis met terrein aangekocht aan de huidige Rivierdijk dat moest gaan dienen als eerste gebouw voor de school. Ter hoogte van de voormalige scheepswerf Boer, nu Residentie Merweburgh.
Het benodigde geld werd ter beschikking gesteld door een aantal bekende
Sliedrechters met als uitschieter
een drietal giften van f 1000,-.

Het jaarsalaris van een werkman was in die tijd tussen de f 500, – en f 750, -.

 
Begroting
Inkomsten…

Giften, contant f 5528
Zondagsschool f 250
Collecte evangelisatielokaal f 221
Gift Graaf van Bylandt f 125
Totaal f 6011
Uitgaven…

Koopsom huis en terrein f 3793
Aannemer Breedveld f 1370
Aannemer Van der Wiel f 1259
Totaal f 6422
Ten einde de tekorten te dekken werden er leningen afgesloten. Voor een bedrag van f 1000, – werden schoolmeubelen en overige schoolbehoeften aangeschaft.

School-1302
Geldschieters

1894: Opening eerste school op 4 april 1894
Uit 28 sollicitanten werd als eerste hoofd benoemd de heer Van Aalten tegen een jaarsalaris van f 850,- en een bedrag van f 200,- werd uitbetaald voor het geven van catecheselessen.
Onderwijzer, de heer Treffers, en onderwijzeres, mevrouw De Bruin, werden voor een jaarbedrag van elk f 550, – aangesteld.

Schooltijden
9.00 – 12.00 uur en 13.30- 16.00 uur, woensdag- en zaterdagmiddag vrij.

Schoolgeld
De vereniging moest grotendeels zelf zorgen voor het geld, zowel voor het gebouw als de salarissen. Het rijk gaf slechts een subsidie van f 400, – p.j.

De ouders moesten schoolgeld betalen voor elk kind. Dat was voor die tijd een (te) zware belasting. Men betaalde f 0.25 cent per kind per week.

Voor on- en minvermogenden werd een suppletiefonds opgericht, opdat deze mensen slechts 10 cent per week hoefden te betalen.

Voor het suppletiefonds werd jaarlijks in de plaatselijke gemeente en de kerk gecollecteerd. Daarnaast kwamen er ook giften binnen.

Uit het jaarverslag
Het geeft grote zorg dat ouders hun schoolgeld niet kunnen voldoen. Verblijdend kunnen wij u mededelen dat ook personen die niet aan onze zijde staan in de strijd voor het Christelijk onderwijs, ja veeleer besliste voorstanders van het openbaar onderwijs, ons nu steunen om de on- en minvermogenden aan hun schoolgeld te helpen.

Bestuursleden
Tekorten werden nogal eens door de bestuursleden uit eigen zak betaald. Enige bestuursleden zaten zelf goed bij kas. Zo werden reparaties bekostigd, aanvullingen op salarissen uitbetaald en traktaties op feestdagen gegeven. Door hen gegeven leningen werden regelmatig kwijtgescholden.

1895 – 1900: Er waren reeds 169 leerlingen op school. Inschrijving leerlingen bij het bestuur op zaterdagavond tussen zeven en acht uur. Leeftijd vanaf 5 en half jaar.
Er kwam zelfs een leerlingenstop in 1899. De school was overvol. De openbare school liet kinderen toe zonder betaling van schoolgeld. Dit had geen invloed op de toestroom van leerlingen naar de school.

Bezoek kinderen aan een tentoonstelling in Dordt als uitstapje in de kermisweek. Kosten 30 cent per kind.

Verschillende leden vonden de contributie van de vereniging (f 2.50) te hoog. Niet iedereen kon dit betalen. In Dordt hoefde men namelijk geen contributie te betalen. Het bestuur ging hierop niet in.

Bij de kroning van Koningin Wilhelmina werd gezamenlijk met de Zondagsschoolvereniging een attentie gegeven aan de leerlingen.

1900: De Tweede Kamer nam de leerplichtwet aan. Dit gaf een nog een grotere druk op het aantal leerlingen.

School-13031900 – 1910: leder gezin kreeg een scheurkalender bekostigd door één der bestuursleden. Het hoofd, de heer Van Aalten, vertrok in 1904 en werd opgevolgd door de heer Koopmans tegen een jaarsalaris van f 875,00. Zijn meubels werden van het station opgehaald. Het hoofd logeerde in de tussentijd bij een bestuurslid.

In 1905 was er een ledenvergadering. Na het zingen van psalm 119 vers 65 kwam er een belangrijk punt aan de orde.
Men besloot een 2e school “beneden” te laten bouwen, plaats oude Beatrixschool aan de Kerkbuurt. De heer A. Volker, die steeds het Christelijk onderwijs had gesteund, stelde een bedrag van f 7000, – beschikbaar. De 2e school werd geopend in 1906 met 129 leerlingen. Eerste hoofd was de heer van den Berg.

De volgende verenigingen werden uitgenodigd bij de opening:
Het Bestuur tot Evangelisatie te Sliedrecht
Bestuur van de Christelijke Werkeloosheidsvereniging
Bestuur van de Chr. Naai- en Jongelingsvereniging
Het hoofdbestuur der Vereniging voor Christelijk volksonderwijs
Het hoofd der Gereformeerde school
De Ned. Hervormde Kerk

In dat zelfde jaar werd het hoofd van de “bovenschool” op het matje geroepen. Hij zou te nauwe banden onderhouden met de zangvereniging der modernen. In 1907 was het batig saldo van de vereniging nog maar 37 cent.

Het schoolgeld werd op 10 cent per week per leerling gesteld en voor de meer draagkrachtigen 15 of 20 cent. De schoolkinderen moesten opgeven hoeveel broertjes en zusjes er te verwachten waren in het komende jaar.