27 – Oorlogswinter 1944

Geschiedenis-2701De geallieerde troepen landen op 6 juni 1944 in Normandië. Een enkeling in Sliedrecht weet via Radio Oranje het verheugende nieuws op te vangen. Geallieerde legers bevrijden in september 1944 Noord-Brabant. ‘Dolle Dinsdag’ breekt aan. Men rekent zich al bevrijd van het Duitse juk. Ondanks de gunstige berichten blijft Sliedrecht in bezet gebied liggen. De bevrijding is nog ver weg. De Biesbosch vormt de scheiding tussen het door de Duitsers bezette gebied en de bevrijders. Daden van verzet blijven, mede door een oproep van Radio Oranje, niet uit. In oktober 1944 wordt er springstof op de spoorlijn gevonden. Als represaille moeten mannelijke inwoners tot de leeftijd van 60 jaar, die in de dorpen langs de spoorlijn wonen, in ploegendienst dag en nacht wachtlopen om de spoorlijn te bewaken.

Geschiedenis-2702Bombardement
Zondag 15 oktober 1944 gaan de sirenes weer eens af. Geallieerde jagers zijn begonnen aan een aanval op een trein. Deze rijdt, met paarden, militairen en oorlogsmaterieel, aan Sliedrecht voorbij. De trein wordt vol onder vuur genomen. De locomotief komt tot stilstand bij het perron, de goederenwagons staan tot voorbij het Stationsplein. ’s Middags volgt nog een bombardement. Niet alleen het station, maar ook de omgeving daarvan wordt getroffen. Op de laatste twee woningen van de Stationsweg vallen bommen. Mannen van het Rode Kruis zetten zich met leeuwenmoed in om slachtoffers te redden. Voor de heer Jongsma komt de hulp te laat. Als hij onder het gevallen puin vandaan gehaald wordt, is hij al overleden.

Geschiedenis-2703Van oktober 1944 tot Kerstmis 1944 worden er bij voortduring schoten gehoord. Gebieden ten zuiden van ons dorp, zoals De Biesbosch en Het Eiland van Dordt krijgen het zwaar te verduren. Een goed teken vormen de eindeloze rijen Duitsers die zich met hun resterende bezittingen, geladen op paard en wagen terugtrekken. Echter overal worden inwoners gedwongen tot inkwartiering van Duitse soldaten.
De scholen liggen stil. Ook in deze gebouwen verblijven veel Duitse soldaten. Het Duitse leger kan van alles gebruiken. Fietsen, paarden, dekens, bedden, enz. worden gevorderd.

Koud
Zeer koude wintermaanden breken aan. Bij Keizersveer wordt door de Duitsers de brug opgeblazen om de opmars van de geallieerden te stuiten. De rookwolken zijn vanuit Sliedrecht te zien. Twee weken later valt de elektriciteit uit en de gasvoorziening stagneert door gebrek aan kolen. Sliedrecht moet zich behelpen met kaarsen, olie- of carbidlampen. De voedselnood is hoog. Op 28 december 1944 wordt ook een centrale keuken geopend. Aan de bevolking wordt tegen inlevering van voedselbonnen een maaltijd verstrekt. Door gebrek aan kolen varen de veerponten naar Dordrecht niet meer. Alleen per roeiboot is de stad nog bereikbaar. Een nijpend probleem voor patiënten en bezoekers van de ziekenhuizen!

Geschiedenis-2704De voedselsituatie wordt kritiek, het broodrantsoen wordt tot 500 gram per week verlaagd. De kolen raken op, ook in Sliedrecht worden nood-gedwongen veel bomen omgezaagd en gebruikt als brandhout in de kachel. In februari 1945 komen zelfs de suikerbieten op de bon! Op 23 april 1945 sluit de gaarkeuken door gebrek aan grondstoffen. De waterleiding werkt nog maar op halve kracht. Hier en daar worden pompen aangesloten op het grondwater.

Toch weet men dat het einde van de oorlog nabij is. Duitse VI en V2 raketten vliegen weliswaar laag over, maar het zijn de laatste Duitse troeven in een verloren oorlog. Dagelijks is men dan ook bang, dat in Sliedrecht een ‘misser’ zal ontploffen.

Geschiedenis-2705Op Nieuwjaarsdag is het mooi vriezend weer. Plotseling verschijnen twee Britse vliegtuigen type ‘Hawker Typhoon’ aan de heldere hemel. De aanval is gericht op schepen die liggen in een gantel naast de Molenstraat. De bommen op de gantel missen hun doel en richten schade aan bij de woningen Molenstraat 17 en 19. De bommen gevallen op de Molenstraat hebben ook slachtoffers gemaakt. In de Molenstraat wordt het gezin Kazen getroffen. Vader Jacob, moeder Pietje, grootvader Teunis en grootmoeder Jannigje komen om het leven. Ook het buurjongetje Maarten Ruis vindt de dood. In de middag volgt nog een aanval gericht op de omgeving van de haven. Daar worden een baggermolen en twee laadbakken geraakt. Op de baggermolen staat Gerrit A. Teeuwe te vissen.
Een bomscherf treft hem dodelijk. De 15-jarige Jan Wisselink, die in de haven staat te vissen, wordt eveneens getroffen en ook hij overlijdt.

Vanuit een Brits toestel valt een bom op garage Kramer in de Oranjestraat. De naast de garage gelegen kleuterschool wordt ook getroffen. Gelukkig is Nieuwjaarsdag een vrije dag voor de scholen zodat er geen kinderlevens te betreuren zijn. In het woonhuis van de garage laat echter mevrouw Kramer-Leeuwestein het leven.

Geschiedenis-2706Spoorbrug opgeblazen
Doordat er geen treinen meer rijden en de spoorbrug zodoende haar functie heeft verloren, blazen de Duitsers de spoorbrug op. Dit om de opmars van de Geallieerden te stuiten. De overspanning van de brug is grondig vernield. Alleen de middelste boog blijft staan om de doorvaart mogelijk te houden. Dit in verband met de toevoer van voorraden.

In de Biesbosch
In de Biesbosch gebeurt intussen ook het een en ander. Dit gebied tussen bevrijd en bezet Nederland kent veel onderduikers. De daar wonende landbouwers en veehouders vormen een zeer welkome steun. Geschiedenis-2707De K. P. (Knok Ploeg) Sliedrecht, een ondergrondse verzetsorganisatie, vindt in het waterrijke gebied een onderkomen. De Knokploeg heeft het vooral gemunt op Duitsers die in de Biesbosch verdwaald of gedeserteerd zijn. Deze worden gevangen genomen en aan de Geallieerden uitgeleverd. K.P – leden zijn vaak zelf onderduikers. Onderduikers die uiteraard van voedsel moeten worden voorzien. November 1944 komen er echter nieuwe bonkaarten in omloop. Voedsel is alleen op de bonnen te krijgen. Om aan de gewenste bonnen te komen besluit men een distributiekantoor te overvallen. Het Sliedrechtse post0kantoor wordt als doelwit gekozen. Daar worden veel bonkaarten buit gemaakt. Daarvan worden er 11.600 naar de Biesbosch gebracht.

Verzetsgroep Albrecht
Naast de Knokploeg is er de Crossploeg. Mensen die in de nachtelijke uren in de Biesbosch op verkenning uitgaan. Later krijgen ze de taak om verbindingen te onderhouden tussen de Geallieerden en het bezette gebied. Hiermee worden tientallen door de Duitsers gezochte personen gered. Vanuit de Crossploeg wordt de verzetsgroep Albrecht gevormd. Via een zender wordt de nodige informatie aan het geallieerde leger doorgegeven. Op een oude stencilmachine worden vele blaadjes afgedraaid. Onder de bevolking van Sliedrecht en omstreken worden de geschriften verspreid door koeriers.
De bevolking weet zodoende hoe de strijd zich verder afspeelt.

Vooral bekend is de crossline van Sliedrecht door de Biesbosch naar bevrijde plaatsen als Drimmelen en Lage Zwaluwe. Langs deze weg kunnen geallieerde piloten, die hun vliegtuig boven Nederland hebben moeten verlaten, ontsnappen. Ook wordt een verbinding onderhouden tussen de B(innenlandse) S(trijdkrachten) en hun hoofdkwartier in Brabant en met de Geallieerden. Een leeuwenaandeel in de vele crossings neemt de Sliedrechtenaar Jan de Landgraaf voor zijn rekening. De Sliedrechtse verzetsstrijder J. Bakker, medewerker van de verzetsgroep Albrecht, werkende onder de schuilnaam Alblas, stippelt de route uit. De centrale figuur voor de crossers in Sliedrecht wordt D. H . van Gool. Hij regelt de tochten door de Biesbosch en is het contactadres voor de crossers.

Geschiedenis-2708Voor de eerste maal vindt een crossing over de Sliedrechtse route plaats op 10 januari 1945. De knecht op de Helsluis is hierbij een prima en betrouwbare hulp. Het crossen is een zeer gevaarlijke onderneming. Denk maar aan de patrouillerende Duitse stormboten. Een overtocht kan alleen bij een bewolkte hemel gemaakt worden. Verder speelt het getijde een rol. Met eb gaat men van huis en met vloed dient men terug te keren naar de woonplaats. Zoveel mogelijk van de stroom gebruik maken en zo weinig mogelijk lawaai maken bij het roeien is het credo. De vraag om mensen naar het zuiden over te zetten groeit met de dag. Naar belangrijkheid wordt gekeken bij voldoen van de aanvragen.

Geschiedenis-2709Molendijk 16
Bertus van Gool woont in het fraaie herenhuis op Molendijk 16. Deze woning zal later nog drie jaren als baggermuseum dienen. Tijdens de oorlog is het een belangrijk doorgangspunt. Het dient als het eindpunt van de koerierslijn over land en als het beginpunt van de crossline over water. In een verborgen schuilplaats onder het huis bevinden zich de eerder genoemde zender, een radio, een berichtenarchief en een voorraad wapens. Een andere bekende Sliedrechtenaar in het verzet is Jan Jasper Volker (bekend als Zwarte Jan). Op 5 mei 1945, de dag van de bevrijding, vindt de laatste crossing plaats. ’s Avonds op 4 mei is de melding van de overgave van de Duitse troepen bekend geworden.

Een plaatselijk nieuwsblad beschrijft die gebeurtenis als volgt:
‘Wij waren door dit overweldigend nieuws beduusd. Holland vrij! Verlost van tirannen! Het nieuws verspreidde zich die avond als een lopend vuurtje door onze gemeente. Het oranje werd voor den dag gehaald. Zingende mensen trokken al spoedig voorbij. En uit het raam kijkende zagen we de vreugdelichtkogels aan het front in het zuiden ontbranden.
Die avond werd nog hier en daar het zo geliefde rood wit en blauw uitgestoken. Verlossing! Uit Meijers muziekhandel (nu staat er de Geschiedenis-27010Zoutstoep flat) klonk het Wilhelmus!’ Echter de Duitse soldaten blijven nog in Sliedrecht. Waarschuwingen gaan uit om maar vooral niet te provoceren. Er zijn Duitsers die dreigen handgranaten door de ramen te werpen. Pas enkele dagen later komen de eerste geallieerde militairen in Sliedrecht. Grotere plaatsen verdienen de voorkeur om de Duitse soldaten te dwingen de omgeving te verlaten. Groot is de vreugde als ook hier de laatste Duitser afgemarcheerd is. Een zee van vlaggen en klokgelui begeleidt de Duitsers die te voet of met paard en wagen worden afgevoerd. Voorlopig nemen de Binnenlandse Strijdkrachten het heft in handen. Landverraders onder de dorpsgenoten worden opgepakt. In de roes van de bevrijding worden daarbij soms wel enige fouten gemaakt.

Op 20 november 1945 gaat de zaak van S. H. den Hartog weer open. Dochter Ro den Hartog heeft als onderduikster in Amsterdam de oorlog overleefd. Zij zet de zaak van haar vader voort. Voor de synagoge op de Kaai is voorlopig geen toekomst meer. Het leeggeroofde gebouwtje wordt een opslagplaats. Burgemeester Ir. H. Popping is weer terug in functie. Er ontstaat na de oorlog al snel een discussie rondom zijn persoon. In 1946 treedt de burgemeester af. Hij vertrekt uit Sliedrecht en overlijdt op hoge leeftijd op de Veluwe. De nieuwe burgemeester is J. H. Winkler. Hij wordt op 16 maart 1947 geïnstalleerd.

Bronnen:
“De Tijd van Toen” van Ir. W. Bos Jzn.
“Sliedrecht in Oorlogstijd” van J. A. Batenburg