Om kosten te besparen zouden wij het op prijs stellen, als wij uw e-mailadres krijgen om de nieuwsbrief in het vervolg per mail te kunnen sturen. U kunt uw e-mailadres dan sturen naar het secretariaat: KLIK HIER.
Bij voorbaat dank.
Om kosten te besparen zouden wij het op prijs stellen, als wij uw e-mailadres krijgen om de nieuwsbrief in het vervolg per mail te kunnen sturen. U kunt uw e-mailadres dan sturen naar het secretariaat: KLIK HIER.
Bij voorbaat dank.
Met ditmaal in het nieuws:
1. Rabo ClubSupport 2023.
2. Raadhuis 100 jaar en braderie.
3. Dagreis.
4. Contributie.
5. Op zoek naar verhalen, herinneringen of interessante artikelen voor het Periodiek.
6. Schenkingen
Deze huizen zijn ontworpen door architect Nieuwpoort en gebouwd in de jaren 1930 voor de woningbouwvereniging ‘Beter Wonen’; boven de woningen Piet Heinstraat 12-14 zit een jaarsteen.
Eén van de eerste huizen aan de Merwedesingel, gebouwd in 1928; de voordeur is gesitueerd in de Piet Rijsdijkstraat.
Het aan de rivier de Merwede gelegen pand is gebouwd in 1929 en heeft tot 2022 dienst gedaan als restaurant; in het begin was het tevens een hotel.
Dit was het schoolmeestershuis, oftewel het huis van de bovenmeester, behorende bij de Julianaschool.
Deze christelijke school is in 1939 gebouwd en heette de Julianaschool.
In de oorlog moesten alle namen, die met het Koninklijk huis te maken hadden, van naam veranderen. Over de naam ‘Julianaschool’ werd een plank aangebracht en heette de school ‘De planken school’.
Aparte bouwstijl; de eigenaar destijds van dit huis zat tijdens WO 2 in het verzet, hetgeen herkenbaar was (en nog is) aan het oranje blokje in het bovenste gedeelte van de ronde erker.
In dit gebouw was vroeger de bakkerij van de Coöperatie gevestigd, die in Sliedrecht een paar winkels had.
Later heeft hier Elektrotechnisch bedrijf Verhoef gezeten, waarvan de hijsbalk aan de zijkant van het huis is overgebleven.
Gebouwd in 1916 was dit het eerste pand dat gebouwd werd op de Oude Uitbreiding en is tot op de dag van vandaag een café; de bovenverdieping was vroeger een foyer, nu woonhuis.
Dit markante gebouw is in 1926 geopend als de bioscoop van Sliedrecht.
Dit rijksmonument is als Raadhuis gebouwd in 1923; in de westvleugel was het politiebureau gevestigd; de 2 lantaarns naast de ingangsdeur zijn in 1948 geschonken door 3 Sliedrechtse scheepswerven en de 3 gebrandschilderde ramen in de trouwzaal zijn toen geschonken door 5 Sliedrechtse baggerondernemingen.
Opvallend is de bewerkte stenen bovenrand van het huis en de bewerkingen rondom de voordeur.
Let op de jaarsteen uit 1924, voorstellende de boeg van een schip met aan weerszijden een ankerketting.
Dit woonhuis is gebouwd in 1916 en was tot 1960 de burgemeesterswoning.
Dit gerestaureerde pand was het kantoor van het Gemeentelijk Electrisch Bedrijf in Sliedrecht en is gebouwd in 1915.
Op de zuilen van het toegangshek tot de begraafplaats is vermeld het jaar 1885.
Dit gebouw behoorde als aula bij de begraafplaats; nu een bedrijfspand.
De ingang naar de begraafplaats lag vroeger aan de Stationsweg, recht voor de aula.
Sinds 1919 staat hier de rooms katholieke kerk; eerst als houten gebouw en sinds 1948 een stenen gebouw.
Het station heeft dienst gedaan van 1885 tot 1985; daarna een centrum voor startende ondernemers en sinds 2002 restaurant Heeren van Slydregt.
Het perron heeft nog alle detaillering van de 19e eeuwse spoorwegbouw, zoals de gietijzeren zuilen waarop de overkapping rust.
Op de bovenverdieping woonde de stationschef en op de begane grond waren links en rechts de wachtkamers voor resp. 1e klas en 2e klas reizigers.
Deze boerderij is een rijksmonument en is eveneens een Volker-boerderij, gebouwd in 1911 maar is inmiddels omgebouwd tot 2 woningen.
De Kivitshoeve is eveneens een Volker-boerderij, gebouwd in 1906.
Markante woning, gebouwd rond 1900 en staat bekend als het huis met het torentje.
De Lenahoeve is één van de weinig overgebleven boerderijen en is een Volker-boerderij, herkenbaar aan het zig-zag patroon van de letter AV (Adriaan Volker) in de dakpannen.
De school dankt zijn naam aan het blauwe verfwerk en stond bekend als school 5; gebouwd in 1939.
Rijk uitziend dijkhuis uit 1890 met rechte daklijst; bewerkte voordeur met in het bovenlicht een levensboom.
Eenvoudige dijkwoning gebouwd in 1890 met een rechte daklijst en bovenlicht.
Dit gebouw was bekend als de Hervormde Kapel ‘Tolsteeg’, waar op zondag kerkdiensten werden gehouden.
Woonhuis met rechte daklijst en bovenlicht; de achtertuin grensde vroeger aan het Klein Diep.
Rijksmonument en voormalig woonhuis van Adriaan Volker (1827-1903).
Rijksmonument uit 1860; was ooit het kantoor van baggermaatschappij Adriaan Volker; thans in gebruik als archief en kantoor van het Nationaal Baggermuseum.
Rijksmonument uit 1885 en voormalig woonhuis van de familie Volker, een bekende naam in de baggerwereld; thans in gebruik als Nationaal Baggermuseum sinds 1976.
Woonhuis, gebouwd rond 1875.
‘De Wilgenhorst’, gebouwd rond 1880, is tijdens de 2e wereldoorlog het centrale punt geweest van de liniecrossers, zoals de inscriptie in het bovenlicht laat zien. Bewoond geweest door de familie De Jong, bekend van de griend- en hoepelcultuur.
Achter deze woning ligt de bekende tuin van Nieuwpoort, die hier gewoond heeft en als architect heeft hij veel huizen in Sliedrecht ontworpen.
Het Naber orgel is in gebruik genomen op 2e Kerstdag 1852.
Het oudste Rijksmonument in Sliedrecht; de fundering is ca. 1000 jaar oud; hoogte van de toren met spits is 30 meter.
Gebouwd in 1853 als het eerste Raadhuis in Sliedrecht, tot 1923; sinds 1964 is het Sliedrechts Museum hierin gevestigd; hiernaast stond het kantongerecht, dat gebouwd is in 1884; dit gebouw is onderdeel geworden van het Sliedrechts Museum en vormen dus samen één geheel.
Gebouwd in 1885 als woonhuis van de toenmalige burgemeester Van Haaften. Diverse bekende Sliedrechtse families hebben daarna dit huis bewoond.
534 is onderdeel van een 2-onder-1-kap woning en gebouwd in 1915 voor de bekende familie Bos, één van de grondleggers van baggerbedrijf Boskalis.
Gebouwd rond 1880 als notariswoning; heeft lange tijd dienst gedaan als pastorie van de Chr. Geref. Kerk; op het dak 2 ossenogen.
Woonhuis gebouwd rond 1880 en heeft lange tijd dienst gedaan als dokterswoning en pastorie; op het dak 2 ossenogen.
Rijk uitziend dijkhuis, gebouwd rond 1880; houten daklijst met gegoten consoles, balkonhek en siermuurankers; heeft lange tijd dienst gedaan als pastorie van de Hervormde Gemeente.
Dijkhuis/stoephuis gebouwd rond 1850 met rieten kap.
Dit woonhuis is een Rijksmonument en is één van de oudste woningen in Sliedrecht; bouwjaar rond 1830; in bovenlicht een rijk bewerkte levensboom met hieronder een balk met mooi houtsnijwerk. Een bovenlicht in een huis betekent hoge plafonds in het huis.
Voormalig schoolhuis behorende bij de Vakschool voor Meisjes, die hier achter gestaan heeft. Bouwjaar rond 1900.
De Synagoge is in 1845 gebouwd. In 2002 is de synagoge geheel gerestaureerd en ca. 100 meter westwaarts verplaatst naar de huidige locatie als gevolg van de dijkverzwaring in de jaren negentig van de vorige eeuw.
In het Hebreeuws staat er boven de deur: In het huis des Heeren zal men ingaan met feestgedruis.
Monumentenroute in Sliedrecht
De route is 14 km lang en kan zowel lopend als fietsend gedaan worden. U kunt deze op diverse plekken inkorten door hiervoor zelf een keuze te maken.
De route voert u langs alle rijks- en gemeentemonumenten; Sliedrecht telt 8 rijks- monumenten en 43 gemeentemonumenten.
Onderweg zult u ook beeldbepalende monumenten tegen komen, maar deze zijn niet in de lijst opgenomen. Veel beeldbepalende monumenten zijn te vinden op Rivierdijk-West.
De route is samengesteld in het jaar 2023.
Route-omschrijving:
Deze maand in de nieuwsbrief:
U kunt de Nieuwsbrief mei 2023 HIER Downloaden.
Deze maand in de nieuwsbrief:
U kunt de Nieuwsbrief maart 2023 HIER Downloaden.
Deze maand in de nieuwsbrief:
U kunt de Nieuwsbrief februari 2023 HIER Downloaden.
Bron: Ab v Gool, zoon van ex-crosser Bertus v Gool
Op een dinsdagavond in februari zouden wederom een groep Nederlandse jongens de stoute schoenen aantrekken om van het bezette gebied uit zichzelf te gaan bevrijden. Een van hen, een lange, donkere jongeman had pas op het laatste moment besloten om mee te gaan, zodat er met haast het een en ander klaar gemaakt moest worden.
Het vetrek was voor hem vastgesteld om kwart voor zes. Gelukkig werd dit wegens het weer uitgesteld tot de volgende dag. Nu was er tijd om alles klaar te maken en goed te regelen en om niet te vergeten verloofde en moeder gerust te stellen, die begrijpelijkerwijze tegen het plan waren. Maar na lang wikken en wegen was ook deze hindernis uit de weg. De volgende avond, woensdagavond, stonden op de plaats van inscheping 5 jonge mannen en een van het ander geslacht te wachten op het grote moment, het moment waar allen zo naar verlangden en toch ook weer tegen op zagen. Wat zou er met hun gebeuren, zouden ze werkelijk het bevrijde gebied bereiken of zouden ze in handen vallen van hunne vijanden, waar ze juist voor wilden vluchten? Lang tijd om hierover te denken was er niet, want de schipper gaf het bevel “Aan Boord”! Na een kort afscheid waren allen in de boot en werd hun een plaats aangewezen met de opmerking dat zachtjes praten een eerste vereiste was en roken absoluut verboden. De boot werd los gegooid, laatste handdrukken en daar ging het. Het avontuur tegemoet.
Langzaam zakte de boot de rivier af, tot de ingang van de Biesbosch breikt werd. Een laatste blik op het zo gevaarlijke en toch vertrouwde Sliedrecht; toen de sluis door en daar zaten ze nu, van alle kanten omringd door riet en nog eens riet.
Inmiddels hadden 3 andere boten zich bij hen gevoegd, zodat het konvooi nu uit 4 boten bestond met elk 6 á 7 man aan boord; alle vastberaden en besloten om de vrijheid op te zoeken. Na een afgesproken plaats bereikt te hebben, werd hier gewacht. Er werd beraadslaagd en er werden bevelen uitgedeeld door de commandant aan de diverse schippers en na maansondergang klonk het bevel tot vertrek. Een voor een vertrokken de boten. Daar ging het de Nieuwe Merwede op, de stroom zou de boten spoedig meeslepen. Maar oh, wat een golven en wat een witte koppen. Dat zou nog erger worden verderop met zo een storm. Totdat opeens een luid commando klonk: “Alle boten terug, onverantwoordelijk”. Wat is dit nou, gaat het niet, moeten ze nu weer naar hun dorp terug? Weer in gevangenschap? Inderdaad, ze moesten allen weer naar de plaats van samenkomst terug. Daar werd de verdere nacht doorgebracht tot ‘s morgens 6 uur.
De 4 boten verspreiden zich, elk naar hun plaats van inscheping.
De lange jongeman uit boot nr.3 was bijna radeloos, wat nu te doen, weer terug gaan naar zijn moeder en verloofde betekende dezelfde scenes als de vorige dag, Hij wist, dat hij dan nog op groter tegenstand zou stuiten bij een nieuwe poging.
Dan maar niet terug naar huis. Een zijner vrienden, de schipper van de boot, die de situatie begreep, nodige hem uit die dag bij hem te blijven, hetgeen natuurlijk met vreugde aangenomen werd.
Zijn donkere ogen begonnen weer te glinsteren na de teleurstelling van de afgelopen nacht. ‘s Morgens in alle vroegte klopten zij aan de deur van de woning van den schipper. Daar moest natuurlijk het een en ander verteld worden, totdat er eindelijk besloten werd om nog een paar uurtjes te gaan slapen. De dag passeerde verder zonder bijzonderheden. ‘s Avond werd er weer afscheid genomen, maar toch niet zo als die vorige avond. Het was net of de stemming anders was.
De afvaart begon in de mist, dus niet erg hoopvol, maar het kon immers heel goed na een paar uur opklaren. Weer kwam boor nr.3 op de afgesproken tijd bij het rendez-vous aan. Hier was echter niets te zien van de andere boten. Zouden ze niet komen wegens de mist? Na een uurtje wachten werd er echter riemengeplas gehoord en inderdaad, daar waren ze. Een boot ontbrak er nog. Terug gekrabbeld, angst gekregen? Maar neen, na een half uurtje kwam ook de laatste boot aan. Deze had in de zware, dikke mist de ingang van de Biesbosch niet dadelijk kunnen vinden. Deze vertraging was niet erg, want zolang de mist bleef, kon er toch niets van doorvaren komen, tenminste wat de Nieuwe Merwede betrof. Er werd weer naar de ingang van deze rivier geroeid, Na hier enkele uren gelegen te hebben, steeds maar in de mist, die door de warmste kleren heentrekt, werd er gevraagd, of er nu gevaren zou worden of niet. Ja, wat te doen, bij zo een mist, zonder kompas. Boot nr.3 had geen schipper, die met zijn ogen dicht de weg wist te vinden, zodat dat onverantwoordelijk was. De andere boten wilden wel gaan. Dus wat te doen? Boot nr.3 besloot terug te gaan en verder even af te wachten, dus werden de riemen uitgelegd. Na honderd meter teruggevaren te zijn, leek de mist opeens dunner. “Draaien”, luidde het bevel van de schipper. Maar oh, waar even tevoren de boten lagen was nu niets meer te zien. Ze waren vertrokken!!
Zou boot nr.3 ook nog gaan? De mist was dunner maar niet weg. Ook deze tocht mislukte voor de mannen van deze boot weer. En maar goed ook, want na 5 minuten was de mist weer even dik als tevoren. Verstijfd van de mist en stijf van al de kleren, die hij droeg, lag de donkere jongeman op het stro in de boot, voorzover liggen mogelijk was met zoveel personen in een roeiboot. Al die kleren, ja, hij droeg 2 kostuums over elkaar, een overall, winterjas, 8 stel ondergoed, 2 overhemden enz. Dat was en eerste een vereiste voor de kou ten tweede mocht er zo weinig bagage meegenomen worden, zodat alles zoveel mogelijk aan het lichaam aangetrokken moest worden.
‘s Morgens, dus vrijdagochtend, keerde de boot voor de 2e maal naar Sliedrecht terug. Nu werd de moed langzamerhand een beetje opgegeven, vooral omdat boot nr.3 alleen achtergebleven was. Het plan werd geopperd om een ervaren schipper te pakken zien te krijgen dan ‘s avond een 3e poging te wagen. Weer mocht de jongeman bij zijn vriend de dag doorbrengen.
Toen daar opnieuw het hele verhaal gedaan moest worden, kwam ook de vraag naar een ervaren schipper voor de dag. En daar was uitkomst, want de vader van den huidige schipper was bereid om deze functie over te nemen. Een man van 63 jaar, daar konden de jongens zich wel op verlaten. Goed bekend met het water. Nu was er niets meer wat de reis tegen kon houden, indien het weer het maar enigszins toeliet.
Geslapen werd er die dag verder niet. Nu was er weer hoop, vanavond moet het gelukken. En inderdaad ‘s avond was het helder weer, zelfs te helder, moed houden maar. Om 10 uur lag de boot weer bij de Nieuwe Merwede en waarachtig het mooie weer had er toe bijgedragen dat er nog meer boten klaar lagen. Nu werd de lust om te vertrekken zo groot dat ze niet eens konden wachten, tot de maan onder was. Zou het nu werkelijk doorgaan? Er hing een lichte nevel laag over het water, sterren aan de hemel, de maan ging langzaam onder en omstreeks half elf dreef boot nr.3 stroomaf naar de bevrijding. Nu werd het uitkijken en stil zijn. De mist werd wel dikker, maar de sterren bleven. Nabij de Kop van het Land, het gevaarlijke punt, was de schipper even in de war en geraakte te dicht onder de wal. Dit mocht niet, de boot moest midden op de rivier blijven. Vlak achter boot nr.3 kwamen er nog 2 andere boten, zodat er te veel boten bij elkaar waren. En op het zelfde moment klinkt het onheilspellende “Halt, Halt Halt” van den Duitsen post over het water. Vanzelfsprekend dekten allen in de boot, behalve de schipper die dapper “Fullspeed” doorroeide. Dit was dan ook juist op tijd want daar vielen de schoten al, maar de kogels floten vrolijk over de boot heen. Ondanks het verbod “Spreken Verboden” begon een der vrouwelijke reizigers te roepen en te jammeren. De lange jongeman die een der jongedames naast zich in de boot had liggen, haalde reeds de zakdoek voor de dag om daarmede de mond te snoeren, maar gelukkig, het was niet meer nodig. De stroom nam de boot snel mee en er vielen geen schoten meer. De mist had de boot gered en zou de Brabant-Vaarders nog een de reddende hand bieden.
Voordat er enkele minuten verstreken waren na de schietpartij, klonk opeens het gezoem van een motor over het water. De mannen van boot nr.3 keken naar links en daar passeerde op ongeveer 20 a 25 meter afstand de motor-patrouilleboot van de Moffen. Zij voelden zich reeds in het Duitse Concentratiekamp, het geluk was echter met hun. Twee der andere boten echter moeten minder gelukkig geweest zijn volgens andere Brabant-Vaarders, die achter de patrouilleboot 2 roeiboten gekoppeld gezien hadden Wat zou er met deze jongens gebeuren? Zij zullen geen Engels eten en Engelse sigaretten krijgen, misschien de kogel, de galg of in het gunstigste geval naar Duitsland.
Zo voer boot nr.3 in de steeds dikker wordende mist verder, totdat de schipper besloot even in het riet aan de kant te wachten en rustig uit te zoeken, waar ze op dat moment precies waren. Er waren namelijk enkele meningsverschillen hierover ontstaan, die in gebarentaal geuit werden. Na hier enige tijd gelegen te hebben en zich door middel van enkele sterren, die nog heel flauw te zien waren, georiënteerd te hebben, werd er besloten weer verder te gaan.
Het gekwaak van de eenden was reeds te horen en dat was het teken dat het einddoel in het zicht was, want nabij de eendenkooien moest men op zijn qui vive zijn, wat de juiste richting zou zijn om de zuidelijke wal op te zoeken. Inmiddels werd ook het ruisen als van een waterval gehoord, hetgeen betekende, dat de Moerdijk nabij was. Doordat deze opgeblazen is, en gedeeltelijk in het water ligt, maakt het met kracht tegen het ijzerwerk stromende water een dergelijk geluid. Zo werd dan de Zuidwal bereikt of was het juist de andere wal? De wal waar de Duitsers zaten of de wal der bevrijding. Afwachten, niet aan land gaan, wegens het gevaar voor landmijnen en er werd gewacht tot op een gegeven ogenblik riemengeplas gehoord werd.
Wat zou dit nu weer zijn? Vijanden of …… Vrienden.
Het antwoord kwam al heel gauw. Er werd geroepen: “Zijn jullie Hollanders” en het antwoord over het water was een uitbundig “Ja,ja, ja hier Hollanders” . Toen was ook voor de jongens van boot nr.3 het ogenblik gekomen aan het roepen te gaan en het tafereel wat in de boot plaats had is niet in woorden vast te leggen. De Brabant-Vaarders vlogen elkaar haast om de hals.
Ze hadden vrije bodem bereikt. Het laatste restje Vermouth dat een der mannen als hartversterking voor de zenuwen had meegenomen, werd nu in de boot op de goeie afloop opgedronken.
Daarna weer eens geroepen, maar het antwoord kwam nog van ver weg en luidde, dat ze maar naar de haven moesten komen.
Waar was echter die haven, ze mochten de wal nu nier meer loslaten, want zaten ze weer eenmaal uit de wal, dan konden ze wel eens juist bij de verkeerde wal terechtkomen dus dan maar wachten tot het iets lichter werd. Na zo een poosje gewacht te hebben en af en toe eens geroepen te hebben, bemerkte men opeens dat de boot gevaar zou kunnen lopen door het vallende water op de stenen vast te komen zitten. Dit mocht in elk geval niet gebeuren. Dan maar verder varen en de haven proberen te bereiken. Door steeds met een riem de wal aan te stoten, bleef de boot dicht onder de wal. Het antwoord op het roepen kwam al maar dichterbij, totdat op een gegeven moment het antwoord precies zuidelijk uit het land kwam en men tegelijkertijd geen stenen meer voelde. Dus dat moest de haven zijn en inderdaad het was zo. Na enkele ogenbikken stootte de boot tegen de steiger en vielen de jongens in de armen van enkele Hollandse soldaten en 2 Tommies. De Hollanders lieren de eer over aan de Tommies om hun eerst de hand te drukken.
De bagage werd onder uitbundige drukte ontscheept en zo stonden ze dan nu werklijk op Neerlands bevrijde bodem.
Okay!! Het woord, dat haast een stopwoord zou worden, klonk echt zo gezellig, toen alles klaar was.
Wat een vreemde gewaarwording. Jongens in het burger met een geweer net Landwachters, maar met een heel andere mentaliteit. Ze hielpen mee om de bagage te dragen, toen de jongens te voet naar de kazerne moesten. Hier was de verrassing nog groter, want wat hun daar allemaal te wachten stond, na alle meegemaakte spanning, koude en ontroering. Eten om van te watertanden en ze kregen het, zoveel ze maar wilden. En natuurlijk niet te vergeten, de eerste Engelse sigaretten en chocolade.
Er kwamen die nacht 41 Brabant-Vaarders veilig aan.
De verdere nacht tot ‘s morgens 9 uur werd doorgebracht met praten en eten, eten en nog eens eten.
Na even gefouilleerd te zijn, ging het te voet naar de Engelse kazerne, waar eveneens de bagage onderzocht werd. Vandaar werden ze door de gemoedelijke en beleefde Tommies in Jeeps geladen en ging het in sneltreinvaart naar Made, waar weer dampend eten te wachten stond. Na een kort verhoor ging het verder naar Breda in auto’s. Daar stonden diverse verhoren te wachten, totdat ’s avonds Tilburg bereikt werd.
De Kromhout-Kazerne. Hier had voor hun de naam Brabant-Vaarders afgedaan en waren ze “Line-Crossers”. Jongens, die door de linie gekomen waren en nu getest moesten worden of ze politiek betrouwbaar waren. Daar waren bekenden, die de vorige avond de tocht gewaagd hadden en ook goed overgekomen waren. Nu waren ze opgesloten in een kamp. Maar hoe? Goed eten en heel goeie behandeling, alleen ze mochten niet naar buiten en niet naar boven, want daar zaten de verdachten, collaborateurs enz. Zo was het dus zaterdagavond.
De volgende dag, zondag, kwamen de verhoren en dat was niet mis. De lange jongeman kreeg een verhoor van 2 uur lang. De tijd gaat dan echter zeer snel, want de doos met sigaretten staat steeds open voor het gebruik en voor de dames is er chocolade. Maandag weer zo’n dag, totdat ‘s avonds om 5 uur de namen afgeroepen werden die mochten vertrekken naar Civil-Affairs. Enkelen moesten blijven als verdachten. Weer kwamen de militaire wagens voor en nu ging het de werkelijke vrijheid tegemoet.
Ze kwamen aan bij een schoenenfabriek in Tilburg en hier werden ze door de soldaten overgeleverd aan burgerlijke autoriteiten, aan de evacuatie-dienst. Oh, wat een verrassing, daar diverse bekende gezichten te zien, waarvan sommige zelfs in uniform. Het was daar een heel gezellige boel, piano-muziek en ‘s avonds filmvoorstelling. Het zou hier wel om uit te houden zijn.
Toen de bagage weg gebracht moest worden in een aparte zaal, hoorde de donkere jongen opeens zijn naam noemen en liep hij een heel goeie bekende tegen het lijf uit de Betuwe.
Thuis had hij en zijn familie zich al zo dikwijls afgevraagd, waar zouden ze toch zitten en nu een van hun hier. Toeval, Nederland is maar klein.
Hier waren ze met vele Line-Crossers gezellig bij elkaar. Kregen ze gratis eten en onderdak en alle inlichtingen, die ze nodig hadden om ieder zijn weg verder te kunnen laten gaan. De bediening bestond er uit meisjes, die dit mooie werk geheel belangeloos en uit liefdadigheid deden. Een woord van dank voor hen is hier werkelijk op zijn plaats.
Dit was het huis van gaan en komen, er kwamen nieuwe en er gingen er weg. Velen namen dienst als Oorlog-Vrijwilliger, anderen vonden werk. De lange, donkere jongen had de bedoeling naar Walcheren te gaan om deel te gaan nemen in de Droogmaking hiervan. Nadat hij ongeveer een week in de schoenenfabriek geweest was vertrok hij. Men kan daar toch niet altijd op een ander leven en verder niets doen. Hij was nu in Bevrijd-Nederland en wilde daarvoor gaan werken. Mocht dit echter niet gelukken, dan zou er altijd nog wel plaats in het leger zijn. Hij had hierover reeds inlichtingen ingewonnen.
‘s Maandags vertrok hij gepakt en gezakt, nieuwe avonturen tegemoet gaande, naar Walcheren.
Hij had zijn doel bereikt en had nu slechts te wachten op de bevrijding van het overige deel van Holland.
Zou hij lang moeten wachten?
Einde
Op de vrijdag 11 juni 2021 heeft de nieuwe burgemeester dr. J de Vries onze vereniging bezocht.
In het “Onderhuys” werd hij bijgepraat over onze Historische Vereniging en de samenwerking met De Stamboom en het Sliedrechts Museum. (HPS)
De burgemeester kreeg na afloop van deze ochtend het Sliedrechts Woordenboek mee.
Het Bestuur.
Klik op een foto voor een grotere afbeelding
U vindt 2 nieuwe boeken in ons webwinkeltje
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
Bijzondere woorden in het Sliedrechts dialect.
Het Sliedrechts dialect heeft (net als de dorpen in de omgeving) een heel rijke eigen woordenschat. Er komen daar veel woorden en uitdrukkingen voor, die je in de Van Dale tevergeefs zult zoeken. Ook zijn er nogal wat woorden die in het Sliedrechts een andere betekenis hebben als hun omschrijving in het Standaard Nederlands.
Hieronder een greep uit die rijke Sliedrechtse woordenschat, ondergebracht in thema’s en allemaal voorzien van een voorbeeldzin waarin het betreffende dialectwoord gebruikt wordt.
__________________________________________________________________
Spellechies
Afgooitolle. Aoichie is een pikeur met afgooitolle.
Een afgooitol is een zogenaamde werptol. Een min of meer peervormig model en van hout gemaakte tol waar een dun touw omgewikkeld werd. Met een snelle handbeweging werd de tol afgeworpen en het touw teruggetrokken. De kunst was om de tol zo lang mogelijk draaiende te houden. De tol had een metalen punt waar de tol op draaide. Vandaag de dag wordt dit spel niet of nauwelijks meer door de jeugd gespeeld. Misschien wel een idee voor het Baggerfestival: ‘Slierechs kampioenschap afgooitolle’.
Buutvrij, Lôôsie. In de Prutsebuurt kò je aarəg goed buutvrij doen. Want daer wazze een hôôp lôôsies.
Tegenwoordig noemt men dit ‘verstoppertje spelen’. Een buut is een mikpunt. Hierop moest worden aangetikt. Hoe ging dat ook al weer? In een groep werd afgeteld wie de buut was. De buut was niet alleen een speldeelnemer, maar ook een van te voren bepaalde plek waarop aangetikt moest worden. Degene die op de buut stond mocht niet kijken tijdens het verstoppen van de andere deelnemers. Daarna moest de buut gaan zoeken naar de verstopte deelnemers. Op het moment dat de buut iemand ontdekte moest men terug hollen naar de buut en deze aantikken, dat wil zeggen, de ontdekte persoon holde samen met de buut naar de plek waar de buut is. Als de buut aan het zoeken was, moesten de deelnemers ongezien naar de buut hollen, aantikken en ‘buutvrij’ roepen
Een lôôsie is een plek waar je je verstoppen kunt.
Voor ’t echie. We speule nou nie meer voor spek en bôône, we doen ’t nou voor ‘t echie.
Spelen voor het echt. Deze uitdrukking werd in Sliedrecht vroeger al gebruikt. Vandaag de dag wordt het vaker uitgesproken in Nederland. Soms zijn uitdrukkingen zoals ‘voor ’t echie’ een bepaalde tijd in de mode, zoals dat op dit moment het geval is.
Florse. De kaainder van hiernaest zatte nae die zwaere regenboi lekker in de plasse te florse.
Voor de uitdrukking ‘florse’ bestaat geen Nederlands woord. Het is puur ‘Slierechs’. De betekenis ervan is: ‘met water knoeien’.
Grondjieklaauwe. Ik doch dà jij al kon zwemme, maor volləges mijn bè je aan ‘t grondjieklaauwe.
Doen alsof men kan zwemmen. Een zwembeweging maken in ondiep water zolang met de voeten de grond geraakt kan worden.
Handjieraeje. In de kroeg wier d’r met handjieraeje bepaold wie d’r een rondjie mos geve.
Elke speler neemt 3 lucifers (of muntjes) in de linkerhand. Zonder dat de andere spelers dat kunnen zien, stoppen de deelnemers achter hun rug 1, 2 of 3 lucifers in de linkerhand. De vuist van de rechterhand met het gewenste aantal lucifers wordt gesloten op tafel gelegd met de nagels zichtbaar (sneetje boven). Stel: er zijn 3 spelers, dan kunnen er maximaal 3 x 3 = 9 lucifers in het spel zijn en minimaal 3 x 0 = 0. Speler 1 begint met raden: hoeveel denk jij dat er totaal in onze handen zit. Hij zegt 5, zelf heeft hij er 2, speler 2 zegt 6, hij heeft er 3 en speler 3 zegt 4, hij heeft er 1. Totaal zijn er dus 2 + 3 + 1 = 6. Dit betekent dat speler 2 het juiste aantal heeft geraden, hij hoeft dan niet meer mee te raden. De overige spelers gaan verder, net zo lang tot er 1 verliezer is en die moet een rondje geven.
Kaesiewege. Kijk toch is hoe handig die kaainder aan ’t kaesiewege zijn.
‘Kaes’ is kaas en ‘wege’ is wegen. Vroeger een spel van kinderen op straat. Met de ruggen tegen elkaar gaan staan en de armen verstrengelen en dan elkaar om de beurt optillen.
Neppe. Gijs Schallək kon goed neppe met d’n bal. Ze konne hum mêêstal nie houwe, want hij kwam d’r bekant aaltijd deur.
Passeerbeweging(en) maken bij het voetballen.
________________________________________________________________
Het weer
Brêêje waaind. Met ’n brêêje waaind, hè je kans op hôôg waoter, zeker as ’t ok nog giertij is.
Doorgaans een noordwesten wind. Een windrichting die het water opstuwt tegen de Nederlandse kust. Afhankelijk van de maanstand , kan er een springvloed ontstaan.
Bubbeltjies op ’t waoter. As t’r ’s zeumers op ’t waoter of in de modder bubbeltjies komme, daolt ’t weerglas naer aander weer.
Luchtbellen op het water ziet men weleens in het voorjaar als plots een bui valt, in het begin met grote druppels. Wie in de meimaand in de polder fietst of wandelt kan dit verschijnsel in een sloot waarnemen.
Dêêmstig. Is ’t nou zô dêêmstig of is m’n bril zô onte (vuil)?
Heiig. Er hangt een floers van nevel over het land.
Droes in ’t waoter. D’r komt al droes in ’t waoter, as ’t zô deurgaot zal de rəvier eerdaegs wel zitte.
Beginnend grondijs in de rivier
Dubbeltjies ijs. As ie bij ’t dubbeltjies ijs ’n grôôte gasbel opzoekt, en je daer met ’n spijker ’n gaetjie in slaot, krijg ie ’n steekvlam, à je d’r ’n brandende lucifer bijhoudt.
Misschien wel een typisch Sliedrechtse uitdrukking. Het vroegere muntstuk van tien cent uit de tijd van de Nederlandse gulden, was een klein muntstuk. In sloten kunnen door moerasgas kleine gasbelletjes ontstaan die in het ijs te zien zijn. Vroeger, in de jaren vijftig, kon je ook voor een dubbeltje een ijsje kopen.
Glimmerties. As ie de ringe van ’t fərnuis ophaolde en d’r zatte glimmerties aan die van d’r plek gonge, kreeg ie binne vierentwintig uur regen.
Dit zijn nog gloeiende deeltjes roet die uit de schoorstenen van huizen kwam bij het oppoken van de kachel. Nog voor dat in Nederland het aardgas massaal werd ingevoerd, waren huizen voorzien van een op kolen gestookte kachel. In de jaren zestig van de vorige eeuw werden de kolenmijnen in Nederlands Limburg gesloten en werden huizen aangesloten op het aardgas.
Hordrôôg. ’t Is al weke lang zukke hordrôôge weer dat de grond geborste is van de drôôgte.
Het betekent kurkdroog Waarschijnlijk een verbastering van ‘gortdroog’ , waar net als in de Zeeuwse dialecten de –g- een –h- geworden is.
Hel. De zon schijn vəndaeg zôô hel, dà ‘k echt m’n zonnebril nôôdig het.
In het Sliedrechts dialect wordt het woord ‘hel’ gebruikt in de betekenis van ‘fel’. Mogelijk een afkorting van ‘helder’. Aan boord van schepen, in ieder geval aan boord van sleephopperzuigers, wordt het magazijn in het voorschip de ‘hel’ genoemd.
Glippe. As de hiele en de vreef và je schoene gonge glimme en glippe kreeg ie ’s aanderendaegs regen.
Met ‘glippe’ wordt in dit geval slippen bedoeld.
Klotse aa je klompe. Moeder waorschauwde ons, dà me niet te grôôte klotse onder ons klompe mosse laete komme, aanders kò je je bêêne wel-is breke. Plakkende sneeuw onder aan je klompen. In de tijd dat veel mensen nog op klompen liepen, kon het in de winterdag bij sneeuwval gebeuren dat de sneeuw in dikke lagen onder aan de klompen bleef plakken. Dit veroorzaakte onregelmatig lopen en bevorderde de kans op vallen.
Kouwchie waaind. Met dà kouchie waaind en ’n staertie van de vloed haole me Slierecht nog wel voor d’n donker met de zaailbôôt.
Briesje, een zachte maar frisse koele wind. In feite is dit een term uit de koopvaardij; een gewone zeeterm voor wind. Een briesje kan oplopen tot een fikse of stijve bries.
Nippig koud. Jij mè je: “ ’t is nie koud. Ik vingk ’t aanders nippig koud, daerom gao ‘k from (terug, weerom) om ’n troi aan te trekke.
Met deze uitdrukking wordt ‘vinnig koud’ bedoeld. ‘Vinnig’ betekent ‘scherp’ of ‘bijtend’.
Schaelijk zonnechie. Dà schaelijk zonnechie kon wel-is ’n flinken boi oplevere.
Felle zonneschijn tussen de buien door.
Sliedrechtse taalverschijnselen opzoeken
In 2006 verscheen een woordenboek van het Sliedrechts dialect, getiteld SLIERECHS VAN A TOT Z (ruim 8500 lemma’s). U kunt dit woordenboek inzien op deze website. Dit woordenboek is geconstrueerd vanuit een Exel database van het Sliedrechts dialect.
Een database die tot op de dag van vandaag nog steeds bijgewerkt wordt. Maar er is veel meer uit die database te halen. Alle Sliedrechtse taalverschijnselen kunnen nl. apart opgezocht en afgedrukt worden.
Desgewenst kunnen we u (zonder kosten) het Exel databestand van het Sliedrechts dialect toesturen; vergezeld van een handleiding hoe die taalverschijnselen te selecteren en uit te printen. Een mailtje naar pietpols@gmail.com is voldoende. Laat hem dan s.v.p. even weten hoe u het ontvangen wilt: per mail. op CD of op een USBstick
Hieronder een kort overzicht van de taalverschijnselen die te vinden zijn in de database.
ə woorden met een een stomme e, fəsoen.
j d = j, gleeje
eu oo = eu, zeun
oi ui = oi troi
v w = v vrat
-n verdwijnende n, aaigelijk.
-t verdwijnende t, aeverechs.
omme komme = komen
ulle schullep = schulp
urre durreps = dorps
zie horlozie
Alle woorden en uitdrukkingen hebben ook een thematische aanduiding gekregen.
Bijvoorbeeld, uitdrukkingen over geld en handel kunnen zo getoond worden. Je vindt ze in kolom A onder een zoekletter. Thema’s zijn:
a Arbeid,Werken.
b Boerenbedrijf.
c Gereedschap en keukengerei.
d Dieren
e Eten en drinken.
f Beroepen.
g Geld en Handel
h Het weer.
k Kleding.
l Lichamelijk
m Mensen.
n Sliedrechtse namen.
n at Natuur.
o Aan de waterkant.
q Uitstapjes.
r Kerk en geloof.
s Sport en spel.
t Tijd en plaats.
u De rest, niet in te delen.
v Vervoer, transport.
w Wonen.
Het Sliedrechts dialect heeft honderden woorden en uitdrukkingen die in vergelijkbare SN-vorm niet in de Van Dale voorkomen, of die een andere betekenis hebben dan het vergelijkbare SN-woord. Deze interessante taalschat is echter goed te traceren, omdat ze allemaal met een voorbeeldzin in kolom M van de database staan.
Eerst even een breed verspreid misverstand rechtzetten:
Dialect is geen slordige verbastering van het Standaard Nederlands (SN). Het is bijna andersom. Het Standaard Nederlands is pas in de 16 e eeuw door taalkundigen geconstrueerd, omdat er toen behoefte was aan een eenheidstaal voor regeringsdocumenten en de Bijbelvertaling. Dialecten zijn de oorspronkelijke en authentieke taalvormen van ons land.
Dialect is veel meer dan ‘plat praote’ Het is een rijk cultuurhistorisch taalfenomeen.
Ons Sliedrechts dialect heeft een eigen woordenschat, eigen spreekwoorden, een eigen grammatica en een eigen typische zinsbouw.
Hieronder meer daarover.
Een eigen woordenschat
Het Sliedrechts heeft veel woorden die je tevergeefs in de Van Dale zult zoeken.
Zoals bijvoorbeeld:
Deemstig – nevelig, heiig.
Kwisbille – onrustig heen en weer lopen.
Rêêpe – hard werken.
Aorig – vreemd, zonderling.
Bunzig – afkerig, bang.
Ieverstaer – ergens.
Jôôke – jachtig werken.
Onterik – viezerik:
Oprêêje – opruimen.
Gaerze – Rennen.
Een andere woordenschat
Het lijken herkenbare woorden, maar toch staan ze niet in de Van Dale. Soms ook woorden die uit het SN verdwenen zijn, maar die nog wel leven in ons dialect, zoals bijvoorbeeld:
Hekse – knieholtes.
Vaareke – stoffer.
IJzig – eng, angstig.
Bosse – een schatting maken.
Klaphekke – kletskous.
Lillijkers vange – geërgerd kijken.
Laerze – veel drinken.
Spreekwoorden en zegswijzen
Enkele voorbeelden:
‘t Mot eerst warre, wil ’t rêêje. – Pas als de boel behoorlijk in het honderd gelopen is, komt er klaarheid.
De lucht veraaremoeit. – Er komen steeds meer donkere wolken opzetten.
Ze wier mè blek en vaareke naegetrommeld. – Men was blij dat ze ophoepelde.
De zon schijnt de pitte in de grond. – Felle zonneschijn.
Om krôôsies gaon. – Kapot gaan.
Hij ziet de lucht voor kemijnekaes aan. – Hij is helemaal in de war.
Een verhaol deur ’n laokese bril bekijke. – Met een korreltje zout nemen.
Grammatica
Ons dialect kent strenge grammaticale regels die door iedere dialectspreker, zonder dat men het zich bewust is, moeiteloos toegepast worden
Naamvallen
De oude naamvalsvormen met -e- of -s- zjn in het Sliedrechts nog volop in gebruik.
We geve Wimme een boek en Annies een bos blomme (meewerkend voorwerp, 3 e naamval).
Hè jij gistere Moeders en Janne nog gezien ? (lijdend voorwerp, 4 e naamval).
Pseudo-dialectsprekers zeggen soms: Moeders zat lekker TV te kijke. Dat is helemaal fout. ’Moeder’ is hier onderwerp, dus 1 e naamval. Dan komt er nooit een -s- achter. Goede dialectsprekers zullen deze fout nooit maken.
Is dat sleepbôôtjie van Volkere of van Prinsies ? (2 e naamval).
“Naer voorene met dien bal!” brulde de trainer.
Ze liep van bovene naer beneejene.
Dienen oto ? Diene fiets? Is dat d’n humme of d’n heure? Of is tie van heullies? Is ’t heulliezen oto? Heullieze fiets?
Dà ’s Janne pet. Miene jas. Huibpies otoped.
Allemaal naamvallen in het Sliedrechts.
Verkleinwoorden
Verkleinwoorden in dialect zijn geen slordige verbastering van het Nederlands zoals sommigen wel menen. Integendeel! Het zijn heel typerende taalvormen, die strakke taalkundige regels volgen. Het Sliedrechts heeft verkleiningsuitgangen die verschillen van het Standaard Nederlands. Hierna volgen ze:
kje = ksie: koeksie, haeringksie.
tje = chie: sleechie, mouwchie, CDchie, ballechie.
dje = jchie: brôôjchie, draejchie.
tje = echie: hielechie, trulechie.
je = jie: putjie, handjie.
pje = pie bezempie, zêêmpie.
tje = tie jaertie, pooortie.
Meervoudsvormen
De meervouds -n- valt gewoonlijk weg.
Mooier zijn meervoudsvormen zoals: Wà voor aaier (eieren) wil jij? Wittes of bruines?
en: Die kaainder (kinderen) wille gêên klaaine aerepel (aardappels), maor grôôtes.
De klinkers
Kinderen die goed Sliedrechts spraken, hadden een voorsprong bij het taalonderwijs.
Zij hadden geen enkel probleem met het verschil tussen: -auw- en -ou- of met -ei- of -ij- (korte of lange ei-ij). De -auw- is in het Sliedrechts -aauw-, met een lange -aa- klank. Bijvoorbeeld: blaauw, gaauw, kaauwe, maauwe, raauw. De -ou- blijft als de Standaard Nederlandse -ou- uitgesproken. Bijvoorbeeld: hout, koud, mouw, nou, stout of zout.
Een soortgelijk klankverschil doet zich voor bij de -ei- en -ij-. In het Sliedrechts klinkt -ei- als -aai-, dus ook met lange -aa- klank. Bijvoorbeeld: braaie (breien), haai (hei), klaainighaaid, maaid (meid), vriendelijkhaaid. De Sliedrechtse -ij- ligt dicht bij de Nederlandse uitspraak. De kindertjes schreven dus moeiteloos: blij, dijk, fijn, strijkijzer, wijnazijn, zwijn.
Ook de oude spelling van één of twee -(o)o-’s was voor een vroegere generatie geen probleem op school. Als je in het Sliedrechts een –ôô- uitsprak (zoals die in hoor, koor, door klnkt), bijvoorbeeld bij woorden als: bôôte, grôôte, kôôle (kolen, groente), pôôte (poten, voeten) of slôôte (sloten, watergang), dan schreef je automatisch: booten, groote, koolen, pooten en slooten.
Hoorde je in het Sliedrechts echter een open -oo- klank, zoals in: kole (steen)kolen, ope (open), slote (sloten, meervoud van slot), gezope of gebroke, dan schreef je een enkele –o-, zoals later de algemene spelling werd.
Bovengenoemde verschillen in uitspraak gaan terug op oudere vormen, voordat ze in Nederland zijn gaan samenvallen tot één klank.
Maar het Sliedrechts heeft ook nog een aantal andere klanken. Denk maar eens aan de -aa- . Bijvoorbeeld in de zin: Vraeg is aan Aorie Baers hoe laet ’t lêêg waoter is in de haove. Of wat dacht u van: In ’t begin van de week zette moeder ’t vuilste wasgoed in de wêêk. Of woorden als: waarek, kaarek, boi (bui) en kroiwaoge.
Het is mogelijk om alle woorden met een bepaald taalverschijnsel op te zoeken in onze database. U wilt bijvoorbeeld weten welke verkleinwoorden in het Sliedrechts de uitgang -chie- hebben. Of welke woorden een -ae- klank. Of welke meervoudsvormen eindigen op -er-. Kijk dan onder de knop TAALVERSCHIJNSELEN OPZOEKEN op deze website.
We hebben een nieuw artikel in ons webwinkeltje.
Een RFID Pasjeshouder: Berg je pasjes veilig op!!
Om ze te gebruiken, druk op de knop en tot 5 kaarten komen getrapt uit de houder.
Verkrijgbaar in de kleuren Rood en Grijs. De prijs is € 5,– per stuk.
Zie ook het dialectverhaaltje in de Merwestreek van 17 juli.
Vrijdagmiddag 5 juli 2019 vond de heropening van het Sliedrechts Museum plaats. Het museum is verbouwd en er is achter het museum een nieuwe aanbouw gerealiseerd, waar de Genealogische Vereniging “De Stamboom” en de Historische Vereniging samen met het Sliedrechts museum een nieuw onderkomen hebben gekregen.
Na enkele toespraken van Ad van Willigen (voorzitter van het Sliedrechts Museum) en Gerrit van Dijk (Voorzitter Stichting Vrienden van het Sliedrechts Museum) was het woord aan Zwanie Erkelens (voorzitster van Genealogische Vereniging De Stamboom). Door haar werd een gerestaureerd schilderij met daarop Pieter Visser (1798 – 1868) aangeboden aan het museum. Daarna hield Burgemeester Bram van Hemmen een toespraak. De burgemeester had nog een verrassing voor Dhr. Laurien Pijl (Penningmeester van de Stichting Vrienden van het Sliedrechts Museum), die namens de koning lid werd in de orde van Oranje Nasau.
Burgemeester Bram van Hemmen knipte samen met museum voorzitter Ad van Willigen een lint door met een ouderwetse schaar, die een beetje bot was.
Zaterdag 6 juli 2019 was de druk bezochte open dag, gratis toegankelijk voor het publiek.
Vanaf nu is het museum weer tijdens de gebruikelijk openingstijden te bezoeken.
Het Sliedrechts Museum is vanaf zaterdag 6 juli 2019 weer geopend voor publiek. De verbouwing is klaar en de Genealogische Vereniging “De Stamboom” en de Historische Vereniging Sliedrecht hebben inmiddels hun intrek genomen in de nieuwbouw van het museum.
De officiële opening voor genodigden is op 5 juli 2019 en zal verricht worden door burgemeester Bram van Hemmen.
Op 6 juli houden de Stamboom – HVS en het Museum (tezamen HPS) open dag van 11:00 tot 17:00 uur. Met diverse aktiviteiten en presentaties presenteren de leden van de HPS zich en kunt u een kijkje nemen in het museum en de nieuwbouw.
Na de pauze van de jaarvergadering werd afscheid genomen van Wout van Rees als bestuurslid en penningmeester. Wout werd door voorzitter Peter Bons bedankt voor zijn inzet in de afgelopen 15 jaren en werd benoemd tot Erelid van de Vereniging.
Na de toespraak van Peter Bons werd Wout verrast door de binnenkomst van zijn familieleden en bekenden, in het kielzog van Burgemeester van Hemmen van Sliedrecht.
De Burgemeester hield een toespraak met hier en daar een kwinkslag. Het uiteindelijke doel van de komst van de Burgemeester was de mededeling dat het de Koning behaagd had Wout te benoemen tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau. Na het opspelden van de bijbehorende versierselen sprak Wout op zijn eigen wijze een dankwoord. Na afloop was er voor de aanwezigen gelegenheid om Wout en zijn vrouw Joke te feliciteren.
Het digitale Fotoarchief Sliedrecht, een samenwerking tussen de Gemeente Sliedrecht en de Historische Vereniging Sliedrecht, heeft sinds kort een nieuwe domeinnaam. De website is nu hier te vinden: https://historie-fotoarchiefsliedrecht.nl