21 – Vereniging van het Christelijk Onderwijs

We richten ons voor de derde maal op de scholen van de “Vereniging van het Christelijk Onderwijs”.
Als bron gebruiken we de jubileum- uitgave, geschreven in 1993, door J. L. de Vries.
We eindigden de vorige maal met de zin: “Tijdens de algemene ledenvergadering van 15 april 1929 werd besloten een nieuwe school, de Prinses Julianaschool, te bouwen.

1930 – 1940
School-2101In 1930 werd de heer P. den Toom hoofd van de Veereschool. Hij bleef tot 1946, waarna hij hoofd werd van de Prinses Julianaschool tot 1963.
Met recht kan gesteld worden dat hij een belangrijke invloed heeft gehad op het onderwijsgebeuren binnen onze vereniging, maar ook in de Sliedrechtse gemeenschap.

Hij was:
* één van de oprichters van het CJMV Gebouw;
* kerkvoogd van de Nederlandse Hervormde kerk;
* voorzitter van de kiesvereniging CHU en
*lid van de commissie schoolverzuim.

School B 76 noemde men in het vervolg school B 133 (Wilhelminaschool).

Op deze school werkten naast schoolhoofd Den Toom de volgende de leerkrachten:
G. van Ballegooijen; A. Jongeneel; A. van Neutegem; K.L. Stam; G.B. van der Vlies en Th.G. van der Vlies.

School-2102In 1931 bouwde men aan de Merwestraat de Prinses Julianaschool voor de som van f 75.000,- en tevens nog f 9.000,- voor de daarbij horende schoolwoning. De heer Snijders ging van zijn school C46a, tegenover de Grote Kerk, later C12, naar de nieuwe school.
Julianaschool…

In 1932 verhardde men de Sliedrechtse dijk voor het eerst met asfalt. Dit gaf de schoolwerkvrouwen heel wat minder werk.
In dit jaar startte de eerste Christelijke bewaarschool in een lokaal van de Julianaschool met 40 kleuters.

Ondervraging
In 1938 was er een bespreking met de Chr. Gereformeerde Schoolvereniging. Men kwam tot overeenstemming een Chr. Gereformeerd onderwijzer te benoemen binnen onze vereniging en wel de heer De Vendt.

Uit de notulen van 7 maart 1938:
“Ds. Smits ondervraagt de heer De Vendt op principiële gronden; er wordt lang stil gestaan bij de mening van de heer De Vendt omtrent de kinderen des verbonds en of zij objectief of subjectief deel hebben aan dit verbond. “

In 1939 waren er van de 682 leerlingen 132 Chr. Gereformeerd.
In 1940 werden de verdere besprekingen met de Chr. Gereformeerde vereniging afgebroken, omdat er punten waren waarover men het niet eens kon worden. Dit ging vooral om de leer van de verkiezing of algehele verzoeningsleer. Veel Chr. Gereformeerd leerlingen gingen hierna geleidelijk over naar de Gereformeerde school (later Groen van Prinstererschool).

School-2103De oorlogsjaren 1940 – 1945
Welke scholen waren er:
* B 133; na de oorlog de Prinses Wilhelminaschool, hoofd de heer P. den Toom.
* C 143; na de oorlog de Prinses Beatrixschool, hoofd de heer T. Dek.
* De Prinses Julianaschool, met als hoofd de heer N. Desjardijn.

Plankenschool
Over de naam Prinses Julianaschool moest van de bezetter een plank getimmerd worden; om die reden werd in de volksmond over de “Plankenschool” gesproken. In 1941 vroeg het ministerie op te geven hoeveel Joodse kinderen er op school zaten. Het bestuur besloot hieraan niet te voldoen. Daar de gemeente wel opgave had gedaan werd na een hernieuwd bevel tot opgave overgegaan. Door het ministerie werd aanbevolen Duits te geven. Nagegaan moest worden welke Joodse boeken er op school waren.

In 1942 waren er langere vakanties in verband met een gebrek aan kolen. De kringleider van de NSB verzocht platen van de jeugdstorm te mogen ophangen in de scholen. Dit verzoek werd afgewezen.

In 1943 was er in verband met de oorlogstijd geen viering van het 50-jarig jubileum van de schoolvereniging. De Julianaschool werd gevorderd door de Duitsers voor de Kriegsmarine. De schoolkinderen werden over de andere scholen verdeeld.

In 1944 werden de scholen gedeeltelijk gesloten waardoor er maar zeer beperkt onderwijs gegeven kon worden. In de wintermaanden waren er bijna geen kolen meer zodat “vrij af’ gegeven moest worden. In de scholen B 133 en C 143 installeerde men gaarkeukens in verband met de algemene voedselverstrekking.

Klompen
Door het nijpend gebrek aan kousen en stopmateriaal mochten de kinderen van de bovenverdieping in school C 143 hun klompen aan houden, dit tot grote ergernis van het schoohoofd de heer Dek.

De bevrijding was op komst
De scholen werden in april 1945 weer ingericht voor gebruik. Er was veel oorlogsschade waarna er in de volgende jaren een schadeloosstelling volgde. Op 17 mei 1945 belegde het bestuur de eerste bestuursvergadering in vredestijd. Ds H.v.d. Akker las Psalm 28.

Na de oorlog 1945-1950
De vereniging had grote zorgen gekend. De verenigingskas was leeg. Omdat men niet conform de richtlijnen van de bezetter personeel had benoemd, waren de subsidies ingetrokken.

Aan de onderwijzers De Vendt en Struijk werd verlof verleend om hulp te verlenen aan de Binnenlandse Strijdkrachten.

School-2104
Juffrouw Hoeflaak
School-2105
Juffrouw Stam

 

 

 

 

 

 
* School Dek ( C143)
T. Dek, 53 jaar, C 141. Schoolhoofd.
A. C. Stuijk, 42 jaar, Rembrandtlaan 27.
W. den Braanker, 21 jaar, Kroonstraat 4.
G. van Meerkerk, 26 jaar, Oosterbrugstraat 37.
N. Vermeer, 36 jaar, Merwestraat 42.
I. A. H. Bergsma, 44 jaar, Oosterbrugstraat 35