10 – De scholen aan het begin van de 20e eeuw

Een nieuwe school aan de Boslaan
De school nabij de Boslaan (De Bossche school) kwam in 1903 gereed. De oude Maranathaschool werd in hetzelfde jaar gesloten. Met de komst van de school bij de Boslaan diende een nieuwe nummering te komen. Zo werd de Groeneveldeschool nu school I, de school bij de Boslaan school II, de school in het oostelijke deel van de Kerkbuurt werd school III, de school bij de kerk heette school IV en de school op Baanhoek was school V.
Voor school II (De Groeneveldeschool) betekende de opening van de nieuwe school een grote verandering. Het personeel bleef op de vertrouwde plaats werkzaam. Wel waren zij voortaan verbonden aan school I. Het grootste deel van de leerlingen verhuisde echter naar de school aan de Boslaan, waar ook een aantal leerlingen van de school van de heer Disselkoen (school IV) werd geplaatst. Van school III werd een twintigtal kosteloze leerlingen verplaatst naar andere scholen. Op school I werden de leerlingen van de voormalige Maranathaschool geplaatst. Het personeel van deze school gaf in ‘ t vervolg les aan de Bossche school, school II. Het hoofd van de school, de heer T. Hoekstra, was zeer tevreden met het nieuwe onderkomen. Hij constateerde met genoegen dat het gebouw uitstekend voldeed. Ook de verwarming liet in de voorbije wintermaanden niets te wensen over. Het personeel sprak waardering uit voor de nieuwe werkomgeving, waar het in de “frissche lokalen het zooveel prettiger en dus beter lesgeven is.” Aan de school werd een zevende leerkracht toegevoegd, waarmee ook het hoofd van deze school weer ambulant werd.

Schoolbehoeften
Vaak lezen we dat de scholen geen mogelijkheden zagen om te komen tot een inrichting van een schoolbibliotheek. Pas in 1903 werd voor het eerst een kleine bibliotheek aan school II geopend. Het bedrag waar de hoofden van scholen mee moesten rondkomen was dan ook geen vetpot. De scholen I, II, IV en V ontvingen per leerling f 0,80 per jaar. Voor school III was dit bedrag f 1,90 per leerling per jaar. Nuttige handwerken was een duur vak. Per vrouwelijke leerling werd voor alle scholen een bedrag van f 0,50 beschikbaar gesteld.

School-1001
Schoolklas met schoolhoofd Disselkoen van school IV

Ambtsjubilea
Op 1 november 1904 was de heer Disselkoen 25 jaar hoofd der school, waarbij hij bedacht werd met ene bloemenhulde. Een maand later vierde de heer Groenevelt zijn 40-jarig jubileum als hoofd van de school, waarbij hij door de Commissie gecomplimenteerd werd.
In dit jaar werd ook het vak gymnastiek op school I en V ingevoerd, hoewel de omstandigheden in de open lucht op stoffige speelplaatsen niet gunstig waren. We laten dan de wintermaanden en de regenachtige dagen nog maar buiten beschouwing.

Geschuif met leerlingen
Een pluspunt was de daling van het aantal leerlingen per klas. Deels werd dit bereikt door de herplaatsing van de leerlingen over de scholen na de opening van de Bossche school en mede werd het verwezenlijkt door het overplaatsen van leerkrachten naar de scholen I en II van de scholen IV en V.
Overigens had de overplaatsing ook een schaduwzijde. Leerkrachten kregen steeds leerlingen van andere scholen voor hun neus. Leerlingen met geheel verschillende achtergronden. Uiteenlopende leeftijden tussen de negen en dertien jaar in klas 4 waren geen uitzonderingen. Getracht moest maar worden om er weer een eenheid van te smeden. Geen gemakkelijke opgave. Nadat in 1905 het achtste lokaal van de Bossche school in gebruik was genomen bij de aanstelling van een extra leerkracht en de schoolhoofden van de scholen IV en V een klas toegewezen werd, was daarmee uiteindelijk de wens van de afdeling Sliedrecht van de Bond van Onderwijzers werkelijkheid geworden. Van de aanwezige lokalen werd optimaal gebruik gemaakt en het ambulantisme was redelijk teruggebracht.
Het besluit werd met de volgende woorden begroet: “Wij zijn ten zeerste ingenomen met het feit dat hij, die de beste leerkracht moet zijn, zelf klassenonderwijzer is.” Het leidde wel bij ziekteverzuim tot het naar huis sturen van leerlingen.

Schoolverlaters
Het is wel aardig om eens te bekijken waar de schoolverlaters van school III in 1905 terecht kwamen. Vijf meisjes verlieten de school in de loop van ’t jaar 1905 wegens volbrachte schooltijd. Twee daarvan bezochten de normaallessen te Sliedrecht, de andere drie waren in huishouding werkzaam. Eén jongen (uit de 7e klas) ging een ambacht leren, één jongen ging naar de Ambachtsschool te Dordrecht, één meisje naar de Industrieschool te Dordrecht, twee leerlingen vertrokken naar een lagere school te Dordrecht, vier leerlingen verhuisden naar andere plaatsen, één jongen ging naar de H.B.S. te Dordrecht, één jongen naar ’t Gymnasium te Dordrecht. Van deze leerlingen hadden er zes de 6e schoolklas niet doorlopen, n.l. de vier die verhuisden en de twee die naar een lagere school in Dordrecht vertrokken. Eigenlijk een mager resultaat als met de opzet van de school, opleiding voor H.B.S. e.d. in aanmerking neemt.

Geen lieverdjes
Niet altijd is sprake van volgzame, lieve, oplettende kinderen. In het jaarverslag over 1905 van school 4 lezen we: “De vijfde klasse telt 54 leerlingen, waarvan 24 al eens zijn blijven zitten en 12 meer dan eenmaal. Naast leerlingen, die den 13-jarigen leeftijd reeds hebben volbracht of dien voor 1 april zullen bereiken, zitten kinderen van 10-jarigen leeftijd. De oudsten zijn de domsten en de ondeugendsten. Het werken in deze klas eischt de uiterste inspanning en als de namiddagles dan nog gevolgd wordt door een gymnastiekles is de onderwijzer gewoon “op”.
Een nog erger geval speelde zich af op school II, waar een leerling een bron van last voor de onderwijzer en een gevaar voor de medeleerlingen was. Hoewel het hoofd op verwijdering aandrong en plaatsing op een tuchtschool, werd aan het verzoek geen gehoor gegeven. De vrees leefde dat het verwijderen van de knaap een voorbeeld voor anderen zou kunnen zijn. Wie zich maar steeds lastig, brutaal en onhandelbaar zou opstellen, zou zich daarmee een mogelijkheid scheppen om aan de leerplicht te ontsnappen……. .

Het jaar 1906
Een aantal feiten en gebeurtenissen betreffende het jaar 1906 waren o.a.:
* De opening van de derde christelijke school op 1 april 1906, wijk C 163, kostte de openbare scholen IV en V diverse leerlingen. Een feit waarmee men niet ingenomen was, maar dat wel mede de oorzaak was van minder volle klassen. * De prijzen voor getrouw schoolbezoek worden vervangen. Immers schoolbezoek was een plicht geworden en diende niet langer beloond te worden. Naast getrouw schoolbezoek zouden voortaan ook factoren als vlijt, gedrag en vorderingen mee gaan tellen. Een en ander diende per 1 april 1907 in werking te treden.

* Bij de schoolcommissie leeft de wens uit te breiden tot zeven leden om zodoende tot een betere werkverdeling te komen. Dit gebeurt een jaar later in 1907.

School-1002* Even leefde het idee in 1906 om een aantal klassen in te richten speciaal voor “achterlijke” kinderen. Na overleg met deskundigen bleken de “achterlijken” niet echt achterlijk te zijn en kon elk kind op de eigen school blijven. * Op school IV is de bekende leesmethode van Hoogeveen ” Aap, Noot, Mies”, in gebruik.

* Problemen waren er volop. Bijvoorbeeld rond de zeer verschillende methoden die op de scholen werden gebruikt. Onder andere bij verhuizingen en overplaatsing van leerlingen kwamen deze aan de orde.

* Het verschillende tijdstip van toelating op de scholen gaf eveneens stof tot overdenken. Sommige scholen telden over een periode van 6 jaar acht groepen en andere weer zes groepen, enz.

* Eerste aanzet tot sparen (enkele kinderen) voor een gezamenlijk schoolreisje naar Den Haag en Scheveningen met 20 kinderen o.l.v. onderwijzer Runge.* Minder enthousiasme om schoolverslagen te maken bij het personeel, daar de moed verloren gaat als men geen resultaten ziet bij vorige gedane wensen… .

* Trouwens, de heren hoofden van scholen blonken ook niet uit in hun berichtgeving. De Commissie bericht aan het College van B & W: “Wat de verslagen der H.H. Hoofden betreft, moeten wij U mededeelen, dat zij wat inhoud en zaakrijkheid betreffen, niet vooruitgegaan zijn”.

* Een feit dat toegeschreven werd aan het afschaffen van het ambulantisme, waardoor de controlerende rol minder mogelijk was geworden.

* De roep om centrale verwarming wordt hoorbaar. Vooral voor school I, grootendeels bevolkt met de slechtst gevoede en gekleede kinderen, diende de centrale verwarming tot aanbeveling.

* Het publiek is intussen op de hoogte dat slaan van de kinderen niet langer toegestaan is. Graag wordt dit feit aangegrepen om een onderwijzer aan de schandpaal te nagelen. De Commissie besluit echter voortaan alleen maar schriftelijke en ondertekende voorvallen, waarbij zichtbare tekenen van mishandeling kunnen worden getoond in behandeling te nemen.

Het jaar 1907
* De wens om te komen tot gelijke schooltijden voor alle scholen en een gelijk leerplan leeft sterk bij de commissie. Men wenste meer eenheid in methode en leerplan, zodat overplaatsingen en verhuizingen met minder problemen zouden kunnen verlopen.

* Ook de schoolopziener was hiervan een voorstander. Deze wenste voor alle scholen:
1. een zelfde schooltijd;
2. een zelfde leerplan;
3. zoo min mogelijk verplaatsing van leerlingen;
4. dat de leerlingen gelijkmatig over de scholen zouden worden verdeeld;
5. dat zooveel mogelijk éénzelfde methode zou worden gevolgd;
6. dat Commissie en B & W door bezoeken zich zouden overtuigen van de vorderingen der leerlingen.

* Aan de wensen van de schoolopziener kon niet worden voldaan daar de heren schoolhoofden zich met de punten 1, 2 en 4 niet konden verenigen. Punt 3 zou een zaak van B & W moeten zijn. Wellicht zou het verdwijnen van de 8-klassige scholen de hoofden van gedachten doen veranderen. Besloten werd de scholen 1 en 2 weer terug te brengen naar zes klassen van 12 maanden i.p.v. de acht klassen van 9 maanden. Het cursusjaar werd zodoende met 3 maanden verlengd van 1 januari 1908 tot 1 april 1908. Rond de methoden waren en bleven de meningen van de hoofden sterk verdeeld, een invoering van één leerplan zou al heel wat moeilijkheden kunnen opheffen. Op school hebben de onderwijzers zelfs voor de verschillende groepen andere schrijfmethoden voorgeschreven gekregen door het hoofd.

School-1003
Schoolklas school II met de heer Steijnis

* De Commissie voelt veel voor het opnieuw gedeeltelijk invoeren van het ambulantisme op school II, IV en V. Tijdelijk zou een onderwijzer aangesteld moeten worden voor de drie scholen.

Geen rozengeur, maar … een mesthoop
* De gedeeltelijk overdekte speelplaats van school I was eindelijk bestraat, maar werd niet schoongehouden en was daardoor sterk vervuild.* Met de verwarming was ’t in deze school nog knudde. Slechts 2 dagen waren de lokalen van school 1 in de voorbije winter goed verwarmd als gevolg van het stoken van cokes. Een geslaagde proef die echter niet werd doorgezet. De kinderen in de laagste 4 klassen hadden vaak zoveel last van de rook, dat ze telkens naar buiten moesten in de erge kou.

* In school V was het al niet veel beter. In groepjes dienden de kinderen zich bij de kachel hun verkleumde vingers te komen warmen.

* School II was drie weken gesloten i.v.m. difteritis.

* School III bleef zorgen baren. De bevolking heeft geen vertrouwen in ‘ t onderwijs.

* De schoolreis school IV was doorgegaan. Voor het volgend jaar stond een uitstapje naar Arnhem en Nijmegen op het programma.

* De speelplaats van school III mag de naam van schoolplein niet dragen. Er is in de steeg zo’n sterke luchtzuiging dat het er altijd waait. Als er bijna geen wind was tochtte het er nog. Indien men opzettelijk versnelling van de luchtstroom had willen verkrijgen, had men ’t niet beter kunnen doen dan in de stoep het schuurtje en de beide bergplaatsen te bouwen. Een wens was de tuin tegenover de school in te richten als plein.

* Een mesthoop stinkt zo erg naast een klassenlokaal van school V, dat de ramen niet open gezet kunnen worden. Inheemse westenwinden! Leerlingen van deze school moeten zelf soms leermiddelen kopen zoals griffels, veren, gom, e.d. Een stoel en lessenaar blijven vrome wensen, evenals schoolvergaderingen. Het plein van school V werd ook gedeeltelijk bestraat.* Urinoirs blijven op vele plaatsen stinken..

Een leerling in het kolenhok
Op een buitengewone vergadering van de schoolcommissie (1907) moet een leerkracht zich verantwoorden voor een tegen hem ingediende klacht. Een vader had beweerd dat zijn zoon onwaardig behandeld was door de onderwijzer. Het kind zou zijn opgesloten in ’t kolenhok van de school.
De onderwijzer deelde mee dat de leerling in zijn klas was geplaatst zonder daartoe bekwaam te zijn, hij was erg achterlijk, zelfs door het geven van privaatlessen was ’t aan ’t hoofd van de school niet gelukt de jongen lezen te leren. Daarbij was de knaap erg lastig en ongezeglijk, zodat de onderwijzer zich nogal eens driftig maakte tegenover de jongen, die het zelfs in de klas andere leerlingen lastig maakte.
Het was daarbij voorgekomen dat de jongen uit de klas was verwijderd en enige tijd in de gang stond, waarna hij later weer binnen werd geroepen. ’t Was ook voorgekomen dat wanneer hij de jongen riep deze uit ’t kolenhok kwam, wat zich aan ’t einde van de gang bevond, doch nimmer had hij de jongen in genoemd hok geplaatst Integendeel, hij begaf zich soms vrijwillig daarheen.
Een paar malen was ’t gebeurd dat de jongen, na in de gang te zijn geplaatst, naar huis was gegaan en dan door vader of moeder weer naar school was gebracht.

Een rokende leerling
De commissie kreeg wel meer klachten te behandelen. Zoals de zaak tegen een leerkracht die een jongen zodanig had geslagen dat het kind blauwe plekken op het zitdeel had gekregen.
De voorzitter der commissie, tevens arts had zich overtuigd van de ernst der zaak. De onderwijzer bekende dat hij de leerling moedwillig een klap had gegeven, terwijl hij surveilleerde op het plein. De leerling zou zeer lastig zijn. Straffen hielp niet. Het gebeurde had plaats omdat de jongen een pijp rookte op het plein. Hij had hem al herhaalde malen een pijp afgenomen en er was vroeger al eens bijna een ongeluk gebeurd met een pijp en lucifers. Ook bleek de leerling andere jongens sigaren te hebben gegeven.
De onderwijzer werd te kennen gegeven dat hij de maat wel wat overschreden had, waarop hij verklaarde niet van de verordening op de hoogte te zijn. De verordening werd toegezegd en de onderwijzer werd te kennen gegeven zich voortaan van dergelijke straffen te onthouden …!