21 – Kerkgeschiedenis

Kerken naast (uit) de Nederlands Hervormde kerk.

In de 19e en 20e eeuw hebben er in kerkelijk Nederland nogal wat veranderingen plaats gevonden. Het gaat niet om de mooiste bladzijde uit de kerkgeschiedenis. Wel moet gesteld worden dat. ondanks de scheidingen en scheuringen in de kerk, de weg van het geloof is open gebleven. Daarmee is duidelijk dat de kerk, hoe jammerlijk verscheurd, meer is dan een menselijke instelling.

We gaan in deze rubriek terug naar de Chr. Geref. kerk. In de periodiek 48 waren we geëindigd bij het vertrek van ds. J. van Drunen op 19 mei 1909.

Bij een vacante periode in een kerk is er voor de kerkenraad veel te regelen o.a. zorgen voor het pastoraat, invulling van de zondagse erediensten en zoeken naar een nieuwe Herder en Leraar. Verschillende predikanten gingen voor in de vacante periode. Het logeeradres voor hen was bij W.Korporaal, die hiervoor een vergoeding kreeg van één gulden. Koetsier M. Broere haalde op zaterdagavond de predikant af bij het station en maandag bracht hij hem weer terug. W. Korporaal woonde buitendijks; in de winter was het bij hoogwater soms zo hoog dat het in de huizen kwam.

Op een zondagmiddag moest ds. De Bruin uit Apeldoorn vluchten naar een hoger gelegen kamer. Later schreef hierover blij te zijn in Apeldoorn te wonen, de parel van de Veluwe!

Kerk-2101Begin 1910 werd het beroepingswerk ter hand genomen. Na verschillende teleurstellingen werd in de zomer een beroep uitgebracht op kandidaat J.D. Barth en dit beroep werd aangenomen.

Voordat een kandidaat in het ambt van dienaar des Woords bevestigd wordt, moet hij voor de classis (bijeenkomst van regionale kerken) een examen afleggen: 28 september 1910 vond dit plaats in Dordrecht. Zondag 16 oktober vond de bevestiging plaats. Een aandoenlijk ogenblik was het toen kandidaat Barth neerknielde voor de preekstoel. Vier ouderlingen hielden een opengeslagen Bijbel boven zijn hoofd, waarna ds. De Bruin zijn rechterhand op het hoofd van de kandidaat legde en een zegenbede  uitsprak. De gemeente  zong  hem  de zegenbede uit ps. 134 :3 toe.

In de eerste kerkdienst waar ds. Barth als predikant voorging was zijn intrede tekst gekozen uit de eerste brief van Paulus aan de Corinthe 2 : 2, “Want ik heb niet voorgenomen iets te weten onder u, dan Jezus Christus en dien gekruisigd”

Tijdens de periode ‘Barth’ streefde hij een meer geregeld kerkelijk leven na; er waren nogal wa plaatselijke regelingen die niet volgens de kerkorde waren. Op woensdag- en zaterdagavond werd catechisatie gehouden. Er werd een naaivereniging opgericht: de zusters zouden uitsluitend voor de diaconie werken. Ook werd gesproken over het oprichten van een Knapen- en Jongelingsvereniging. In verband met de groei van de gemeente en het verenigingsleven werd de consistorie uitgebreid.

Veel mannen hadden de gewoonte om te pruimen, zelfs in de kerk. Daarom werden er bordjes geplaatst met het opschrift “Niet spuwen in de kerk”. De preekstoel was zo hoog dat verschillende predikanten verzuchtten: “Je wordt duizelig als je naar beneden kijkt”. In mei 1914 kwam er een lagere preekstoel, gemaakt door G. Hofman, kosten fl. 269,00.

In alle tijden en kerken zijn predikanten …voor(bij)gangers. In april 1915 kreeg ds. Barth een beroep naar Harderwijk en zondag 30 mei nam hij afscheid.

Er brak weer een herderloze periode aan. Verschillende predikanten/kandidaten werden beroepen maar het antwoord was negatief tot het voorjaar van 1918.

Wat wel gebeurde was dat op 2 november 1917 het kerkgebouw werd aangesloten op het elektriciteitsnet en dat er een doventelefoon werd aangeschaft.

Kerk-2102Na een achttal beroepen nam kandidaat J. Vreugdenhil in begin 1918 het beroep naar Sliedrecht aan. Zondag 20 okt. 1918 werd hij bevestigd als predikant in Sliedrecht. De tekst van zijn eerste predicatie als Sliedrechtse predikant was uit Jesaja 62 : 1. Opnieuw werd er een kandidaat bevestigd tot dienaar des Woords. Bijzonder was dat zijn bejaarde vader Vreugdenhil Sr. ook deelnam aan de handoplegging aan zijn zoon. Hij was namelijk ouderling in de kerk van Nieuw-Vennep.

Op de eerste kerkenraadsvergadering werd bekend dat er een bericht was gekomen van B & W, die wel waren uitgenodigd voor de intrede van ds. Vreugdenhil maar wegens de heersende Spaanse griep niet aanwezig konden zijn. De epidemie verspreidde zich van Oost-Nederland over het gehele land. In mei 1918 waren de eerste berichten verschenen over deze geheimzinnige ziekte die een groot deel van de Spaanse bevolking getroffen had.

De periode “Vreugdenhil” was kort (oktober 1918 t/m augustus 1921) en ingrijpend. In de zomer van 1920 was ds. Vreugdenhil overspannen en vroeg ontheffing van zijn pastorale arbeid. De zondagse diensten werden wel door hem geleid. Eind 1920 verliep het kerkelijk leven erg stroef. Vijf ambtsdragers bedankten, voor hun ambt en ook de predikant was nog steeds niet helemaal in orde.

Maar op zaterdagavond 20 augustus 1921 gebeurde er iets wat iedereen pijnlijk verraste. Ds. Vreugdenhil deelde mee dat hij besloten had na een lange strijd te bedanken als lid van de Chr. Geref. Kerk, wat inhield dat hij geen predikant kon blijven in een kerk waar hij geen lid van was. De kerkenraad was hoogst verrast en vroeg: “Waarom toch?”

Ds. Vreugdenhil vroeg de broeders wie van hen met hem mee wilden gaan, maar allen schudden het hoofd ! Besloten werd dat de dominee in de avonddienst zijn besluit aan de gemeente bekend zou maken. Later in de week werd duidelijk dat hij over zou gaan naar de Gereformeerde gemeente.

Hier ligt het begin van de aanvankelijk Geref. Gem, later Geref. Gem In Hersteld verband en nu weer Chr. Geref. Eben-Haezer aan de Middeldiepstraat 31.

 

Bronvermelding: Zijn wond’ren en gedachtenis, Chr. Geref. kerk (Centrum) 1894- 1994.