21 – Begin van de 20e eeuw

Belangrijke zaken aan het begin van de 20e eeuw

Oranjevereniging
Oranjefeesten werden tot in het begin van de vorige eeuw door speciale comités georganiseerd. In 1911 werd door een ‘Commissie van voorbereiding voor de oprichting van een Oranjevereniging’ een vergadering uitgeschreven. De vergadering werd maar door 26 personen bezocht. Eigenlijk wilde men – gezien de geringe opkomst – al afzien van de oprichting van een Oranjevereniging. De onderwijzer Colijn redde de zaak. Hij wees erop dat er in Sliedrecht gewoonlijk weinig mensen bij elkaar kwamen als er een vereniging werd opgericht. Aan voldoende steun ontbrak het echter zelden… Na zijn betoog werd gestemd en met bijna algemene stemmen werd besloten een Oranjevereniging op te richten.

Het eerste bestuur bestond uit 9 leden: H. den Hartog, De Rouwe, Hokken, Colijn, Dusseljée, Schroevers, A. v .d. Berg, Bongers en J.C. van Drunen. Den Hartog werd de voorlopige voorzitter. De contributie moest zo laag mogelijk worden gehouden. Bij feestelijke gelegenheden zou men aan extra inkomsten kunnen komen door bij de festiviteiten entree te heffen. De leden zouden 1 gulden contributie moeten betalen. Voor donateurs werd een bedrag van 25 cent bepaald. Namens het laatste comité werden vlaggen, versieringen e.d. aangeboden.

Geschiedenis-2101Onafhankelijkheidsfeest in 1913
In 1913 was het 100 jaar geleden dat er aan de Franse overheersing onder Napoleon een einde kwam. Het feest werd op 27 en 28 augustus op grootse wijze gevierd.
De nieuwe Oranjevereniging combineerde het feest met de verjaardag van koningin Wilhelmina die op 31 augustus jarig was. Het bestuur van de Oranjevereniging bestond in 1913 uit: D. van Uitert, rijwielhandelaar (voorzitter), G.B. van der Vlies, schoenhandelaar (secretaris), De Rouwe, timmerman (penningmeester), H. den Hartog, C. Dusseljée, T. Nieuwpoort, H. v.d. Stelt, G. Sonneveld en E. Bakker Czn.
Daarnaast was er ter gelegenheid van het 100-jarig jubileum een ‘Eere-Comitée’. Hierin hadden zitting: S. E. Ypey (burgemeester), dr. P. Langeveld, mr. K.A. Nederlof, IJ. v.d. Berg, L. van Haaften, A.A. Hofman, H. K. Nederlof, L. Splunder Jr., A.P. Volker en de dames van den Berg, van Maanen en Kruyff. Het feest werd bekostigd uit de advertenties in het feestprogramma en de vele droegen een steentje bij.

Geschiedenis-2102Vroeg op
Het feest ging al vroeg van start. ’s Morgens om halfzeven startte een rijwieloptocht van 40 jongens. De fietsers werden voorafgegaan door hoornblazers. Zij moesten iedereen wakker maken om tijdig – negen uur – bij de landing van Prins Willem aanwezig te zijn.
De Prins, in de persoon van E. D. Kalis, stapte bij het Benedenveer bij de spoorbrug aan land. Hij werd in een sloep vergezeld door acht 8 matrozen, een bootsman en hun commandant. Daar stond ‘de Scheveningse bevolking’, in klederdracht, ter verwelkoming gereed. Onder hun juichkreten stapte de ‘Prins’ op een ‘schelpenwagen’. Hierin werd hij naar de reeds opgestelde optocht geleid.

Geschiedenis-2103De stoet
Deze startte om half tien. De stoet trok van west naar oost en terug. Erebogen, vlaggen en gevelversieringen gaven Sliedrecht een feestelijk aanzien.

Voorop reden twee herauten. Die van Sliedrecht en de heraut van Nederland. Het muziekkorps van ‘Crescendo’ volgde.
De eerste wagen was een Oranjewagen. Daarop zaten jongelui gekleed in wit en oranje. Zij strooiden bloemen rond. Daarna kwam de Haagse schutterij, vervolgens een groep Scheveningers te voet met oranjelinten.

De groep van de eerder genoemde acht matrozen, voorzien van roeiriemen, en de bootsman die de Prins aan wal gebracht had, volgden. Hierna reed de schelpen-wagen met de Prins die omringd was door acht vissers in oliepakken. Hij werd gevolgd door een rijtuig met de vrouw van de Prins (mevr. A. A. Seret-Bos) met enige hofdames.

In een daarop volgende authentieke karos zaten de heren van het Drie-manschap. Zij stapten bij het raadhuis uit om de originele proclamatie van 1813 voor te lezen.

Na het Dordtse Fanfare Corps volgde een enorme stoet onder de naam ‘De Helden van Quatre-Bras en Waterloo’. Deze werd geopend door Engelse, Pruisische en Nederlandse infanteristen met veroverde Franse vaandels. Honderden verklede personen deden er aan mee.

Het eind van de stoet werd gevormd door een ‘Zegewagen’, voorstellende de vrede en de muziekvereniging ‘Juliana’.

De inwoners mochten vanaf de zijkant de stoet aanschouwen. Aansluiten was niet toegestaan! De stoet hield halt op een feestterrein aan de Parallelweg. Fotograaf A. Meyer zette hier degenen die dat wensten, in historische kleding op de foto.
Op het feestterrein werd geen sterke drank geschonken. Voor de liefhebbers was er een glaasje boerenjongens, een advocaatje of lichte wijnen. Het terrein was – verschil moest er zijn – ingedeeld in eerste en tweede klassen plaatsen…

Het feest ging door tot ver in de middag. Rond vier uur gaf de gymnastiekvereniging ‘Sport Staalt Spieren’ demonstraties op het feestterrein. Om acht uur volgde een concert- en bioscoopvoorstelling. We moeten hierbij wel denken aan een stomme film! Op de eerste van de twee feestdagen was ’s avonds een Bengaalse verlichting op de toren te bewonderen.

Tweede feestdag
De volgende dag was er de optocht van alle schoolkinderen. Voorafgegaan door een muziekkorps ging het richting feestterrein Hier begonnen om halftien de kinderfeesten. De volwassenen waren om twee uur aan de beurt. Voor de inwoners was er ‘s avonds om half acht een concert en een optreden van S.S.S. Dit werd gevolgd door diverse vertoningen.

Het grote feest werd afgesloten met een grandioos vuurwerk Het vuurwerk werd afgestoken vanaf een weiland ten westen van de Stationsweg. Tegen twaalf uur ging ieder naar huis. Op een enkele dronkenschap na, werd er geen wanklank gehoord. De vele goede herinneringen aan het feest zorgden ervoor dat er in Sliedrecht nog jarenlang over de gebeurtenissen werd nagesproken!

Geschiedenis-2104Oorlog
Een jaar later, in de zomer van 1914, werd het rustige leven echter wreed verstoord. Veel onrust veroorzaakte het telegram dat op het raadhuis aankwam. Een oproep tot mobilisatie!

De opgeroepen militairen vertrokken vanaf het station. Het tweede telegram, met de melding dat er oorlog was uitgebroken, verergerde de toestand. Aanplakbiljetten in het dorp brachten de inwoners van de onheilstijding op de hoogte.
Gevolgen van het een en ander waren: verlies aan arbeidskrachten door de mobilisatie, inkwartiering, en distributie van levensmiddelen.
Geschiedenis-2105Belgische vluchtelingen bereikten ons dorp. Zij waren onze kant uitgekomen omdat hun land zwaar te lijden had onder de Duitse inval! Het nieuws over de oorlog werd gevolgd via krantenberichten en foto’s in het tijdschriften. Nederland bleef echter neutraal. De plannen voor een uitbreiding, gemaakt door de vereniging ‘Sliedrecht Vooruit’, zoals beschreven in de twee voorgaande verenigingsbladen, konden worden uitgevoerd.

Sliedrecht Vooruit
De aanbesteding van de haven, het ophogen van terreinen en overige werken, werden op 11 november 1914 door B. en W. aanbesteed. Het werk werd aan de laagste inschrijver, de firma T. den Breejen van den Bout gegund tegen de prijs van f 170.000, – . De stenen boogbrug over het Kleindiep werd een maand later, op 16 december, aanbesteed. Deze brug gaf toegang naar de terreinen van de uitbreiding. De toegangsweg kreeg als naam: Kerkstraat. Dit werk werd verricht door de firma. Zanen Czn. te Ammerstol voor een bedrag van f 13.284, – .

Geschiedenis-2106Panden in de Kerkstraat
Een van de eerste panden die aan de nieuwe Kerkstraat gebouwd werden, was dat van N.V. Boekhandel Gebr. Luyt. D. Brasser was er de directeur. A.M. van Dorth de bedrijfsleider. Een ander pand aan de Kerkstraat was o.a. bestemd voor het G.E.B. In Sliedrecht was het mogelijk om vanaf 8 maart 1916 een elektrisch peertje het huis te laten verlichten. Het nam de plaats in van de gaslampen.
Het Gemeentelijk Energie Bedrijf (G.E.B.) werd samen met het bureau Gemeentewerken van de gemeente Sliedrecht gehuisvest in dit pand. De directeur vond ook woonruimte in het groots opgezette pand.
Thans is in dit gebouw een notariskantoor gevestigd. De Belgische ingenieur G. C. Guermonprez, een oorlogsvluchteling, werd de eerste directeur van zowel het G.E.B. als van gemeentewerken. Onder zijn toezicht werd vrijwel de gehele uitbreiding – buitendijks – volgebouwd.

Geschiedenis-2107Scheepswerf De Klop
In 1916, tijdens Wereldoorlog 1, werd de in 1913 te Zuilen, provincie Utrecht, gestichte scheepswerf ‘De Klop’ bij het fort ‘De Klop’ overgebracht naar Sliedrecht.

De werf was in Zuilen tot stand gekomen door toedoen van Joh. Kraaijeveld en drie broers Van Noordenne. Scheepswerf ‘De Klop’ werd naar het nieuwe terrein in Sliedrecht overgebracht.
Sliedrecht was een ketelmakerij en een machinefabriek, gevestigd aan de Industrieweg, rijker. De directeur van de werf werd de heer H. van Seventer.

Een minpunt in deze jaren was het overlijden van burgemeester S.E. Ypey. De op 30 december 1916 overleden burgemeester werd op 2 januari 1917 in Den Haag begraven. De Sliedrechtse wethouders Joh. Kraaijeveld en J .L. A. van Haaften en de gemeentesecretaris J. J. Damsté woonden de begrafenis bij.