25 – Kerkgeschiedenis

Kerken naast (uit) de Nederlands Hervormde kerk.

In de 19e en 20e eeuw hebben er in kerkelijk Nederland nogal wat veranderingen plaats gevonden. Het gaat niet om de mooiste bladzijde uit de kerkgeschiedenis. Wel moet gesteld worden dat ondanks de scheidingen en scheuringen in de kerk de weg van het geloof is open gebleven.  Daarmee is  duidelijk dat de kerk, hoe jammerlijk verscheurd,  meer is dan een menselijke instelling.

We vervolgen de geschiedenis van de Chr. Geref.Kerk ‘Bethel’.

De vacature ontstaan na het plotselinge vertrek van ds. Bakker, (8 febr. 1925) wordt op zondag 6 december 1925 vervuld door de komst van ds. J.A. Riekel uit Maarsen.

Door ds. J. Reesink (zijn schoonzoon) werd hij bevestigd in de morgendienst en in de avonddienst deed hij intrede. De tekst van zijn preek was uit Exodus 25 : 22a
“En aldaar zal Ik bij u komen en Ik zal spreken van boven het verzoendeksel af.”

Na het uittreden van ds. Vreugdenhil (1921) naar de Gereformeerde gemeente en het zeer korte verblijf van ds. Bakker (1925) brak er voor de gemeente een goede periode aan.

Ds. Riekel en de gemeente in Sliedrecht verstonden elkaar, de gemeente groeide.
Kerk-2501-kerkwijkcKerk-2502Het kerkgebouw in Wijk C (gebouwd in 1894) was aan een opknap beurt toe.

Zondag 27 maart1927 kon het kerkgebouw  niet gebruikt worden, de kerkbanken waren geschilderd en het was niet verantwoord om de gemeenteleden in hun ‘Zondagse goed’  daarop plaats te laten nemen.

Aan het bestuur van het  Hervormde evangelisatie gebouw in Wijk B  werd gevraagd of men het kon huren, hetgeen werd toegestaan.  Men wist toen nog niet dat de gemeente er later (1935) tot op de dag van vandaag zou samenkomen.

In december 1926 wordt uit dankbaarheid voor zijn inzet aan ds. Riekel een gratificatie aangeboden.  Ook besloot men een serre aan de pastorie (Oranjestraat 2) te laten maken. Timmerman J. A. v. d. Dool bouwde deze (wintertuin) voor fl. 670,00.

Het kerkorgel was nu niet van geweldige kwaliteit. Begin 1929  werd een commissie ingesteld om daarvoor gelden in te zamelen.  Begin 1931 deelde genoemde commissie mee dat er  fl. 2500,00 voor dit doel was bijeen gebracht…. en dat erbij de orgelbouwer A.S.J. Dekker te Goes een geschikt instrument te koop was.

Men besloot tot aankoop en 3 maart van dat zelfde jaar werd het nieuwe orgel in gebruik genomen. Het orgel had ‘9 stemmen’ één klavier en pedaal, de windvoorziening was elektrisch, de totale kosten was fl. 4547,70.  Een bijzonder gegeven was dat er uiteindelijk geen cent geleend behoefde te worden.

Als iemand zich geroepen voelde om predikant te worden moest hij met het verzoek om toegelaten te worden aan de Theologische hogeschool te Apeldoorn een attest (bewijs van goed gedrag) overleggen van zijn eigen kerkenraad.

In juli 1931 waren er twee personen die een attest kregen voor “Apeldoorn”  Cornelis Schook en Pieter van der Bijl.     Beide werden afgewezen, maar een jaar later werd aan Piet van der Bijl alsnog toesteeming verleend, 3 okt. 1940 werd hij predikant te Barendrecht.

Tijdens de perioden dat ds. Riekel predikant te Sliedrecht was werd door 225 personen belijdenis afgelegd een teken dat hij op zijn plaats was.

Maar toch voorgangers zijn voor(bij)gangers eind december 1933 nam hij een beroep aan naar Delft.  Met weemoed werd 15 maart 1934 afscheid van hem genomen. Een zeer betrokken predikant voor de gehele gemeente. Ook in het Sliedrechtse dorpsbeeld was hij geen onbekende, hij trok er dagelijks op uit en alles lopend. De iet wat gebogen houding, de wandelstok met zilveren knop in de hand en groetend iedereen die hij tegen kwam verdween uit het  dorpsbeeld.

De gemeente was maar een korte periode vacant, 26 juni 1934 werd ds. C. Smits, komende uit Nieuwpoort de nieuwe predikant.
Kerk-2503patoriewijkcRechter woonhuis was de voormalige pastorie. In de ernaast gelegen stoep stond het kerkgebouw.

Bronvermelding:

Zijn wond’ren een gedachtenis.

Chr.Geref.kerk Sliedrecht (C)  1894 -1994.

Opmerkingen of aanvullingen zijn altijd welkom.