30 – Winter 1954

Bron Digitale archief Gorinchemse couranten.

Een jaar na de Watersnoodramp van 1953 wordt ons land ‘getrakteerd’ op een ouderwetse strenge winter. Het gevaar van een overstroming bij een invallende dooi is niet denkbeeldig. Door kruiend ijs is dit gevaar zeker aanwezig! Op 4 februari 1954 komt Prinses Wilhelmina, tijdens een niet aangekondigd bezoek, bij de Tolsteeg naar het werk van de ijsbrekers op de Merwede kijken. Drie binnenschepen worden door de ijsbrekers uit het ijs verlost. Het zijn de Spanje, de Linge en de Spaarne en twee slepers van de rederij Haniël, eigenaar van de ingevroren schepen.
Geschiedenis-3001
De inwoners van Sliedrecht hebben vanaf de dijk een prima uitzicht! Rijkswaterstaat heeft een plan opgesteld om het ijs op de veiligste manier door ijsbrekers te laten te breken. Eerst zal men in de Nieuwe Merwede en de Boven-Merwede het ijs breken. Dit gebeurt vanaf Moerdijk. De ijsbrokken dienen weg te stromen, richting zee, via de Nieuwe Merwede! Pas later zal het ijs in de Beneden-Merwede gebroken worden.

De Prinses arriveert rond één uur per auto met de pont vanuit Dordrecht te Papendrecht. Bij de Tolsteeg verschijnt ze om half twee. Men is op die plaats bezig met het bevrijden uit het ijs van drie ingevroren rijnschepen. Al spoedig wordt de Prinses herkend. Talloze nieuwsgierigen komen op het bericht van het Koninklijk bezoek af. Burgemeester Winkler en de gemeentepolitie weten het publiek op de juiste afstand te houden. De Prinses kijkt vanuit haar auto naar het werk van de ijsbrekers. Onder luid applaus vertrekt de vroegere Koningin weer.

Geschiedenis-3002Terug in de historie
We schrijven januari 1954. De Merwede ‘zit’ en de eerste men-sen hebben al een tocht te voet over het ijs afgelegd. IJsbrekers hebben al een poging gewaagd om bij Werkendam door het ijs heen te komen, maar Gorkum en het eindpunt van de Beneden-Merwede is nog lang niet bereikt. De rivier zal nog wel even in de koude greep gevangen blijven…

Het komt in de geschiedenis meermalen voor dat zich drijfijs op de Merwede bevindt, maar dat men er over heen kan lopen komt minder voor. In 1917 is dat het geval en pas daarna gebeurt het in 1929. In dat jaar heeft de rivier een behoorlijk lange tijd onder het ijs vastgezeten. Op 11 februari heeft het zich gehecht en pas op 7 maart is er weer open water te zien. Bijna een maand heeft de Merwede toen ‘gezeten’.

Geschiedenis-3002aHet verloop in de maand februari 1929 is zeer vlot. Op 11 februari ‘zit’ de rivier en op 12 februari kan men er al overheen lopen! Op 14 februari worden er bij Gorkum voetpaden gelegd naar Sleeuwijk en Woudrichem. Zelfs auto’s gingen al spoedig over de ijsvlakte. De ijsdikte bedroeg gemiddeld 1,25 meter. Het heeft die winter bar hard gevroren. Van de 672 uren die de maand februari telt, vroor het 526 uur!

Geschiedenis-3003Ook in 1940 heeft de rivier ‘gezeten’, zij het slechts kort. In het begin van januari is er al drijfijs en na een korte periode van dooi, wordt de vorst hervat en het drijfijs wordt veelvuldig. Op 19 januari wordt het drijfijs zeer zwaar en de overzichten melden, dat op 20 januari reeds mensen te voet overstaken. Dit heeft niet lang geduurd. Op 25 januari verschijnen ijsbrekers, die echter zo langzaam en moeilijk opschieten dat als ze in de buurt van Vuren zijn, zij geholpen moeten worden door militairen met springstoffen om hun weg te kunnen vervolgen! Nadien heeft de rivier nog drijfijs gehad. Het is dan echter uitgesloten om een overtocht te doen. In de winter van 1942 was het weer prijs. Ook dan bedekt een dikke ijslaag de rivier. Dit gebeurt eveneens in de vorstmaanden van 1946/1947.

Op de Nieuwe Merwede al actief
In 1954 is dit ook weer wel het geval. De eerste voetgangers hebben de risicovolle tocht over de rivier al gemaakt! Tussen de aaneengevroren schotsen bevinden zich nog open gedeelten! Mensen begeven zich op de schaats op de rivier. Hoe lang het deze keer allemaal zal duren? We moeten de komst van de ijsbrekers afwachten. Wanneer en waar de rivier zal worden opengebroken is nog maar de vraag. Er wordt gemeld dat de ijsbrekers op de Nieuwe Merwede al actief zijn. Ze zullen nog zo’n zeven kilometer van Werkendam verwijderd zijn. De Beneden-Merwede is ook al voor een deel ijsvrij gemaakt daar er voor Dordrecht schepen liggen in gevroren.

Het kan echter nog wel even duren voordat al het ijs in de Boven-Merwede zal zijn verwijderd. De gemeentelijke veerdienst heeft een voetpad over het ijs aangelegd naar Sleeuwijk. Binnenkort is de overtocht te voet te maken! De veerpont is uiteraard uit de vaart genomen.

Zware ijsbarrières in de Merwede
De ijsbrekers die in dienst van Rijkswaterstaat op de Nieuwe Merwede werken, hebben opnieuw een poging gedaan om Werkendam te bereiken en ditmaal zijn zij er na een zware strijd in geslaagd om dit kritieke punt te bereiken. ’s Morgens om 10.30 uur zijn ze reeds op zeven kilometer afstand van deze plaats; het punt waar zij twee dagen achtereen moesten terugkeren. De vloot is nu versterkt met de Spitsbergen en ook de zware Siberië is weer present, maar de Canada laat nog verstek gaan wegens averij. De zes zwaarste schepen rukken op naar Werkendam, gevolgd door twee ‘En Avants’ die de schollen kleiner maken. Drie ijsbrekers blijven achter bij de Moerdijkbrug, om daar het vastraken van de ijsvelden te voorkomen.

Geschiedenis-3004Het is de zwaarste dag geworden voor de ijsbrekervloot. Op het punt bij Werkendam, waar de drie rivieren samenkomen, blijkt zich aan de zuidzijde een zware ijsdam gevormd te hebben, die de helft van de rivier in beslag neemt en zich over een lengte van een kilometer uitstrekt. De acht ijsbrekers hebben drie uur moeten zwoegen om deze muur van ijs te doorbreken. Men was er wel op voorbereid, dat het ijs hier zware tegenstand zou bieden, maar dit had men niet verwacht! Het is nu nog onmogelijk door te stoten naar Gorinchem. Op de terugweg stuit de vloot op weer zwaar opnieuw vastzittend ijs bij de Kop van ’t Land en het duurt geruime tijd eer hier de weerstand is overwonnen. Pas om zeven uur vaart men de haven van Moerdijk binnen. De bemanningen hebben het zwaar te verduren gehad en zijn dan ook doodmoe.

Geschiedenis-3005IJsdammen
“Een van de grote angsten van de bewoners van het rivierengebied was de ijsgang in de rivieren tijdens vorstperioden. Zware ijsgang en kruiend ijs konden immers veel schade aan dijken en bruggen toebrengen. Nog gevaarlijker waren de ijsdammen van soms wel 10 meter hoog die de afvoer van het water blokkeerden. Hierdoor kon het water achter de dam dramatisch snel stijgen en moesten de bewoners, voor zover mogelijk, een goed heenkomen zoeken. Hoewel ze meestal niet volkomen waterdicht waren, liep al bij normale watertoevoer het water voor deze ijsdammen vaak zo hoog op dat de dijken overliepen en doorbraken. Pas in de tweede helft van de negentiende eeuw werd een start gemaakt om de loop en de bedding van de rivieren drastisch te reguleren en te verbeteren. Het graven van de rivier de Nieuwe Merwede is hiervan een mooi voorbeeld.”

Sliedrecht moet geduld  hebben
Er wordt in totaal met veertien schepen gewerkt op de Nieuwe Merwede, de Boven-Merwede en De Waal. Een ploeg van zes opereert stroomopwaarts en een groep van acht schepen zorgt er voor dat het ijs rustig naar zee kan worden afgevoerd. Het is daarom noodzakelijk, dat het ijs in de Beneden-Merwede, dus van Hardinxveld tot Dordrecht, blijft ‘zitten’. Er is bij Hardinxveld-Werkendam een mooie bocht in het ijs ontstaan, waarlangs het ijs van bovenaf wordt afgevoerd naar de Nieuwe Merwede. Als deze bocht er uit zou zijn, dan zal het ijs rechtdoor willen gaan en onherroepelijk vastlopen. Als men de Beneden-Merwede ook zou openbreken, zal er te veel ijs langs Dordrecht worden gevoerd. Een opeenhoping zou ontstaan, die zeer gevaarlijk zou zijn. Tevens zou er dan geen scheepvaart van Dordrecht naar Rotterdam meer mogelijk zijn. Willens en wetens laat men de Beneden-Merwede dicht zitten.

Geschiedenis-3006Hetzelfde liedje
De vorst is zo hevig, zo hardnekkig dat de ijsbrekers er in de Nieuwe Merwede enkele dagen over hebben moeten doen om deze ijsvrij te krijgen. Telkens als zij ’s morgens uit de haven van Moerdijk varen, is de rivier weer dichtgevroren en kan men opnieuw gaan breken. Zo wordt enige malen Werkendam bereikt, maar verder komt men niet. Het is dan al weer tegen donker geworden, zodat de thuishaven Moerdijk weer opgezocht wordt. En de volgende dag is het dan weer hetzelfde liedje. Maar eindelijk is men dan toch doorgestoten naar Gorinchem! Het is ’s morgens nog erg heiig en met een verrekijker is er in Gorinchem nog geen spoor van de ijsbrekers te bekennen. Deze kunnen toch niet zo heel ver weg zijn. ’s Middags is er enig leven in westelijke richting te bespeuren. Even later doemen de boten uit de nevel op. De ijsbrekers zijn in aantocht. Velen willen het breken van het ijs zien. Van grote afstand worden de vorderingen van de boten gevolgd. Vooruit, achteruit, stukje vooruit… Zwaar slaan de schroeven door het water, ijsbrokken kapot beukend. Grote ijsvelden raken los en drijven van de rest westwaarts weg. Als de schepen zich tegen de avond afmeren, gaat er een hoeraatje op onder de toeschouwers. De bemanning is blij dat de bestemming Gorkum is gehaald. Anders zouden ze weer helemaal terug moeten gaan naar Moerdijk. Tussen de genoemde plaatsen is namelijk geen haven te vinden met genoeg diepgang! De volgende dag, zondag, wordt het werk voortgezet. Richting Loevestein gaat het. De ijsvelden worden in  brokken gesneden. Er zit goede vaart in het wegstromende ijs. Men kan de verschillende voetpaden, nog bedekt met zand en afgezet met palen, richting Nieuwe Merwede langs zien drijven.

Geschiedenis-3007Einde schaatspret
In Sliedrecht kan men nog enige tijd op de rivier schaatsen, maar … het einde van de winterpret nadert. Donderdag 18 februari wordt, na een stremming van 18 dagen, door de ijsbrekers het ijs gebroken. Na vijftien minuten is er alweer vaart op de rivier mogelijk. De natuur kent toch onnavolgbare krachten! Eerst de storm en het alles vernielende water in 1953; een jaar later de koude die een altijd maar stromende rivier in een vaste greep weet te houden.
Artikel bewerkt door Bas Lissenburg (december 2010)