Periodiek 1997-27

Periodiek 1997-26

Periodiek 1997-25a

Periodiek 1996-25

Periodiek 1996-24

Periodiek 1995-23

Periodiek 1995-22

Periodiek 1994-21

Periodiek 1993-20

Periodiek 1993-19

Periodiek 1992-18

Periodiek 1992-17

Periodiek 1991-16

Periodiek 1991-15

Periodiek 1990-14

Periodiek 1990-13

OVS

Periodiek 1989-12

OVS

Periodiek 1989-11

OVS

Periodiek 1988-10

OVS

Periodiek 1988-09

OVS

Periodiek 1987-08

OVS

Periodiek 1987-07

OVS

Periodiek 1986-06

OVS

Periodiek 1986-05

OVS

Periodiek 1985-04

OVS

Periodiek 1985-03

OVS

Periodiek 1984-02

OVS

Periodiek 1984-01

 

Dialectverhaaltjes 2019

 

Terug naar de vorige pagina

Eigenaardig toch die Nederlandse taal

Letter-YDe letter y wordt in het Sliedrechts dialect uitgesproken als een ‘ie’ klank, trouwens ook in het Nederlands. Overslydregt hoort uitgesproken te worden als Oversliedrecht. Het appartementengebouw Slijeborgh zou geschreven dienen te worden als ‘Slyeborgh’, en uitgesproken moeten worden als Sliejeborg. Zo ook de naam van het restaurant ‘Heeren van Slydregt’ behoort uitgesproken te worden als heren van Sliedrecht.

Bij het standaardiseren van de Nederlandse taal is de samenvoeging van de letters i en e als ie klank ingevoerd en kwam daarmee in de plaats van de letter y. Omdat veel namen de letter y bevatten, van voor de standaardisering, is de letter y uit ons alfabet nog altijd van toepassing en hoort derhalve als ie klank uitgesproken te worden.
Merkwaardig genoeg zegt men bij x, y, z, (spreek uit: iks, ei, zet), komt misschien wel omdat in dit geval de letter y een Griekse ei genoemd wordt. Terwijl combinatie van de letters i en j een lange ij genoemd wordt, kennen we ook de korte versie: ei. Eigenaardig toch die Nederlandse taal.

Slierechs aevendjie

In een overvolle zaal in de Grienden werd dit jaar het Slierechs aevendjie gehouden, georganiseerd door de Historische Vereniging Sliedrecht. Voor de pauze vervolgde Wout van Rees de reeks verhalen over de burgemeesters van Sliedrecht. Gevolgd door een film genaamd “Sliedrecht vanaf het water”, waarin Wout van Rees en Fred Stuij vanuit een bootje Sliedrecht vanaf de waterkant laten zien.

Na de versnaperingen in de pauze hield Piet Pols zijn dialectverhaal. Daarna stond een quiz op het programma, echter al bij de 2e dia werden we verrast door bijzonder bezoek. Sinterklaas en zijn Hoofdpiet hadden dit jaar een stoomboot eerder genomen en brachten nu al op, 15 november, een bezoek aan het Slierechs aevendjie. Door de aanwezigen werden een aantal  sinterklaasliedjes gezongen, voor de duidelijkheid werden de teksten op de wand geprojecteerd.

Een aantal mensen werden door de Sint naar voren geroepen en vriendelijke toegesproken. Ook Wout van Rees en Remco van de Ven moesten bij de Sint komen maar die waren plots verdwenen.

Gelukkig hoefde niemand in de zak mee naar Spanje.

De boot lag alweer klaar en de Sint en zijn Piet vertrokken, nadat zij aan een ieder een lekkernij hadden uitgereikt.

Een leuke avond, voor wie het gemist heeft, volgend jaar is er weer een Slierechs aevendjie.

Historisch Kerkarchief Hervormde Gemeente Sliedrecht voor een ieder te raadplegen

KerkTerwijl de Hervormde Gemeente Sliedrecht een hedendaagse kerkelijke gemeente is en zich ook nadrukkelijk naar de toekomst richt, blijft haar band met het verleden bestaan op dezelfde historische plek in het hart van Sliedrecht. Deze band heeft zijn weerslag in haar historisch kerkarchief. Dit archief afdoen als een hoop oud papier met voor nu nog nauwelijks toegevoegde waarde, zou het tekort doen. Het is naast hetgeen de gemeenteleden met hun persoonlijk geloof bewaren in hun hoofd en in hun hart, het enige dat nog getuigt van wat in generaties met vallen en opstaan is opgebouwd tot de kerkelijke gemeente die deze nu is, en verdient alleen al om die reden respect.

De geschiedenis van het archief, waarvan het oudste stuk teruggaat tot het nationale Rampjaar 1672, kent een woelige periode. In 1984 werd begonnen met de uiteindelijke ordening en vond het een voorlopig definitieve plaats in een kleine ruimte in het deel van het huidige dienstgebouw bij de Grote Kerk dat oorspronkelijk als kosterswoning diende. De bewaar- en beheeromstandigheden waren zodoende van het begin af aan verre van ideaal: de ruimte kon niet worden geventileerd, de temperatuur kon er niet constant worden gehouden, de deur was niet brandvrij, en ooit stroomde door een lekkage-incident zelfs water de ruimte in tot onder de stellingkasten. Inmiddels groeide het archief binnen deze ruimte sowieso uit zijn jasje. Noodzakelijke herziening van de eigen archiefrichtlijnen was aanleiding voor het College van Kerkrentmeesters om de mogelijkheid te onderzoeken van een overdracht aan het regionaal archief te Dordrecht, waar inmiddels al meerdere kerkelijke archieven uit de omgeving berustten. De afgegeven garanties voor professioneel behoud en beheer en de mogelijkheid om het archief onder professionele begeleiding tijdens ruime openingstijden open te stellen voor een breder publiek, zijn voor de algemene kerkenraad aanleiding geweest om enige tijd geleden tot overdracht van het archief tot het jaar 1975 te besluiten. Het gaat hierbij om een bruikleen. De oudste delen hebben betrekking op een periode dat kerkelijke en burgerlijke zaken meer met elkaar waren verweven. Een ieder die om welke reden dan ook interesse heeft in de geschiedenis van Sliedrecht en in het archief van de plaatselijke Hervormde Gemeente, is van harte welkom hierin onderzoek te doen in het regionaal archief te Dordrecht. Alleen aan bepaalde delen zijn om redenen van privacy inzagevoorwaarden verbonden. Hiervan kan in bijzondere gevallen echter worden afgeweken na gemotiveerde aanvraag bij het College van Kerkrentmeesters. Voor bezoekersinformatie en de inventaris van het kerkarchief zie www.regionaalarchiefdordrecht.nl (inventarisnummer 1277).

 

[Bijschrift bij foto;]

De Grote Kerk naar schatting 1865-1866. Daarmee is dit de oudste foto van de kerk en mogelijk zelfs van geheel Sliedrecht, wat is af te leiden aan de bijzondere schuur rechts op de voorgrond, opmerkelijk gesitueerd half op de dijk, hoogstwaarschijnlijk een zogenaamde ‘vloedschuur’ voor opslag van hooi voor het vee bij hoog water. In het midden voor de kerk een van de eerdere pastorieën met daarachter de aanbouw met de toenmalige kerkelijke vergaderlokalen.

 

Facebookpagina HVS kent 5400 leden …

Nieuwe mijlpaal bij Facebook pagina Sliedrecht Toen en Nu HVS

Wellicht is het U ontgaan, maar de Facebookpagina Sliedrecht Toen en Nu HVS heeft een nieuwe mijlpaal bereikt. Enige tijd geleden meldde zich de 5400ste deelnemer aan. Zij kunnen nu met al de anderen genieten van de foto’s van Oud-Sliedrecht en het hedendaagse dorp. Had u er nog geen kennis van genomen? Wellicht het moment om u aan te melden. Ga naar de genoemde Facebookpagina en binnen de kortste tijd kan ook u genieten van de foto’s!

Excursie naar Museumwerf te Vreeswijk

Op zaterdag 15 september bracht een aantal leden van de Historische Vereniging Sliedrecht een bezoek aan de Museumwerf te Vreeswijk en ’s middags stond een rondvaart door de Utrechtse grachten op het programma. Mede door het fraai nazomerweer was het voor de deelnemers een leerzame en gezellige dag. Zie de foto’s en de videofilm die deze dag gemaakt zijn!

Lezing over de Museumwerf in Vreeswijk

Museumwerf VreeswijkDe Historische Vereniging Sliedrecht (HVS) organiseerde een lezing over de Museumwerf in Vreeswijk op donderdag 6 september in de aula van het Grienden College in Sliedrecht.

Eind 19e, begin 20e eeuw ontstond door de groeiende economie een toenemende vraag aan bouwstoffen zoals zand en grind. Het winnen van deze materialen werd met de hand uitgevoerd met een (bagger) beugel. Ook het lossen van de lading ging met handkracht met behulp van manden en kruiwagens. Door de diversiteit aan winplaatsen van zand en grind, speelde de binnenvaart steeds een belangrijke rol.

Kenner bij uitstek is Ko Blok. Hij presenteerde de lezing “Zand, Grind en de Historische Binnenvaart”.

 

 

De Joodse Bruiloft

JoodseBruiloftIngezonden door Kees van der Sluijs

Beste mensen,

Graag maak ik jullie als mogelijke belangstellenden attent op het recent verschijnen van een boek naar aanleiding van de vondst van een indrukwekkende film van een Joodse bruiloft in april 1939 te Leeuwarden. Het grootste gedeelte van de bruiloftsgasten werd slechts enkele jaren later vermoord in de vernietigingskampen.

Zie – onder andere – https://historiek.net/joodse-bruiloft-koffer-vol-oorlogs…/…/, waarop ook de mogelijkheid om de film zelf via YouTube te bekijken.

Hoewel het met name een Joodse familie uit Leeuwarden betreft, heeft dit boek een Sliedrechtse connectie. De moeder van de bruid, Til(ly) Schenk (1892-1953), gescheiden echtgenote van de Fries-Joodse lompenhandelaar Mozes Dwinger (1886-1942), overleefde de oorlog namelijk door drie jaar lang onder te duiken bij de familie J. Hus in de nog altijd bestaande woning met het huidige adres Molendijk 210 te Sliedrecht. In het boek wordt aan haar en haar onderduik in Sliedrecht en kort voor en tijdens de bevrijding in de villa aan Kerkbuurt 110 te Papendrecht, in een apart hoofdstuk aandacht besteed. Tevens wordt Sliedrecht genoemd in het hoofdstuk gewijd aan haar zoon Alex Dwinger, die met zijn moeder in Sliedrecht werd herenigd nadat hij terugkeerde uit Duitse krijgsgevangenschap, waar hij zijn Joodse identiteit had weten te verbergen. Voor de onderduikfamilie Hus zie http://www.alblasserwaard-genealogie.nl/. Drie nog levende dochters van het echtpaar Hus-Mes hebben gegevens aangedragen.

Ik leverde tevens materiaal aan voor het boek, geschreven door Auke Zeldenrust, en redigeerde het hoofdstuk gewijd aan Til(ly) Schenk en het hoofdstuk gewijd aan haar moeder en vrijgezelle broer die in Schoonhoven woonden en beiden werden vermoord in Sobibor. Van de broer, Hijman Schenk (1894-1943), wordt via overlevering gezegd dat hij een relatie had met een vrouw in Sliedrecht. Met wie blijft helaas onbekend. Een langer artikel over de onderduik van Til(ly) Schenk en dit deel van Wijk C te Sliedrecht (‘de bocht bij Volker’) tijdens de oorlogsjaren is bij mij in voorbereiding, evenals een artikel over haar beide tantes (zusters van haar moeder), woonachtig in het huis met het huidige adres Molendijk 198, de enige Joodse inwoners van Sliedrecht die de oorlog wisten te overleven door in november 1942 tijdig onder te duiken. Hun buurtgenoten de familie Hus ontfermden zich aldus over hun nichtje Til(ly).

Aan het verhaal van deze Joodse bruiloft is tevens een tv-documentaire-reeks gewijd, uitgezonden op NPO2 (getiteld ‘Fryslân Dok’)

Deze indrukwekkende reeks is gewijd aan de vlucht van het bruidspaar en de reis die hun kinderen 75 jaar later in hun voetsporen maakten.

Met vriendelijke groet,

Kees van der Sluijs

Via uitzendinggemist: https://www.npo.nl/fryslan-dok/21-04-2018/POW_03690243

De Winkels van Toen

Klikken is vergroten

Vanaf 21 april 2018 is de tentoonstelling “De Winkels van Toen” te bewonderen in het Sliedrechts Museum, samengesteld door de Historische Vereniging Sliedrecht.

Midden in de vorige eeuw telde Sliedrecht een 15-tal slagers – een 15-tal groenteboeren – een 20-tal melkboeren – een 25-tal bakkers en een 50-tal kruideniers.

Door de komst van de supermarkten in de 2e helft van de 20e eeuw zijn deze en vele andere winkels bijna allemaal verdwenen.
Deze fototentoonstelling laat zien wat er verloren is gegaan, niet alleen op de Dijk maar ook op de Oude Uitbreiding.

Het Sliedrechts Museum is geopend op woensdag- en zaterdagmiddag van 14:00 tot 17:00 uur.

 

 

 

Na de bevrijding…

HVS Aftocht Duitsers uit Sliedrecht 1945 Langeveldplein - KerkstraatDit was het thema waarover Ad van Liempt een voordracht hield op donderdag 19 april in de grote zaal van het Grienden College. De spreker is bekend van onder meer het TV programma ‘Andere Tijden’.

Nederland explodeerde zo ongeveer na de bevrijding van de Duitse bezetter. Dagen, weken en soms zelfs maanden duurde het feest van de vrijheid. Maar daarna volgde de ontnuchtering. Het immense verdriet bij de Joodse gemeenschap toen men zich realiseerde dat bijna niemand van de gedeporteerde familieleden en vrienden zou terugkeren. De machteloosheid bij grote delen van de bevolking omdat het allemaal zo lang duurde voor enige zekerheid verkregen werd. De wederopbouw ging voor het gevoel te traag. Er ontstond woningnood. De schaarste en de armoede duurde voort.

De dreiging van een naderende oorlog met Indonesië. De Nederlandse regering besloot tot de zogenaamde politionele acties in Indonesië. Jonge mannen werden in grote getale verscheept naar de verre oost. Het waren loodzware jaren waar amper een einde aan leek te komen.

Ad van Liempt wist de aanwezigen te boeien met zijn lezing over deze moeilijke periode uit onze vaderlandse geschiedenis.

De Sliedrechtse Dijk – Op zoek naar – verdwenen – woningen.

De Sliedrechtse DijkOp dit nieuwe onderdeel van onze website vindt u de gehele Sliedrechtse dijk. Aan de hand van kadasterkaarten is de bebouwing rond 1950 ingetekend. Door naar de wijk van uw keuze te gaan krijgt u de plattegronden te zien. Door met de muis cursor over de huissymbolen te gaan krijgt u een foto van deze woning te zien. KLIK HIER.

De medewerkers aan dit unieke onderdeel van onze website zijn geweest: Leny de Bruin, Piet de Keizer, Wout van Rees, Fred Stuij en Martin Vos.

 

Biesbosch – van boerenland tot waterland

Op donderdagavond 22 maart was er een zeer geslaagde lezing over het thema “Biesbosch – van boerenland tot waterland”.
Spreker Jacques van der Neut, boswachter in de Biesbosch, gaf ons een schat aan informatie over over de ontwikkeling van met name de Brabantse Biesbosch in de laatste twintig jaar, waarin de Biesbosch is veranderd van een agrarisch gebied in een natuurgebied. De daarbij vertoonde foto’s waren bijzonder en van een uitzonderlijke kwaliteit.

Telefoongidsen Sliedrecht

Sinds kort zijn de papieren telefoongidsen afgeschaft, maar in 1904 bestond er al een telefoongids met een hele pagina voor Sliedrecht. Hieronder vindt u de telefoongidsen van Sliedrecht van 1904 t/m 1950.

Dialectverhaaltjes 2018

 

Terug naar de vorige pagina

Fotoboek: Watersnood 1953 in Sliedrecht

HVS Bosstoep 1953
Watersnood in de Bosstoep. (links op de foto is de vroegere Boslaan te zien, een wandelweg vanaf de dijk tot aan de Tiendweg bij de rijksweg die in 1962 één rijbaan had).

De Historische Vereniging Sliedrecht heeft in 2013, zestig jaar na de Watersnoodramp, een gedenkboek uitgegeven over de bouw van de binnen-uitbreiding. In dit boek is ook aandacht besteed aan de Watersnoodramp van 1953.
De dijk langs de rivier De Noord bij Papendrecht brak door en in het oosten van Sliedrecht liep het water vanuit de rivier De Merwede over de dijk op de plek die vroeger De Kaai werd genoemd, dit is op de grens Sliedrecht – Giessendam.
Van twee kanten liep het water de Alblasserwaard in. De Sliedrechters die in de buitendijkse stoepen woonden hadden nogal eens last van hoog water. Met houten schotten kon men het hoge water zo goed en zo kwaad als dat ging buiten de deur houden. Maar de bewoners van de binnendijkse stoepen waren niet gewend voorzieningen te treffen om hoog water buiten het huis te houden.
Evenmin was dit het geval bij de huizen op de binnenuitbreiding, die in 1953 nog beperkt was.
In zo ongeveer alle binnendijkse stoepen in Sliedrecht liep op 1 februari 1953 het water de huizen binnen. In het centrum van Sliedrecht stond het water tot aan de oprit van de Stationsweg naar de dijk.

In het Sliedrechts Museum is tot en met 17 maart 2018 een indrukwekkende tentoonstelling te zien over de Watersnoodramp in Sliedrecht. Het boek van de Historische Vereniging Sliedrecht wordt weer te koop aangeboden in het Sliedrechts Museum, Boekhandel De Waard en in het Onderhuys, Kerkbuurt 243c, zo lang de voorraad strekt voor de speciale prijs van € 10,00.

Nieuwjaarsreceptie

De door het Historisch Platform Sliedrecht georganiseerde nieuwjaarsreceptie, welke op 8 januari j.l. in het Sliedrechts Museum werd gehouden, werd door vele leden en vrijwilligers bezocht. Onder het genot van een hapje en een drankje werden herinneringen opgehaald en een blik op de toekomst geworpen. We kunnen spreken vanl een succesvolle middag.

 

Maondag Wasdag

Liedjes in het Sliedrechts Dialect

01. Bè jij ok in ’t baggerdurp gebore?

02. Moeders vrijdag

04. Klaaine dinger

05. Voor aaltijd verliefd

06. Maondag wasdag

07. Aorie onze meulebaos

08. Voor de beurt

09. Ons koksie

10. Plaetjies kijke, loflied op Slierecht

11. Slierecht

12. Naer ’t baggerwaark

Treinramp 75 jaar geleden

 Treinramp - 1942Op 27 november 1942 vond op het station Sliedrecht een ernstig treinongeval plaats, waarbij 18 personen om het leven kwamen en 61 gewonden vielen.

Het is de op drie na grootste treinramp in de Nederlandse geschiedenis.

Exact 75 jaar na dato wordt een gedenkbord onthuld op het stationsplein van Sliedrecht door wethouder H. Visser-Schlieker. De onthulling vindt plaats op maandag 27 november a.s. om 12:00 uur.

Initiatief voor de oprichting van dit gedenkbord komt mede voort uit de HVS.

Slierechs Aevendjie

J.A. van Hattem - 2e burgemeester Sliedrecht
J.A. van Hattem – 2e burgemeester Sliedrecht

Donderdag 16 november organiseerde de Historische Vereniging Sliedrecht het jaarlijkse ‘Slierechs Aevendjie’.

Net als andere jaren is dit thema goed voor een volle zaal. Gebeurtenissen uit het heden en verleden passeerden de revue. Na een kort openingswoord door voorzitter Peter Bons kregen de  aanwezigen een film te zien waarin het Sliedrecht van vroeger vergeleken wordt met het Sliedrecht van nu. Deze film is recent opgenomen door Marius Teeuw en loopt vanaf het het oosteinde van De Kaai tot aan de Watertoren. De film laat op bijzondere wijze zien wat de veranderingen zijn op dit deel van de huidige Sliedrechtse Rivierdijk, voorheen Wijk A.

De dialectgroep schrijft wekelijks een verhaal in een lokaal weekblad. Het verhaal dat deze avond voorgedragen werd in het Slierechs dialect, zou waarschijnlijk niet geschikt zijn voor de krant. Nou ja, misschien wel, maar toch…

Een korte film uit de jaren 30, vorige eeuw, van de familie Bongers uit de Kerkbuurt werd als première vertoond.

De dialectgroep van de vereniging ging met de zaal in gesprek over bijnamen van vroeger.

De Historische Vereniging Sliedrecht heeft een overzicht gemaakt van alle burgemeesters die ooit Sliedrecht hebben gediend. Sliedrecht kende voorheen een aantal heerlijkheden waarover een schout de eerste onder zijns gelijken was.
Het ambt van burgemeester ontstond na de Franse tijd, aanvankelijk werd de burgemeester ‘maire’ genoemd. Een deel van de zestien burgemeesters die Sliedrecht tot nu toe dienden en dient, werden afgebeeld met een toelichting door Wout van Rees.

Al met al kunnen we spreken over een zeer geslaagde avond. Komt u volgend jaar ook/weer?

Hieronder enkele foto’s uit de vertoonde film, gemaakt door Marius Teeuw.

Bord bij monument Crossers Biesbosch onthuld

Woensdag 25 oktober 2017 vond de onthulling plaats van een herdenkingsbord bij het monument De Rol. Een herinnering aan de linie-crossers in de Biesbosch tijdens de Tweede Wereldoorlog. Deze Rol of Overtoom was in de in de oorlog van zeer grote betekenis voor de Linie Crossers.

Op initiatief van de Historische Vereniging Sliedrecht is deze Rol weer zichtbaar gemaakt, gesponsord door de stichting Kringloopwinkel Sliedrecht.

De onthulling gebeurde in het bijzijn van burgemeester Bram van Hemmen, wethouder Piet Sleeking (gemeente Dordrecht) en wethouder Harry Bakker (gemeente Drimmelen).
Verder waren er vertegenwoordigers van het Sliedrechts Museum, de Historische Vereniging Sliedrecht, de stichting Linie Crossers Sliedrecht, Park de Biesbosch en mevrouw de Landgraaf, weduwe van de bekende verzetsman en Linie crosser Jan de Landgraaf.

Voorzitter Peter Bons van de Historische Vereniging Sliedrecht trad op als gastheer. Na zijn welkom en intro gaf hij het woord aan de Burgemeester Van Hemmen. Die prees en complimenteerde de actie om op deze wijze ook dit vergeten monument in herinnering te houden. Na een vaartocht van twintig minuten werd aangekomen op de locatie (einde
Katsegat).Daar werd het bord onthuld door de broers Ab en John van Gool, zonen van linie-crosser Bertus van Gool. Symbolisch werd door Arie de Ruiter van stichting Kringloopwinkel Sliedrecht een cheque overhandigd, waarvan het herinneringsbord kon worden bekostigd. Wethouder Sleeking sprak zijn dank uit in een korte toespraak voor het genomen initiatie.

Ledenavond 5 oktober

Op donderdag 5 oktober organiseerde de HVS een lezing met als thema: “ De Middeleeuwse dierentuin”.

MeerkatEen ongelikte beer wil niemand wezen, maar waar komt deze uitdrukking vandaan? In de beestenboeken uit de Middeleeuwen vindt u het antwoord.
Jacob van Maerlant heeft zo’n dierenencyclopedie uit het Latijn vertaald in het Nederlands: “Der Naturen Bloeme”. Omdat een edelman ridder Van Cats al die leuke wetenswaardigheden over dieren niet kon lezen, hij verstond geen Latijn, gaf hij de dichter Jacob opdracht dat dierenboek te vertalen in de volkstaal. In de lezing zal werd ingegaan op die biologie uit de Middeleeuwen. Aan de hand van dia’s van leeuwen, tijgers, walvissen, vleermuizen en katten uit interieurs van middeleeuwse kerken kregeb we de daarachter liggende verhalen te horen. Ook fabeldieren als de zeemeermin en eenhoorn kwamen aan bod. Al met al een zeer interessante dierentuin met opzienbarende verhalen.

Deze lezing werd verzorgd door dhr. A.J.H.G. Ronhaar uit Gorinchem.

Filmpjes van rond 1930

In de nalatenschap va Gerit Pieter de Jong (Sliedrecht 1896-1979 Doorn) en zijn vrouw Kornelia Venis (Sliedrecht 1896-1993 Doorn) was ook een familiefilm met beelden uit (waarschijnlijk) de jaren 1929 en 1930. Vier fragmenten uit die fim zijn aan de Historische Vereniging Sliedrecht ter beschikking geteld, omdat ze leuke beelden van het dorp en zijn bewoners bevatten.

De filmpjes vindt u hier op onze website.

Filmpje van rond 1930

In de nalatenschap va Gerit Pieter de Jong (Sliedrecht 1896-1979 Doorn) en zijn vrouw Kornelia Venis (Sliedrecht 1896-1993 Doorn) was ook een familiefilm met beelden uit (waarschijnlijk) de jaren 1929 en 1930. Vier fragmenten uit die fim zijn aan de Historische Vereniging Sliedrecht ter beschikking geteld, omdat ze leuke beelden van het dorp en zijn bewoners bevatten.

Als u nadere informatie bij de beelden kunt verschaffen, dan houdt de Vereniging zich daarvoor aanbevolen.

Hoewel de Historische Vereniging Sliedrecht deze beelden met toestemming plaatst, hoort zij het graag direct als er privacy-recht wordt geschonden.

De filmpjes betreffen:
1. Beelden van het schoolplein van de scholen aan het Benedeneind en aan het Boveneind met onderwijzers en kinderen, ca 1929.

2. De bouw van een huis (aan de Merwestraat 2?) in 1930, met beelden van bouwvakkers, de famlie De Jong die er intrek neemt en beelden van het slachthuis L. de Jong. Lucas de Jong (1899-1957 in Sliedrecht geboren en overleden) was de broer van G.P. de Jong.

3. Beelden van de Tentsamenkomst te Sliedrecht in 1930. Deze evangelisatie-samenkomsten werden in verschillende jaren op diverse plaatsen in het land gehouden en waren sterk geinspireerd door de nog altijd bekende Johan de Heer (1866-1961).

4. Een Sint Nicolaas actie in 1930, waarbij de bedrijfsauto’s van de familie de Jong kennelijk werden ingezet om ook minder bedeelden een leuke Sinterklaasdag te bezorgen.

Historie huis Piet Heinstraat 33

Het woonhuis Piet Heinstraat 33 is gebouwd in of rond het jaar 1930. De naam van de bouwer is de heer Bustaan. De familie Bustaan heeft het huis laten bouwen na meerdere jaren gewerkt te hebben in Malaysia, aan de westkust van Malaysia, ongeveer in het midden van het land, ligt Taiping. Er zijn meerdere tinmijnen. Daar heeft de bouwer van het huis en aantal jaren gewerkt. Onder meer bij de tinmijn. De heer Bustaan was ook betrokken bij baggerwerkzaamheden voor de kust van Malaysia.

Na terugkomst in Nederland heeft Bustaan van zijn in het buitenland verdiende en opgespaarde geld het huis laten bouwen. Hoe lang de familie er heeft gewoond is niet precies aan te geven. Op een moment is het enige kind wat men rijk was verdronken in de Beneden Merwede, min of meer voor de deur van het huis. Na deze treurige gebeurtenis wilde de familie niet meer op die plaats wonen.
De familie Bustaan heeft het huis verkocht aan de baggerfamilie Volker.
Ongeveer in het jaar 1953 of 1954 is de familie Erenstein in het huis komen wonen. Uit informatie blijkt dat de leden van de familie Bustaan rusten op de begraafplaats in Sliedrecht.

Een aantal jaren later, ongeveer 1955, heeft de heer Erenstein het huis gekocht van de familie Volker. De heer Erenstein trad in dienst van Adriaan Volker’s Maatschappij tot het Uitvoeren van Openbare Werken in het jaar 1952. Hij heeft tot aan zijn pensioen gefunctioneerd als hoofd van de administratie van Adriaan Volker. De heer Erenstein is nu ongeveer 97 jaren oud. Woont in De Hof van Sliedrecht. Hij is de bewoner die er het langste woont.

De familie Erenstein heeft het huis verkocht aan Hans en Mieke Visser of Visscher, die er een aantal jaren gewoond hebben. Daarna, tot heden, is het huis in het bezit van de familie Van Rekom.

De naam van het huis “Taiping” is ontleend een plaats aan de westkust van Malaysia, waar de heer Bustaan vele jaren heeft gewerkt.

In Malaysia wordt Taiping als één woord geschreven. Duidelijk is dat het huis de naam draagt van een plaatsnaam in Malaysia. Taiping telt 245.000 inwoners.

In China komt de naam Tai Peng voor. Dit is een plaats op het eiland Lamma, ten zuidwesten van Hongkong. Tai Peng betekent “groot plateau”.

Er is ook een lezing die beweert dat Tai Peng zou zo genoemd zijn na het beëindigen van de opiumoorlogen tussen China en Engeland (1839-1842 en van 1856-1860, de tweede opiumoorlog  werd gevoerd door Engeland en Frankrijk tegen China). In deze oorlogen zouden meer mensen zijn omgekomen als in de Tweede Wereldoorlog. In deze lezing zou Tai Peng eeuwige vrede betekenen. Dit is niet juist. De Chinese woorden voor eeuwige vrede luiden: Yôngjiu héping. Het woord héping lijkt enigszins op Ping in het Malays of Peng in het Chinees. Vandaar de de onjuiste veronderstelling.

De Boeren uit Voorne

John Nederlof schreef “De boeren uit Voorne” – Een zoektocht naar de voorouders van Amber Nederlof en Willem Boer.

Via deze link kunt u het artikel lezen.

Dorpswandeling over de Oude Uitbreiding met de HVS

Zaterdagmiddag 13 mei 2017 organiseerde de HVS een dorpswandeling over de Oude Uitbreiding van Sliedrecht. De start vond plaats in het Sliedrechts Museum. Onder leiding van de gidsen Remco van de Ven en Wout van Rees werd stilgestaan bij diverse panden in de Kerkbuurt, het Dr. Langeveldplein en de Merwestraat. Speciale aandacht kregen de muziektent en de trouwzaal in het Sliedrechtse raadhuis. Jammer genoeg waren de weergoden minder goedgezind op het laatste deel van de wandeling langs de Adriaan Volkersingel.

Al met al, ondanks een nat pak, een geslaagde wandeling!

Op de foto klikken is vergroten!!!

Presentatie Dialectgroep HVS

De Historische Vereniging Sliedrecht presenteerde een optreden van de schrijversgroep van het bekende Sliedrechts Dialect. Al meer dan twaalfhonderdzestig keer verscheen wekelijks in De Merwestreek een belevenis uit het Sliedrechtse alledaagse leven. Een aantal dialectschrijvers was aanwezig. Door de voorzitter van de groep werd uitleg gegeven over het Sliedrechtse dialect. Er werden verhalen verteld door de dialectschrijvers. Verder werd er tekst en uitleg gegeven over het tot stand komen van de verhalen in de Merwestreek. De HVS kan terugkijken op een geslaagde middag die goed bezocht werd.

Dialectverhaaltjes 2017

 

Terug naar de vorige pagina

Slierechs aevendjie 2016

Tijdens het Slierechs aevendjie 2016 werd het 35-jarig bestaan van de vereniging gevierd met koffie en gebak. Nadat de voorzitter Peter Bons de aanwezigen, die in grote getale waren gekomen, welkom had geheten hield Wout van Rees een quiz. Vervolgens vertelde Piet Pols van de werkgroep Dialect een boeiend verhaal. Voordat we naar de pauze gingen zong het duo Huib en Nell Kraaijeveld, bekend als “De Kraaijen”, enkele eigen composities met het dorp Sliedrecht als onderwerp.

Na de pauze maakte Piet Pols de uitslag van de Rebus, die in het periodiek heeft gestaan, bekend. De avond werd afgesloten met een zang optreden van de Sliedrechtse damesgroep “Tisnennyfals”.

De Merwede

Van Dave Hollande ontvingen wij de 3 onderstaande fimlpjes “De Merwede vanaf de Adriaan Volkersingel”. Met zijn toestemming laten wij deze filmpjes graag hier zien.



Waarom luidt de kerkklok ?

Een bekend spreekwoord zegt: ,,Hij hoort de klok wel luiden maar hij weet niet waar de klepel hangt”. Maar weten de mensen die de klepel wel weten te hangen nu ook waarom de klok slaat? Deze vraag kreeg het gemeentebestuur van Sliedrecht van een inwoner en moest het antwoord schuldig blijven. Ook de Kerkeraad van Ned. Herv. kerk in wiens toren de Slledrechtse klok hangt. Zodoende kwam deze vraag via het gemeentelijke informatie-bulletin in onze krant. Gelukkig waagde een aantal abonnees een poging de vraag te beantwoorden. Met deze reacties hoopt het Sliedrechtse gemeentebestuur de vragensteller tevreden te kunnen stellen.

002-138a - Wijk C - Grote kerkDe reacties zijn echter niet alle “eensluidend”. De gewoonte van het klokluiden blijkt van plaats tot plaats te verschillen wat betreft het tijdstip van luiden. Algemeen is het luiden voor de kerkdienst, met als doel het oproepen tot het gaan naar dé kerk. Hier duidt het opschrift op dat een lezer uit Staphorst stuurde: „Ick roep iedereen, hier in t” algemein, tot een heilig werck. Hier in Godes kerck en in de tijt van noodt, en bij ”s mensen doodt”. Met dit opschrift dat op de grote klok van Staphorst staat weten we meteen weer twee gelegenheden waarbij de klok wordt geluid. Vrijwel alle reacties maken melding van de tijd van “noodt” voor het klokluiden. Onder nood moeten we verstaan oorlog, watersnood, brand e.d. Bij brand heeft de kerkklok’ in vroeger dagen zeker een functie gehad. Er zijn zelfs gevallen bekend waar de brandspuit in de kerktoren stond.
Dat “bij ”s mensen doodt” de klok wordt geluid is wel algemeen bekend. Voornamelijk daar waar het kerkhof, de begraafplaats, bij de kerk ligt. Hierbij komen plaatselijk ook nog wel verschillen voor. In sommige gevallen is het de taak van de buren van de overledene om voor en na de begrafenis de klok te luiden. Er zijn plaatsen waar verschil in luiden is bij een overleden man of vrouw. Het doel van het luiden voor en na de begrafenis is de mensen op hun vergankelijkheid te wijzen.

Heidens
Een heel andere visie hierop kwam van een abonnee uit Nieuwland. Volgens hem had het luiden van de klok bij begrafenissen een heidense-oorsprong. Men meende door het luiden van de klok de geesten te moeten verdrijven en in de war te brengen. Hiermee samen hangt de gewoonte om schilderijen en spiegels om te keren als iemand was overleden. Ook werden dan de gordijnen vervangen door witte lakens.
De kerkklok was in vroeger dagen eigenlijk het enige communicatiemiddel. Daarom wordt het luiden van klokken ’s morgens, ’s middags en ’s avonds (de tijd verschilt plaatselijk) toegeschreven aan het begin of het einde van de werkdag en het tijdsein van eten. Hierbij wordt vooral gedacht aan kinderen en voor de ouderen in de tijd dat een pols- af zakhorloge nog zeldzaam was. Dat bij de geboorte van een prins of een prinses de klok geluid werd is ook vrij algemeen. Gebleken is dat tijdens de laatste wereldoorlog veel gebruiken en gewoonten van het klokluiden zijn afgeschaft.

Voor de mensen die inmiddels de klepel van het klokluiden weten te hangen kan nog vermeld worden dat onderscheid moet worden gemaakt tussen luiden en kloppen. Bij het luiden raakt de klepel de klok aan bijde kanten, bij het kloppen slechts aan één kant.

Bron: Reformatorisch dagblad – gepubliceerd op: 12 januari 1978

Historisch Moment 100

hm0Oude foto:

Een uit het Sliedrechtse beeld verdwenen bedrijf. Wie heeft er nog herinneringen aan al dit touw? Waar stond het gebouw? Van wie was het bedrijf? Wanneer zal de foto gemaakt zijn? Veel vragen, maar weinig antwoorden. Kennelijk was ’t bedrijf al niet erg bekend meer. Slechts van Herber de Keizer kwam een reactie. Hij meent, dat de foto stiekem genomen zou zijn tussen 1955 en 1960. De foto was gespiegeld, maar dat hebben we nu in orde gemaakt. Gelukkig hebben we Jan de Keizer in de jaren ’90 uitgebreid gesproken. Hij vertelde ons o.a. dat op Baanhoek twee touwslagerijen zijn geweest. De laatste, die van de gebroeders De Keizer, hield in de jaren ’70 op te bestaan. De aanleg van de Merwebolder noopte tot onteigening van het bedrijf. Een nieuwe zaak zou tot zeer grote investeringen leiden en na familieberaad hielden de De Keizers het voor gezien. Het beroep van baander behoorde tot het verleden in ons dorp. Op de foto zien we een deel van de touwslagerij. Zo te zien werden er flinke kabels gemaakt. In het Sliedrechts Museum is nog, in klein formaat, een touwbaan te zien.

Nieuwe foto:
hm1Een beeld uit een ver verleden. Zo te zien een plechtige gebeurtenis. Wie weet nog iets te vertellen over waar deze plaatsvond? Welk jaar? En misschien herkennen we nog wel de heren met de hoge hoeden op. We zijn benieuwd naar uw reacties. Die kunnen naar e-mail: info@historie-sliedrecht.nl

Historisch Moment 101

Voetbal Industrieweg1472 (3)Oude foto: Het voetbalveld aan de Industrieweg naast de haven

Op 1 maart 1912 werd de voetbalvereniging Sliedrecht opgericht. Gespeeld werd op een weiland van de familie Hofman aan de westzijde van de Tolsteeg. Vijf jaar later vond er een verhuizing plaats naar een terrein aan de Merwestraat. De verhuizing bleek een mislukking. Het veld lag aan de openbare weg en entreegeld vragen was niet mogelijk. Men was dan ook wat blij om in 1919 te kunnen spelen op een terrein achteraan de Industrieweg. Hier kwam de vereniging tot bloei. In 1923 werd een goed kleedlokaal in gebruik genomen. Een jaar later werd ‘Sliedrecht’ kampioen en promoveerde naar de grote voetbalbond de K.N.V.B. Op het terrein werd gespeeld tot 1937, waarna weer een nieuw veld in gebruik werd genomen. Dit keer aan de Parallelweg. ‘Sliedrecht’ speelde toen al 2e klas K.N.V.B., één klas onder het hoogste niveau.

Nieuwe foto:

083_A735-737-739-741_RijsdijkstoepEen uit het Sliedrechtse beeld verdwenen stoep. Wie heeft er nog herinneringen aan deze stoep? Wat was de naam van de stoep? Hoe kwam de stoep aan deze naam? Welke gebouwen herinner jij je nog die in de stoep stonden? Wanneer zal de foto gemaakt zijn? We zijn benieuwd naar uw reacties. Die kunnen deze keer naar Bas Lissenburg per telefoon 0184-415368 en per e-mail naar info@historie-sliedrecht.nl

Voor schrijvers van een scriptie of een werkstuk over dialect

Regelmatig komt bij de Werkgroep Sliedrechts Dialect een verzoek binnen of er materiaal beschikbaar is voor het maken van een scriptie of werkstuk over dialect. Het antwoord is zonder meer: JA

Kijk maar eens onder de knop KENMERKEN VAN HET SLIEDRECHTS op

Want dialect is veel meer dan ‘plat praote. Zo zijn daar :

1. Een eigen woordenschat.
2. Gezegden en uitdrukkingen die elders in Nederland onbekend zijn.
3. Een eigengrammatica met naamvallen, werkwoordsvormen en typische verkleiningsuitgangen.
4. Nog steeds bestaande uitspraakverschillen tussen –ei- en –ij- en tussen -au- en –ou-. Verschillen die in het Standaard Nederlands verdwenen zijn.

Maar ook onder de andere knoppen staat het nodige. Tevens is er nog wel het een en ander te vinden op de website www.demauwerd.nl van Streektaal Alblasserwaard en Vijfheerenlanden.

Voor docenten Nederlands

In veel taalmethodes wordt aandacht geschonken aan dialect. Dat gaat dan veelal over dialecten in het Oosten of Zuiden van ons land. Maar u zou ook de eigen streektaal in uw lessen kunnen behandelen. Er is meer dan voldoende lesmateriaal voorhanden. Streektaal is veel meer dan ‘plat praote’. Zo zijn daar :

1. Een eigen woordenschat.
2. Gezegden en uitdrukkingen die elders in Nederland onbekend zijn.
3. Een eigen grammatica met naamvallen, werkwoordsvormen en typische verkleiningsuitgangen.
4. Nog steeds bestaande uitspraakverschillen tussen –ei- en –ij- en tussen -au- en –ou-. Verschillen die in het Standaard Nederlands verdwenen zijn.

Veel meer over al deze boeiende taalverschijnselen staat te lezen onder de knop KENMERKEN VAN HET SLIEDRECHTS op deze website. Maar ook onder de andere knoppen. Er is ook nog wel het een en ander te vinden op de website www.demauwerd.nl van Streektaal Alblasserwaard en Vijfheerenlanden.

Spellingsafspraken

Uitganspunten:

  • de klanken van het dialect zo goed mogelijk weergeven.
  • ten behoeve van de leesbaarheid, zo dicht mogelijk bij het Standaard Nederlands (SN) blijven.
  • Consequent zijn. Dwz. Afgesproken regels overal toepassen. Gaat dat niet, dan een uitzondering ook weer in een regel vastleggen. ( zie 1 A en 1B).

Deze uitgangspunten kunnen strijdig zijn met elkaar. De kunst is, het juiste evenwicht te vinden, afhankelijk van de doelstelling. In woorden boeken en database hanteren we deze spellingsregels In verhaaltjes en krantenstukjes geven we elkaar de ruimte om te schrijven zoals je zelf denkt dat ’t beste is.

REGEL 1
Uitgaan van het SN-woord. Alleen die letters veranderen die in het Sliedrechts anders klinken.
Niet aerdug, niet aerdeg, maar aerdig. aerdigies, kәstajje, eaudeclojje (eaudecologne), broeinetel, Aorәchie, Aochie, brugchie (je=i)e, maogchie, laogchie, zaogchie.
Niet aokeluk, niet aokelek, maar aokelik. Affside, woordtie (je=tie), paerdtie, paortie (tje=tie), boordtie, boortie, koordtie, koortie
Het ie, zal ie, heb ie, pak ie, mò me, à ‘k ie, as ie, à me, mos ie,
Buchie, luchie, hij begelaaidde (verl. tijd), beklêêjde, belege, gelege, bruine bere, strontbere, ì mekaor, buitenavver

REGEL 1 A
Uitzondering: als het een verkeerde indruk zou geven van de Sliedrechtse uitspraak. Erwten= geen arwte maar arte

REGEL 1 B
Uitzondering: medeklinkers aan het begin of eind van een woord, die in het Sliedrechts scherper of zachter klinken onder invloed van het voorgaande of volgende woord (tkofschip), worden niet als zodanig genoteerd (een woord heeft nooit twee verschillende schrijfwijzen. Consequent en leesbaarheid)
Dus n iet; op t’n dijk, pak se, het fuurt, op tien toafel, op teuze taofel, az ik, wad ‘n, nied êên, azzie, az ie, mozzie, moz ie, hij komd effe
Maar: op d’n dijk, pak ze, het vuurt, op dien taofel, op deuze taofel,
as ik, wat ‘n, niet êên, as ie, mos ie, hij komt effe
En ook ; azze me, azze we, lazze jullie, wazze hullie, mosse me/ hullie,
Maar; Mosse ze, is tie(hij), as t’r,

REGEL 2
Klinkers: bôôt, brêêd, draed, kaol, . zô, zôô(nadruk), mooi hooi (beide oo van door)
ei = aai, klaain, ij = ij, dijk, maar soms ij = aai (d=j) : laaijelijk, somwaaile, tәrwaail, of trәwaail.

REGEL 2 A
Uitzondering: latere (Franse) woorden met ei :train, terrain,

REGEL 3
Op het eind van een open lettergreep : êê, ôô, aa om de goede Sliedrechtse uitspraak weer te geven. verêêniging, grôôte, zôôas, aamәl

REGEL 4
D= J : bieje, dôôje bêêste, ( dooie nae de vors)t, brêêje, rôôje blomme, (aerepel rooie). omkaden= omkaoje (teg.tijd), omkaojde (verl. tijd),
de Kaoi (buurt), een kaoi (znw.).

ui = oi, ei = aai. klokke loije, kroijenier, ( loië vent, oproiërs, troië, boië, ) afgeschaaije, met z’n baaije

REGEL 4 B
Uitzondering: bij D= J en ij, vervalt die j
Niet: snijje , glijje, rijj., Maar: snije , glije, rije.

REGEL 5
ә : voor een (toegevoegde) toonloze klinker, als het gevaar bestaat dat de e als ee of è gelezen wordt. kaarәk, tullәp, hellәp,
ook als een andere klinker toonloos uitgesproken wordt : aamәl, Klinkers die zowel in het SN als in het Slierdechts toonloos zijn,veranderen niet. Dus :aerdig, aokelik, lillijk.

REGEL 6
Een à of è of ò als een juiste uitspraak van het dialect dit wenselijk maakt.
Bv. Hà je, mò me, hè me

REGEL 7
Korte woorden niet aan elkaar breien, hoewel het soms wel verleidelijk is.
Dus niet: momme, toen’k, mossie, hà’k zô’n, amme
Maar: : mò me, toen ’k, mos ie, hà ’k zô ’n, à me

REGEL 8
W voor een R wordt een V.
Vrêêd, vrêêke, vroete, vrijve

Nog een paar losse woorden: aangeklêêjd, buuvrouw, maar buurman en buurmaaisie
dekes, faals, êên van Keesse, kwansquaosie, lêêgebpie, pәrbere, perrepluë, pleeë, prongeluk, rizzeltaot, rucht, ruchte, ’s maondassoches, soosjәlist, trug, vleeje week, .

Vaker: een, het, er, inplaats van : ‘n ‘t ‘r.

Alle bovenstaande woorden in alfabetische volgorde

SPELLINGSAFSPRAKEN

Keese

kroijenier

aai=ei

lazze jullie

aaməl

lêêgebpie

aerdig

loië vent (luie)

afgeschaaije

loije van klokke (luiden)

à ‘k ie

’s maondassoches

à me

mò me

aokelik

mooi, hooi oo van door

arte (erwten)

mos ie

as ie

mosse me (hullie)

as ik

mosse ze

as t’r

niet êên

as ’t ‘r

ôô, grôôte

azze me

op deuze taofel

azze we

op dien taofel

baaije (beiden)

op d’n dijk

bieje

pak ie

bôôt

pak ze

paortie

brêêd

pərbere

brêêje

perrepluë

buurmaaisie

pleeë

buurman

rooie van aerəpel

buuvrouw

rizzeltaot

dekes

snije

dijk, ij=ij

toe ‘k

dôôje bêêste

trug

draed

ui is soms oi (trui-troi)

êê, verêêniging

vleeje week

faals

vrêêd

glije

vrêêke

hà je

vrijve

hà ‘k

vroete

heb ie

’t vuurt

hè me

wat ‘n

het ie

wazze hullie (heulie)

hij komt effe (effentjies, eve)

zal ie

zôôas

is tie

zô ‘n

kaarək

Leeshulp

Het Sliedrechts dialect heeft een paar klinkers die anders zijn dan in het Standaard Nederlands. Ze zijn niet moeilijk. Hier komen ze:

De -ae- zoals in bijvoorbeeld: daer, laet, paerd, straet, waer, daer en haer, spreek je uit als de ai in: fair, prairie, ordinair en als in dat jongchie blèrt. Maar ook als in het Engels: where, there en hair.

De -ao- zoals in bijvoorbeeld: kaort, vaoder en waoter, spreek je ongeveer uit als de letter -o- in rond, maar iets langer aangehouden zoals in :òòòh wat mooi. Net als de letter o in het Engelse: born (geboren) en de a in (all).

De -ôô- spreek je uit als in: boor, hoor en voor. Bijv: Sliedrechts: drôôg, brôôd en slôôt.

De -êê- spreek je uit als in: peer en meer. Bijv. Sliedrechts: bêên, dêêl en zêê.

De -aai- (ei) spreek je uit als in: aaien, maaien, zaaien. En als in het Engels: I love my wife. Bijv. Sliedrechts: Dat klaaine maaisie is êên en aal vriendelijkhaaid.

Medeklinkers

HIJ VONG HIJ VONG POEJER NOG ‘T LEKKERSTE

In de vorige artikelen hebben we de klinkers behandeld. Denk bijv. aan: paerd, grôôt, maaid, troi, lêêg, durp, brocht, deuze, bietjie, kaaind, en nog vele andere.

Nu zijn de medeklinkers aan de beurt.
We zullen het hier eerst hebben over de -nd – die in het Sliedrechts -ng- geworden is.

Voorbeelden hiervan:
· Binge – bong – gebonge (Ned. Binden, bond, gebonden.)
· Vinge – vong – gevonge (Ned. Vinden, vond, gevonden.)
· Winge – wong – gewonge (Ned. Winden, wond, gewonden.)

Dit verschijnsel is geen overblijfsel van oudere taalvormen, want binden is in het Oud-Germaans binda en vinden is daar vinda.
Die verandering van -nd- tot -ng- komt in veel zuidelijke dialecten voor. In Zeeland is het dialectwoord voor hand hangd en ander is angder. Ook het Nederlandse tenger, dat aan
het Franse tendre ontleend is, heeft deze verandering ondergaan.
Die verandering is, dat de -nd- die met je tongpunt tegen je boventanden gevormd wordt, zich verplaatst naar achter in je mond, tegen je huig. Dit is in de taalwetenschap een bekend verschijnsel en heet velarisatie.

Andere voorbeelden hiervan zijn:
Hij sting of hij stong (hij stond), fongst (ziekenfonds) en mangels. (amandelen)

Nu de -d- die in het Sliedrechts een – j – geworden is.
Voorbeelden: bôôjem, braeje, bloeje, broeje, geleeje, glij-je, poejer, tevreeje, bieje, hoeje, hoi-je, kroi-jenier, langdraejig, steeje, zoi-je, dôôje.
Het betreft hier steeds een medeklinker die tussen twee klinkers staat. Ook hier is het verdwijnen van de -d- een latere verandering. In het Oud-Germaans, maar ook in het huidige Engels en Duits hebben deze woorden nog allemaal een -d- of -t-.
Denk bijv. aan het Engelse bottom, brediing en gliding, of aan het Duitse boden, braten, blüten, gleiten, süden en städte.
Het lijkt alsof men bij ons niet de moeite neemt die -d- uit te spreken en dan komt er vanzelf een -j-achtige klank voor de -d- in de plaats.
Overigens is dit een verschijnsel dat in grote delen van Nederland voor komt.
Een mooi voorbeeld hiervan is ook Sliedrecht dat vroeger uitgesproken werd als Sliejerecht, wat later weer vervlakt werd tot Slierecht.

Toch waren we niet consequent in het weglaten van de -d- tussen twee klinkers. Vergelijk de volgende woorden maar eens:
· moeder poejer
· vaoder kwaojer
· ieder biejer
· jode verbôôje
___________________________________________________

De -d- is in het Sliedrechts soms een -w- geworden. Dat is het geval na een -ou-.
Voorbeelden:
· houwe
· ouwe
· gouwe
· kouwe
· verkouwe
Soms is die -d- met een volgende klinker helemaal verdwenen.
Voorbeelden: nijg (nijdig), daolijk (dadelijk), schoer (schouder), teng (tijding).

Soms is in het Sliedrechts de lettergreep -de- op het eind van een woord een -i- geworden, zoals in aaremoei (armoede), kaoi (kade), laoi (lade), slaoi (sla, salade).
In het Standaard Nederlands is deze slotlettergreep meestal in z’n geheel weggevallen. Vergelijk maar eens de oudere vormen heide, slede en zijde met de huidige vormen hei, slee en zij.
______________________________________________________

FETERS IN DE ETELAOZIE.

Hieronder niet een verhaal over oude Germaanse klanken die in het Sliedrechts zijn blijven bestaan, maar iets over klankveranderingen die in de loop van de tijd in ons dialect zijn ontstaan.
Het Nederlands heeft een aanzienlijke hoeveelheid Franse leenwoorden en ook het Sliedrechts is daar ruim in gesorteerd. Bij de uitspraak van die Franse leenwoorden doet zich in ons dialect een bepaald verschijnsel voor. Hier volgen de vier gevallen:

A. De slotlettergreep –ge- is in het Sliedrechts -zie geworden. Voorbeelden: etaozie
(etage); etelaozie (etalage); fabriekaozie (fabricage); foeraozie (fourage); messaozie (massage); slijtaozie (slijtage); en vietraozie (vitrage).
Het Franse horloge is in het Sliedrechts geworden tot allozie of lozie.

B. De slotlettergreep –tie- is in het Sliedrechts tot -sie geworden. Voorbeelden:
ginneraosie (generatie); obliegaosie (obligatie); pliesie (politie); prestaosie (prestatie); relaosie (relatie); sietuaosie (situatie); en staosiegeld (statiegeld).

C. De slotlettergreep –ille- is in het Sliedrechts -lie geworden. Voorbeelden: emallie (emaille); medallie (medaille); patroelie (patrouille); en portefulie (portefeuille);
Dit is een geval van uitspraakaanpassing. De oudere Franse uitspraak van deze woorden was met -lje, dus bijv. emalje.
Deze combinatie -lje was in Holland onbekend en werd vervangen door -lie.
Zo ook bijv. het Nederlandse familie van het Franse famille.

D. De Franse -ch- wordt in het Sliedrechts een -s-, omdat deze klank beter paste bij
de klankkleur van het taalgebruik van onze voorouders. Voorbeelden: mesien (machine); saggerijn (chagrin); en seklaod (chocolade).

Een ander verschijnsel is, dat de oorspronkelijke -v- in het Sliedrechts een -f- werd. Dit verschijnsel komt voor in de woorden: feter (veter); fiegelansie (gezicht, uit Fr. vigelance); fiezelemie (aangezicht, uit Fr. visionie); filt (vilt); fiooltjie (viooltje); fiolet (violet); en furt! (vort!, voort!).

-Wr- wordt in het Sliedrechts vaak -vr- of soms zelfs -fr-. Bijv: vrat (wrat); vreef (wreef); vrêêke (wreken); vringe (wringen); vrijve (wrijven); en vroete (wroeten).

Het woord taarf (tarwe) hoort ook in deze groep thuis, maar nu is de combinatie rw achteraan het woord.

Tot slot nog een oud Germaans taalverschijnsel dat in het Nederlands is veranderd, maar in het Sliedrechts in sommige woorden is blijven bestaan. In oude Sliedrechtse teksten komt men tegen de woorden gekoft (gekocht) en zoft (zacht).

Ook kennen wij nog de dialectwoorden doft en dogt (bankje in roeiboot). In het Nederlands is die -ft veranderd tot -cht. Net als in het Sliedrechts is dit ook niet gebeurd in het Engels en het Duits. Vergelijk de Nederlandse woorden zacht, achter en lucht maar met het Engelse soft, after en het Duitse luft. Eenzelfde verschijnsel zien we ook in gekauft en sanft.

Een rijke variatie aan klinkers

Kinderen die goed Sliedrechts spraken, hadden een voorsprong bij het taalonderwijs. Zij hadden geen enkel probleem met het verschil tussen: -auw en –ou- of met –e- of –ij- (lange of korte ei-ij). De –auw- is in het Sliedrechts -aauw, met een lange aa klank. Bijvoorbeeld: blaauw (blauw), gaauw (gauw), kaauwe(kauwen), maauwe (mauwen), raauw (rauw). De –ou- blijft als de Nederlandse –ou- uitgesproken. Bijvoorbeeld: hout, koud, mouw, nou, stout of zout.

Een soortgelijk klankverschil doet zich voor bij de –ei- en –ij-. In het Sliedrechts klinkt –ei- als –aai-, dus ook met lange aa klank. Bijvoorbeeld: braaie (breien), haai (hei), klaainighaaid (kleinigheid), maaid (meid), vriendelijkhaaid (vriendelijkheid). De –ij- ligt dicht bij de Nederlandse uitspraak. De kindertjes schreven dus moeiteloos: blij, dijk, fijn, strijkijzer, wijnazijn, zwijn.

Ook de oude spelling van één of twee -(o)o-’s was voor een vroegere generatie geen probleem op school. Als je in het Sliedrechts een –ôô- uitsprak zoals in hoor, koor, door, dan zei je: bôôte (boten), grôôte (grote), kôôle (kolen, groente), pôôte (poten) of slôôte (sloten,watergang) en dan schreef je automatisch: booten, groote, koolen, pooten en slooten.

Hoorde je in het Sliedrechts echter een open –o- klank, zoals in: kole (steen)kolen, ope (open), slote (sloten), meervoud van slot, gezope (gezopen) of gebroke (gebroken), dan schreef je een enkele -o, zoals later de algemene spelling werd.

Bovengenoemde verschillen in uitspraak gaan terug op oudere vormen, voordat ze in Nederland zijn gaan samenvallen tot één klank.

Hieronder worden de Sliedrechtse klinkers uitgebreid beschreven. Dit is ontleend aan de brochure KLANK- EN VORMLEER VAN HET SLIEDRECHTS door R. van de Berg, 1998. (zie voor de volledige tekst van deze brochure onder de knop BOEKTEKSTEN). Achtereenvolgend worden behandeld: -aa- , -ee- , -ei- en –ij- -e – , -oo- en de toonloze –e- .
___________________________________________

Waarom -ao- en -ae- in het Sliedrechts dialect ?
VRAEG IS AAN AORIE BAERS HOE LAET ’T LÊÊG WAOTER IS IN DE SLIERECHSE HAOVE.
In het Standaard Nederlands luidt deze zin: “Vraag eens aan Arie Baars hoe laat het laag water is in de Sliedrechtse haven”. De –aa- in Nederlandse woorden als: vraag, water, baars, laat en laag, wordt in het Sliedrechts dialect zeer verschillend uitgesproken. In woorden als klaor, raok, kaol, maol, waoter klinkt het als in het Engelse water en call. Het is de –ò- van rok die wat langer aangehouden wordt. Dan hoort men ròòk, geschreven als raok (raak).
In woorden als: vraeg, laet, schaep, paerd, waer en daer is de klank precies eender als in het Engels where en there. Het is de –è- van schep die wat langer aangehouden wordt. Dan hoort men schèèp, geschreven als schaep (schaap).

Deze twee klanken ao en ae en de manier waarop ze in het dialect voorkomen zijn misschien wel de meest opvallende kenmerken van het Sliedrechts. Met name het gebruik van ae-woorden is heel typerend voor het eigene van dit dialect. Reeds in het naburige Giessendam hoor je deze ae-klank bijna niet meer. Wat dit betreft loopt er een taalgrens tussen Sliedrecht en Giessendam. Een grens die globaal door de Albasserwaard gaat van Sliedrecht zo naar het noorden. Bijna in de hele westelijke Albasserwaard spreekt men die ae-klank. Ook verder naar het westen, IJsselmonde, Hoeksewaard tot aan de kust spreekt men die ae-klank. Wat dit betreft is het verschil tussen het Sliedrechts dialect en het dialect van bijvoorbeeld de Hoeksewaard kleiner dan het verschil tussen Sliedrechts en Giessendams.

Woorden die in het Nederlands op dezelfde manier geschreven en uitgesproken worden, maar die verschillende betekenissen hebben, worden in het Sliedrechts verschillend uitgesproken. Hier volgen een paar voorbeelden.

Aoltjie at een aeltjie.
‘k Het de blaere op m’n haande van ’t blaore vege.
Hij het nie in de gaote dat ie gaete in z’n sokke het.
Een kraem stoat op de mart en kraom is een bevaaling.
Hij gong met z’n maot de maet neme van ’t hekkentjie.
Omdat Piet z’n aaige zô naor voelde, gong die naer d’n dokter.
Kees Bakker kreeg goeje raed van Wim de Raod.
De bôôte vaere en ’n vaore staot in ’t raomkəzijn.
’t Is echt waer, die groenteboer verkôôpt goeje waor.

Het verschil tussen ao en ae is niet een verbastering van het Nederlands, maar een bewaard gebleven verschil tussen vanouds verschilende klinkers die in het Nederlands zijn samengevallen tot aa maar in het Sliedrechts nog verschillend gebleven zijn. Vergelijken we het Sliedrechts en het Nederlands met het Gotisch, een oude Germaanse taal die voor de Middeleeuwen gesproken werd, dan zien we duidelijk dat de Sliedrechtse ao en ae hele oude wortels hebben.

Gotisch Sliedrechts Nederlands
hana haon haan
wato waoter water
fadar vaoder vader
malan maole malen
slepan slaepe slapen
jer jaer jaar
seths zaed zaad
letan laete laten

Behalve oude wortels zijn er ook andere factoren die van invloed zijn geweest op het ontstaan van de klanken.

Door invloed van de letter r zijn er ook een aantal ae-klanken ontstaan. Zoals bijvoorbeeld in vaert, aerd, baerd en baers.
Voor een n hoor je meestal een ao, zoals bijvoorbeeld gaon, maon, slaon, en staon. Een uitzondering op deze regel vindt men in woorden als traen en vəndaen, maar dat is dan weer overeenkomstig het oude Gotisch.
Woorden die na de Middeleeuwen ontstaan zijn hebben bijna altijd een ao, zoals bijvoorbeeld filiaol, raodio, kəbaol, draomao, kaono.

Interessant is dat mensen die nog maar zo half en half dialect spreken, de ae vervangen door een ao. Ze zeggen niet slaepe maar slaope, niet jaer maar jaor. Kennelijk vinden ze deze ao netter, beschaafder dan de ae.

Maar de letter aa heeft in het Sliedrechts nog meer verschijningsvormen:

1. Als êê, die klinkt als de ee in veer en weer:

Aoi het drie kəpotte spêêke in z’n fietswiel.
In dat ouwe huisie hebbe ze ’n lêêg pləfonnechie.
Die balkelaog legt veuls te lêêg.

En als iemand in het Sliedrechts tegen je zegt ‘Zet de ketel ’s lêêg op ’t gas’, dan moet je die ketel niet leeg op het gas zetten, maar het gaspitje laag draaien.
In het zinnetje ‘Rook liet onderlest z’n schetse slijpe’ is lest een verkorting van laetst en schetse van schaetse.

2. Soms is de aa een a:

We gavve d’r niks om dà me zô vroeg atte. Hier is het Sliedrechts regelmatiger dan het standaard Nederlands. De a-klank van het enkelvoud die al vanouds bestond is doorgetrokken naar de meervoudsvorm.

3. Soms is de a een eu:

Heur haer is netjies gekamd. Dat heur is afkomstig van een oud woord ‘heer’ of ‘heere’. Dat het in het Nederlands ‘haar’ geworden is, is eigenlijk een heel onregelmatige ontwikkeling van het woord.

Maar ook de heldere Nederlandse aa komt in het Sliedrechts voor. Het is niet aon of aen, maar aangeve, aanrikkəməndere, aankomme. En ook in woorden als draaie, paaie, maaie, kraaie, waaie. In de volgende zinnetjes ziet men weer dat een Nederlandse klank in het Sliedrechts, bij verschillende betekenis, verschillend uitgesproken wordt.

Kees was al zô bôôs en toe Kors ok nog een kwaaier op Keese jas spoog, wier die nog kwaojer.
Elke zaeterdag gao ‘k naer opoes. Ik neem dan ’n maeltjie aerepel mee en ik maol ok voor een hêêle week koffie voor d’r.

Daarnaast wordt ook vaak de a in het Sliedrechts als aa uitgesproken:

‘k Glôôf dà we aander weer krijge.
Ze gonge me z’n aalle naer de kaarək.
Moe, dat jong zit me aaməl te peste.

Het is ook aardig om te zien dat de drie betekenissen van ‘blaadje’ in het Sliedrechts ieder hun eigen vorm hebben:

een blaojchie pəpier
een blaortie aan d’n bôôm
de suiker staot op ’t theebleddəchie

Resumerend kunnen we zeggen dat de Nederlandse aa in het Sliedrechts in zeven verschillende klanken voorkomt:
water is waoter (klinkt als Engels ‘water’)
daar is daer (klinkt als Engels ’there’)
laag is lêêg (klinkt als de ee van veer)
haar is heur
laatst is lest
aten is atte
aan is aan

Tot zover enige wetenswaardigheden over de aa. Zoals u ziet is het Sliedrechts rijk gevarieerd en heeft het heel oude taalvormen nog steeds bewaard.

___________________________________________________________

De -ee- in het Sliedrechts dialect
HOE HIET DIE KÈREL DIE ZÔÔVEUL IN Z’N KÊÊT OP D’N BLAAIK EET?

In het Nederlands zou de titel van dit artikel als volgt luiden: “Hoe heet die kerel die zoveel in zijn keet op de bleek eet?”

Zoals u ziet heeft de Nederlandse ee in het Sliedrechts dialect een rijke variatie. Het is niet zomaar toevallig slordig taalgebruik. Nee, al deze vormen van de klank ee hebben een heel oude oorsprong. We zullen wat vertellen over al deze verschillende vormen van de ee in het Sliedrechts.

1. De Sliedrechtse –ee- die klinkt als de –ee- in het Nederlands:

Bijvoorbeeld in woorden als: mee, veen, meten, eet.
Maar ook in dialect-uitdrukkingen, zoals:
Hij komt temee (zodadelijk).
Dat boeksie leet (ligt) op de taofel.
Wat gonge ze tekeer, ’t lekend (leek) wel ôôlog.

2. Dan is er de Sliedrechtse –êê- die klinkt als de –ee- in veer en weer:

Woorden in deze categorie zijn: brêêd, stêên, zêêp, mêês, pənêêl, kənêêl, kêêt, êên, wrêêd, wrêêke.
Er zijn woorden die in het Nederlands 2 betekenissen hebben, maar op dezelfde manier geschreven worden. Bijvoorbeeld: Leen, week, wees. In het Sliedrechts worden deze woorden verschillend uitgesproken, omdat daar het oude klankverschil bewaard gebleven is.

Voorbeelden:
” ‘k Lêên hum nooit meer wat,” zee Leen.
Al staon die bôône een week in de wêêk, dan kà je ze nò nie ete.
“Wees wijs”, zee ’t wêêskaaind.
“De golve van de zêê wazze wel tien meter hôôg,” zee Teunis.

Net als bij het onderscheid tussen –ae- en –ao- heeft het Sliedrechts met de klinkers –ee- en –êê- een oud klinkerverschil bewaard. De Sliedrechts klinker êê is afkomstig van de oud-Germaanse ai. Waar men in het Sliedrechts ee zegt, was er in het oud-Germaans vaak een i-klank. In het standaard Nederlands van de noordelijke Nederlanden zijn die verschillende oud-Germaanse klanken samen gevallen tot de –ee-. Maar in veel zuidelijke dialecten zijn de verschillen bewaard gebleven, zoals in het Zeeuws, het Vlaams en Brabants.
Het is interessant om te zien hoe die oude Germaanse -ai-klank zich in diverse talen verschillend, maar ook wel regelmatig ontwikkeld heeft. In het Duits bleef het een ai-klank (geschreven als ei). In het Engels werd het een -oo- of -o-klank (op diverse manieren geschreven). In de Scandinavische talen en in de Zuid-Nederlandse dialecten (waaronder het Sliedrechts) heeft de oud-Germaanse ai zich ontwikkeld tot de –êê- van weer.

Hier onder een aantal vergelijkingen tussen Gotisch (een oud-Germaanse taal), Duits, Engels en Sliedrechts.

Gotisch, Duits, Engels, Sliedrechts

braips breit broad brêêd
stai stein stone stêên
saipo seife soap zêêp
ains ein one êên
waikwo weich weak wêêk ( zacht)
laihna leike loan lêên
nih aina kein none gêên
hails heil whole hêêl

Ter vergelijking een aantal woorden die in het Sliedrechts een -ee-klank hebben. In het Duits is nergens een -ei-klank. In het Engels is nergens een -oo- of -o-klank.

Gotisch Duits Engels Sliedrechts
mid mit with mee
itan essen eat eten
ligan liegt lays leet (ligt)
wiko woche week week (7 dagen)

Overigens vinden we de ei (die vroeger een ai was) ook nog in sommige Nederlandse woorden zoals eik (naast eekhoorn), heil naast het woord helen, en het achtervoegsel stein in kasteelnamen, onder andere Loevestein.

3. Soms is de –ee- een –aai- in het Sliedrechts:

In de verouderde uitspraak van twee woorden: blaaik (bleekveld) en vlaais (vlees). De oude Germaanse klinker ai is hier bewaard gebleven. Meestal is het een –êê- geworden (zie 2). Ook in het Duits zegt men Fleisch (vlees).

4. Soms is de –ee- een ie in het Sliedrechts:

Hij hiette Jan de Jong.
Ik hoef maor een klaain mietjie suiker in m’n koffie.
Vroeger was dit ook een –ee-, maar door de t die er achter staat is hij in een ie veranderd. In sommige dialecten zijn alle –ee-’s ie geworden, bijvoorbeeld in Noord-Holland, daar zegt men dus stien (steen).

5. Soms is de –ee- een korte –e- in het Sliedrechts:

Kom ’s effe (even).
In oud Sliedrechtse uitspraken als end voor eend en vremd voor vreemd. In dat end en vremd is de oude korte e gehandhaafd. In het Duits bestaan die nog. Daar heb je de woorden ente en fremd. Het oude Sliedrechts heeft dus die korte e bewaard. Effe is een ander geval. Dat was vroeger een –ee-. Die –ee- is in een –e- veranderd omdat de –v- die erachter staaf een –f- geworden is. Zoals ook gebeurd is bij de woorden neffens en nevens.

6. Soms is de –ee- een langere –è- in het Sliedrechts:

De uitspraak is hetzelfde als in het Engelse where.
Die kèrel het over de over hêêle wèreld gebaggerd.
Die mèrel vliegt naer z’n nest.
Ook hier was oorspronkelijk een -ee-klank. Die is in het Sliedrechts veranderd in een langere è onder invloed van het ‘rel’ dat er achter staat.

7. Soms is de –ee- een –eu- in het Sliedrechts:

In deuze stoep speule aaltijd veul kaainders.
Ook hier was de oorspronkelijke klank een ee. Die is door de l en z die erachter staan in een eu veranderd. Veul is waarschijnlijk heel algemeen geworden in Holland. In Vlaanderen was het veel gebleven. Dat Vlaamse veel heeft in de 14e eeuw het Hollandse veul verdrongen, omdat men dat deftiger vond. Vlaanderen was in die tijd rijker en machtiger dan Holland. Het is een algemeen verschijnsel dat de taal van welvarende en daardoor invloedrijke streken overgenomen wordt in andere gebieden. Zo drongen Vlaamse taalverschijnselen in de Middeleeuwen via Zeeland (waterwegen, scheepvaart, handel) door tot Holland. Toen Holland in de 80-jarige oorlog welvarender en machtiger werd dan Vlaanderen, was het voorbij met de Vlaamse invloeden. Hollandse dialecten, met name die van de streek rond Haarlem en Leiden, werden nu belangrijke bouwstenen van de Nederlandse taal die zich over het hele land verspreidde. Het van oorsprong Vlaamse veel drong niet door tot Sliedrecht, zodat men hier veul bleef zeggen.

Tot zover enige wetenswaardigheden over de –ee-. Zoals u ziet is het Sliedrechts rijk gevarieerd en heeft het heel oude taalvormen nog steeds bewaard.

_________________________________
ei en ij
DAT IS MEIN IJGEN KONEIN

Zulke spellingsfouten zouden Sliedrechtse kinderen die vroeger leerden schrijven, nooit maken. Wij leerden op school dat als je in het Sliedrechts -aai- hoort dan schrijf je -ei-. Wanneer je in het Sliedrechts een -ij- hoort dan moet je een -ij- schrijven.

VOORBEELDEN VAN WOORDEN MET -AAI- ZIJN:
Dialect woord: Nederlandse woord:
Braaie Breien
Aaige Eigen
Gaait Geit
Haaining Heining
Klaai Klei
Klaain Klein
Maaisie Meisje
Raaize Reizen
Uitgebraaid Uitgebreid
Klaainighaaid Kleinigheid

Deze lang gerekte -aai- klank wordt als plat beschouwd. Dat ligt niet zo zeer aan die klank zelf (het Engels en het Duits hebben ongeveer dezelfde klank). Het Nederlandse spellingsonderscheid tussen de -ij- en de -ei- gaat terug op vroegere uitspraakverschillen. Tegenwoordig worden hei en hij, eis en ijs precies hetzelfde uitgesproken, maar voor 1700 was die uitspraak verschillend. Het Sliedrechts heeft, net als sommige andere dialecten, dit verschil bewaard. In sommige dialecten is de -ei- zelfs een -è-. Denk bijvoorbeeld aan het Brabantse mèske. En in Den Haag spreekt men over plèèn (plein). In Ameide zegt men klèèn (klein) en rèèze (reizen). Bij het woord -end- (eind) is iets anders aan de hand. End is de oude Germaanse vorm, die ook in het Duits en het Engels bewaard gebleven is. In het Nederlands is die -è- veranderd in een -ei-. Iets dergelijks is ook gebeurd met het oude Nederlands-Germaanse woord venster dat in ons dialect vaainster werd. De -ij- van tijd, pijp, bij, ijl, kijken wordt in het Sliedrechts uitgesproken met een lichte -ai- klank. Al die woorden met een -ij- werden vroeger uitgesproken met een -ie-. Dit is een vrij late ontwikkeling, die ook in veel delen van het land voorkomt. (Vrijwel geheel Noord-Oost Nederland alsmede Zeeland). In die streken zegt men dus ies (ijs), tied (tijd) enz. In Brabant, Holland en Utrecht is de klank verandering wel doorgedrongen maar niet in alle woorden die de klinker -ie- bevatten. Zo zegt men in het Sliedrechts andievie (andijvie), bie (bij, insekt), schaeresliep (scharenslijper). In het Nederlands zijn soms dezelfde woorden blijven bestaan met een -ie- en een -ij- maar hebben ze een verschillende betekenis gekregen. Voorbeelden: piepen naast pijpen, iel naast ijl, kiekeboe van kijken en bijzonder schrijven we met een -ij- maar we spreken nog steeds de oude -ie- uit.
Die -ie- werd in de Middeleeuwen als -y- geschreven. Die oude schrijfwijze is soms bewaard gebleven, zoals in de naam van het bejaardenhuis Over-Slydrecht. Dat moet dus uitgesproken worden als Over-Sliedrecht en niet als Slijdrecht.
Een apart geval is Wijngaarden. De -ij- is verkort tot een -i-. Toen werd het Wingerde, dat later weer veranderde in Wengerde. In sommige delen van de Alblasserwaard is het Wingerde gebleven.

_________________________________

De -e- van mest, verf , wervel en venster.

DIE AOPE VAN JONG SMEERDE MIST OP ‘T VORSGEVAARәFDE WURRәVELTJIE VAN DE VAAINSTERS.

Bovenstaande zin illustreert hoe verschillend de Nederlandse -e- (uitspraak è) in het Sliedrechts dialect wordt uitgesproken. Samen met de verouderde vormen bestaan er in het Sliedrechts zeven variaties waarop de e uitgesproken wordt. We zullen ze achtereenvolgens noemen.
-e- als de -aa- van gaan. Zonder volledig te zijn hieronder een paar voorbeelden:
aarәf – erf, aarәg – erg, aarәve – erven, baarәg – berg, kaarәk – kerk, schaarәf – scherf, schaarәm – scherm, schaarәp – scherp, waarәk – werk. Wat opvalt, is dat in de bovenstaande woorden overal een -r- achter genoemde -aa- staat. Die -r- is dan ook de oorzaak van de klankverandering. Oorspronkelijk hadden deze woorden allemaal een e zoals in het Nederlands. Maar onder invloed van die -r- zijn ze eerst veranderd in een -ae- en later veranderd in een -aa-. Het komt in het Nederlands vaker voor dat de -r- de klank die ervoor ligt, verandert. Ook in het Nederlands is er klankverschil te horen in de -ee- van keel en van keer, van kool en koor, van deun en deur.
De –e- wordt uitgesproken als de -a- van kat. Voorbeelden: art – erwt, harses – hersens, karsebôôm – kersenboom. Het Nederlandse woord erwt heeft oorspronkelijk een -a-. Het oude Germaanse woord is araweiz. De in het Nederlands onuitgesproken -w- hoort er oorspronkelijk dus ook in. Bij harses en kars hebben de rs ervoor gezorgd dat in het Sliedrechts e in een -a- veranderd is. Dat is n.l. gemakkelijker om uit te spreken.
De –e- is in het Sliedrechts een -u-. Dit wordt geïllustreerd door de woorden schulpzand – schelpzand, wurf – werf, wurvel – wervel of grendel, murgpijpie – mergpijpje. Bij wurf en wurvel heeft waarschijnlijk de voorafgaande -w- en de volgende combinatie rf / rv de klinker beïnvloed. Dit verschijnsel is trouwens ook in het Nederlands niet onbekend. Het woord schulp kennen we uit de uitdrukking “In je schulp kruipen”, dat teruggaat op hetzelfde woord als schelp. En ook lessen en blussen zijn verwante woorden, blussen is ontstaan uit be-lessen (met water overgieten).
De Nederlandse –e- werd in het Sliedrechts een -o-. Deze woorden zijn verouderd, die hoort men tegenwoordig niet zoveel meer, maar oudere mensen zullen ze nog wel kennen.
Vors – vers, dorde – derde, dortien – dertien, korsәmus – kerstmis, korsbôôm – kerstboom. Ook hier komt het weer omdat er een -r- achter staat. Het Nederlands kent dit verschijnsel ook in enkele woorden, zoals worden (was vroeger werden zoals het Duitse werden), en worstelen, vergelijk het Engelse wrestle.
De –e- wordt in het Sliedrechts een -ee-, (ook verouderd). Voorbeelden: veer – ver, veerder – verder en onderweeg – onderweg.
De –e- wordt uitgesproken als -i-. Tegenwoordig wordt dat als Giessendams beschouwd, maar het kwam vroeger ook in het Sliedrechts voor. Voorbeelden hiervan: mist – mest, minse – mensen, mit – met, schinke – schenken. Bij schinke en mins is er sprake van een latere ontwikkeling tot die klank -u- vanuit de e , mens en schenken. Bij mit en mist is in het Sliedrechts de oorspronkelijke Germaanse klank bewaard, zoals ook in het Duits. Ook komt het omgekeerde voor. Het Nederlandse blik is in het Sliedrechts blek, zoals in het Duits: blech. Die afwisseling van -i- en -e- vinden we in het Nederlands nog terug in gevallen als vel – villen, rechter – richter.
De Nederlandse –e- wordt in het Sliedrechts uitgesproken als -aai-. Ook dit is een verouderde vorm die we echter vanwege de volledigheid niet willen weglaten. Voorbeelden: vaainster – venster, waainsbraauw – wenkbrauw, waainse – wensen, daainke – denken. Deze uitspraak is, zoals gezegd, sterk verouderd, de invloed van het Nederlands op het Sliedrechts heeft ervoor gezorgd dat deze woorden nu als in het Nederlands uitgesproken worden. Overigens is de vorm waainsbraauw vermoedelijk afgeleid van een vorm van winden, vandaar geen -k- in het Sliedrechts. Het Nederlandse wenkbrauw is volksetymologie; het eerste lid werd in verband gebracht met wenken. De Sliedrechtse ontwikkeling van e naar -aai- is gebeurd onder invloed van de -n- plus medeklinkers die erachter staan. Hetzelfde verschijnsel is bekend uit het Nederlands in het woord einde – ende. Sliedrecht heeft met -end- dus de oude klinker bewaard. Heinde in “Van heinde en verre”, dat via hende uit hande ontstaan is en dus eigenlijk betekent: wat bij de hand ligt, wat dichtbij is.

De -oo- van hoop en kool.

ZE MOS KÔÔKE AS ZE AN KOKE DOCHT

De Nederlandse –oo- klank wordt in het Sliedrechts heel vaak uitgesproken als -ôô-, bijv. hôôg, dôôf, grôôt en vele andere. Die Sliedrechtse -ôô-klank wordt uitgesproken als de Nederlandse -oo- voor een -r-. (hoor en hôôg hebben dus dezelfde -oo-klank in het Sliedrechts.)
Daarnaast zijn er talloze woorden waarin het Sliedrechts, net als het Nederlands, gewoon een -oo- heeft. Het aardige is dat er in ons dialect een aantal woorden zijn die verschillend uitgesproken worden, terwijl dat verschil in het Nederlands niet meer bestaat.

Voorbeelden:
stove (meervoud van stoof – stôôve (stoven, koken)
loof (van loven) – lôôf (gebladerte)
lootjie (een klein lot) – lôôdjie (klein stuk lood)
slote (meervoud van slot) – slôôte (meervoud van sloot)
hoop (verwachting) – hôôp (hoeveelheid)
pote (werkwoord) – pôôte (meervoud van poot)
kole (om te stoken) – kôôle (groente)
koke (eten bereiden) – kôôke (kokhalzen)
koper (metaal) – kôôper (iemand die koopt)
loos (aan de hand) – lôôs, lôôsie (zonder inhoud, schuilplaats)
stroop (beleg) – strôôp (van (op)stropen)

Dat verschil in het Sliedrechts tussen -oo- en -ôô- is niet zomaar een toevallige slordige uitspraak. Het is een overblijfsel van verschillen in uitspraak die vóór de 17e en 18e eeuw in Nederland bestonden. De -ôô- is ontwikkeld uit de Oud-Germaanse -au-. In het Duits is die oorspronkelijke -au- vaak nog bewaard gebleven. Vandaar dat de Sliedrechters vaak een -ôô- zeggen waar de Duitsers een -au- zeggen.
Voorbeelden:
kôôpe – kaufen
lôôf – Laub
rôôke – rauchen
hôôp – ein Haufen

Hoewel die uitspraak van de –oo- in het Nederlands voor beide woordsoorten hetzelfde werd na de 18e eeuw, is de schrijfwijze lang verschillend gebleven.
Tot in de eerste helft van de 20e eeuw had je slooten en sloten. Slooten daar stond water in en sloten zaten op de deur. Koolen waren om te eten en kolen stookte je in de kachel.
Dit was een heel probleem voor de kinderen die Nederlands leerden op de lagere school, echter niet voor de kinderen in Sliedrecht. En trouwens in het zuiden van Nederland, zoals Zeeland, Brabant en ook Vlaanderen, want daar wisten ze allemaal dat als je in je dialect een -ôô- hoorde, je de dubbele -oo- moest schrijven.

We willen hier ook nog even de aandacht vragen voor een bijzonder dialectverschijnsel. In onze streken zegt men hooi, mooi, gooie, bôôjem. Het is echter zo, dat bijna niemand in de gaten heeft dat die -ôô-klank afwijkt van die in het Standaard Nederlands die meer een -oo-achtige klank heeft. Mensen die denken dat ze geen dialect spreken, maar wel in onze streek gekipt en gebroeid zijn, herken je vaak aan die -ôô-woorden. Het is echt één van die regionale kleuringen van de standaard taal die iemand niet gauw kwijt raakt.

In een aantal gevallen wordt de –oo- in het Sliedrechts als -eu- uitgesproken: deur (door), geut (goot), meule (molen), neut (noot), veugel (vogel), weune (wonen), zeumer (zomer), zeun (zoon).

Ook in het woord eulieneutjies (olienootjes, pinda ‘s) komt het voor, hoewel de losse vorm eulie nooit wordt gebruikt. Deze -eu-klank is in het Germaanse taalgebied spontaan ontwikkeld uit de -oo-. Sommige -eu-woorden zijn ook in het Standaard Nederlands terecht gekomen. Bijv. keuken (naast koken), sleutel (naast slot, sloten) en teugel. In andere dialecten hebben nog meer -oo-woorden een -eu-klank gekregen. Bijv. keuning (koning), veur (voor), geweunte (gewoonte). Ook in het Duits zien we dit verschijnsel, denk maar eens aan woorden als schön (mooi), brötchen (broodjes), könig (koning).

In een aantal woorden is de Nederlandse -oo- in het Sliedrechts een -u-. Hier is de klankontwikkeling als volgt gegaan. Het was eerst een -oo-, die veranderde in een -eu- en vervolgens is die -eu- verkort tot -u-.

Voorbeelden:
boter – beuter – butter
schotel – scheutel – schuttel
joken – jeuken – jukke

Een boomgaard heet in het Sliedrechts bongerd. Net als in Wengerde (Wijngaarden) is hier een verkorting van de klank opgetreden.

Een ooievaar heette vroeger in het Sliedrechts een oeievaor. Deze verouderde uitspraak van -oo- als -oe- voor een -i- is waarschijnlijk te vergelijken met de vorm uitroeien, die verwant is met rooien. Ook daar heeft zich die klankverandering voorgedaan.

_______________________________

De toonloze –e- (geschreven als -ə-)

BeKANT VIEL DIE OVER ‘N BəNAON

In onbeklemtoonde lettergrepen vertoont het Sliedrechts een sterke neiging om volle klinkers te verkorten of toonloos te maken, d.w.z. ze krijgen de onduidelijke kleur van de toonloze -ə- zoals in məziek (muziek).
Dit gebeurt in de Nederlandse spreektaal ook veelvuldig, denk bijv. aan de -ij- in duidelijk die eveneens als toonloze -ə- wordt uitgesproken.
Voor het Sliedrechts kunnen we de volgende onderscheidingen maken:
Beginletter: vərzichtig; məschie; bəkant (bijna,bijkans); g’naevənd (goedenavond).
Ook vərdeur (buiten, voor de deur) hoort hierbij.
Slotlettergreep: zôôvəl (zoveel); dikkəls (dikwijls); aevənd (avond); wingərd of wengərd (wijngaard).
c) Onbeklemtoonde lettergrepen in een woord van vreemde herkomst: appəraot; bənaon; sjəffeur; fəsoen; pəsjoen; fəguur; pədaol; pərtaol; səgaor; təmaot en zeer veel andere.
Soms valt de klinker in de beginlettergreep in z’n geheel weg, zoals in de woorden trug (terug);
drek (direct); krek (precies, correct); kraf(t) (karaf); knijn (konijn); pliesie (politie).
Ook vrom of from (weerom) heeft deze verkorting ondergaan, evenals de naam Kneliao (Cornelia).
Enkele lange klinkers worden in veel gebruikte woorden die niet de klemtoon hebben, verkort tot korte klinkers, zoals ok (ook), an (aan), mor (maar), host (haast).
Opvallend is verder dat in vreemde woorden van drie lettergrepen de -e- van de beginlettergreep verandert in een -i-, zoals bij rippәraosie (reparatie), ginneraosie (generatie), rizzultaot (resultaat), tillefoon (telefoon).

Klankveranderingen zien we ook nog bij dirrekteur (directeur) en polәtiek (politiek).

D’r bij en D’r af

In sommige woorden heeft het Sliedrechts minder letters dan in het Standaard Nederlands. Bij andere woorden voegen wij juist weer iets toe.
Eerst over het verdwijnen. Dat komt ook in het Nederlands voor.
Je hoort nogal eens zeggen ‘rechs’ in plaats van ‘rechts’.
Nou, in het Sliedrechts kennen wij er ook wat van.
Als er een -d- achter de -r- staat, wordt die -d-, en soms ook een -t-, nogal eens weggelaten.
Denk maar eens aan woorden als: aerepel (aardappelen), aerig (aardig), vermoore (vermoorden), worre (worden), wiere (werden), en nog een paar mooie: kerremelk (karnemelk) en sikketrie (secretarie).

Maar ook de -r- verdwijnt nogal eens. Bijv. in êêder (eerder), vedder (verder), bevôôbeld (bijvoorbeeld), akkedeere, buuvrouw en êêsie (eerste).
Vegeete, velore, veleede of vleede, en veel meer woorden waar -ver- voor staat.

De -t- verdwijnt in woorden als acher (verouderd voor achter), affekaot (advocaat), dichbij (dichtbij), waffere (wat voor), groffaoder (verouderd voor grootvader), ochend (ochtend) en zwachel (zwachtel).

Zelfs de -k- verdonkeremanen wij wel eens, zoals in int (inkt) en mart (markt).

De -w- is weggevallen in dikkels (dikwijls) en tienigt (tiendweg).

De -n- is verdwenen in kejak (cognac), pesjoen (pensioen), odeklojje (eau de cologne), petoffel (pantoffel), ketak (contact), êêmel (eenmaal) en vullis (vuilnis).

De -f- is verdwenen bij hôôd (hoofd) en bij: hij hèt (hij heeft).

Tot slot geven we u graag nog een aantal diverse woorden waarbij letters weggevallen zijn:
As (als), zukke (zulke), bommezij-je (bombazijnen), treppot (trekpot, theepot), grommoeder (verouderd voor grootmoeder), raobel (ragebol), onnibus (omnibus), sondas (zondags) en garrieballie (garibaldi hoed).

Maar er is evenwicht, want in het Sliedrechts zetten we er ook soms letters bij.
In enkele woorden wordt een -d- of -t- toegevoegd die daar vanouds niet stond.
Dit vinden we vooral bij woorden die eindigen op de onbeklemtoonde lettergreep -l of -r. Bijv. brommerd, dubbeld, enkeld of: een enkelde keer, zuiperd, schretterd en kanjerd.
Bij die laatste voorbeelden is waarschijnlijk een woord als bangerd het voorbeeld geweest.

Ook hebben we een -t- of -d- toegevoegd in woorden als fongst (fonds), genogt (genoeg), graft (graf), het verouderde raomd (raam), steegt (steeg) tienigt (tiendweg) en schelft (schelf).

Tenslotte vinden we een toegevoegde -t in bijv. nêênt, belnêênt, jaot en beljaot.
Die zijn voortgekomen uit oudere vormen als: wel nee het, en: wel ja het.

Gaven we hierboven voorbeelden van woorden waar een -t- of -d- toegevoegd werd, hieronder volgen een aantal gevallen waar de laatste letters verdwijnen.
De slot -t- valt regelmatig weg na de -k-: drek (direct), krek (correct, precies), gehak (gehakt) en stopketak (stopcontact).

In de stadsdialecten van bijv. Dordrecht en Utrecht is dit verschijnsel veel verder doorgedrongen en spreekt men van: nach (nacht), luch (lucht) en diens (dienst).

Ook in vaak gebruikte éénlettergreepwoorden verdwijnt de slot -t- regelmatig. Bijv.: moch (mocht), mos (moest), nie (niet), dà (dat) en wà (wat).

En wat vindt u van de volgende zinnetjes?
Wà doe me?
Dà ’s niks!
Krek wà ‘k wou!

De slot -n- valt weg na een toonloze -e-, net als vaak in de algemene Nederlandse uitspraak: waarke (werken), geve (geven), huize (huizen), bedde (bedden), groente (groenten), enz.
Daarnaast valt de slot -n- af in woorden als meschie en toe, zoals in: Toe zee die.

Bommezij-je (bombazijnen) is een apart geval. Het leenwoord uit het Franse bombasin (een soort katoenen stof), werd zo begrepen alsof het laatste deel van zijde afkomstig was.
Daarom zei men bommezij-je en niet bommezijne…

In de woorden têê en pee is geen -n- afgevallen, maar bewaart het Sliedrechts juist de oude enkelvoudsvorm.

Overige gevallen: nae en strak.
Het Nederlandse ‘naar’ is een latere vorm en oorspronkelijk de vergrotende trap van ‘na’. De vorm strak heeft in het Nederlands een bijwoord-s-, zoals bij een-eens en recht-rechts.

Een aangeplakte -i-
In het Sliedrechts zeggen we laoi, slaoi en kaoi. Hier is de -d- van lade, salade en kade omgevormd tot een -i-.
Bij koei (koe) en vlooi (vlo) is die -i- te verklaren uit de meervoudsvormen koeien en vlooien. Bij strôôi (stro) heeft mogelijk ook de verwantschap met hooi een rol gespeeld.

Een lettergreep verdwijnt
Bij knijn (konijn) en vleede (verleden, ook: onlangs) is een klinker weggevallen, zodat er ook een lettergreep verdwijnt.
Ook gebeurt het, dat de toonloze -e- of een -a- tussen een medeklinker en een -r- wegvalt. Bijv. in trug (terug), sikketrie (secretarie), margrine (margarine) en sigret (sigaret).
De onbeklemtoonde -i- valt weg in bijv. kaptaol (kapitaal), kaptaain (kapitein), matterjaol (materiaal) en filestere (feliciteren).
De onbeklemtoonde beginklinker of beginlettergreep valt weg in lozie, ook: allozie (horloge), monicao (harmonica) en mangels (amandelen).
De toonloze -e- aan het einde van een woord is weggevallen in schaand (schande), seklaod (chocolade) en taarf (tarwe).(In taarvebrôôd wordt die wel gehandhaafd!)
Een aantal aardrijkskundige namen vertoont eveneens verlies van één of soms meer lettergrepen. Bijv: Blesgraef (Bleskensgraaf), Braonk (Brandwijk), de Strieweg (de Industrieweg) of de wijk Slierefruit (‘Sliedrecht Vooruit’ op de uitbreiding buitendijks).
Nog een paar voorkomende gevallen: aamel (allemaal), hêêmel (helemaal), petrolie (petroleum), pliesiegent (politieagent), raobel (ragebol) en sêêt (sajet). Het woord ‘hoep’ is geen voorbeeld van een lettergreep die verdwenen is. Het woord hoepel is oorspronkelijk een verkleinwoord van hoep.

Een lettergreep erbij
In een aantal gevallen vinden we in het Sliedrechts het omgekeerde van het bovenstaande, n.l. de toevoeging van een lettergreep.
Een toonloze -e- wordt ingevoegd tussen twee medeklinkers zoals l-b, r-m, r-b, en r-k.
Voorbeelden: aolebes (aalbes), aaremoei (armoe), barrebier (barbier), feberewaori (februari), karrewats (karwats), karrewaaichie (karweitje) maaremer (marmer), serrevet (servet), suntereklaos (sinterklaas), Tollesteegt (Tolsteeg) en nog veel andere.
In pesallem vindt zelfs een uitbreiding naar drie lettergrepen plaats!
Nog een heel aparte: Santemekraom.

Verhuizende letters
Dat komt vooral voor bij de -r- plus een andere letter. Zo zien we perbere (proberen), percent (procent) en percies (precies).
Maar ook in Kors dat van Chris afkomstig is, en Korsjonnao via Korstiana van Christiana.
Ferwêêl (fluweel) heeft daarnaast ook nog een onregelmatige -r- .
Verspringing van -l- en -r- komt voor in verouderde dialectvormen als: ulleger (orgel), nu meestal gezegd als urgel, of spruntel (splinter), nu als: sprintel en mullever (een soort knikker) ontstaan uit murvel en verwant met het Engelse marble(marmer, knikker).
Nog twee tot slot: maneuvels (manoeuvres) en menutie (munitie).

Gesproken zoals het geschreven wordt
Een aantal woorden van vreemde oorsprong, m.n. uit het Frans en Engels, wordt in het Sliedrechts min of meer uitgesproken als de schrijfwijze en niet zoals het in die oorspronkelijke taal klinkt. Tot deze groep zijn te rekenen:
Uit het Frans woorden als: falliet (failliet), electrizijn (electricien) en resterant (restaurant).
Maar ook Engelse leenwoorden als kloon (clown), pinantie (penalty), kôôl (goal) en de merknamen Bleu Band (Blue Band) en Sunligt (Sunlight).

Overige
De hieronder genoemde woorden zijn niet gemakkelijk in te delen in één van de bovenstaande categorieën, daarom volgt hier een losse opsomming, met waar mogelijk een verklaring van het verschijnsel.
Aokelijk (aokelig), onder invloed van de eerste -k- is de laatste -g- ook een -k- geworden.
Aosem (adem). Bel, bel, (wel, wel). Bombakkes (mombakkes), die eerste -m- is een -b- geworden onder invloed van de tweede.
Bollefooi (bonnefooi). Doezerig (doezelig). Fesoen (fatsoen). Foksere (forceren). Kaarkesaotie (cathechesatie), een heel mooi voorbeeld van volksetymologie!
Karremenaode (karbonade), onder invloed van de -n- werd ook de -m- een -b-.
Koteleksie (koteletje). Maolderij (malerij). Hier zien we hetzelfde geval als het Nederlandse kelder naast het Duitse keller.
Menge (mennen). Medêên (meteen). Naert (aars). Dat komt omdat de slot-n- van het lidwoord deel geworden is van het woord. Den aars is geworden: de naers.
Naokend (naakt). In het Oud-Nederlands was het naket, daaraan is een -n- toegevoegd.
Bij ome is de extra letter -e- mogelijk ontstaan naar analogie van tante.
Pumperdemunt (pepermunt). Singeringe (seringen). Sintele (tintelen). Stokvaarf (stopverf). Zwaolefies (zwaluwtjes). Hier zien we dat onder invloed van de -l- de slot-w- veranderd is in een -f-.
Het Sliedrechts laat ons tal van oude, interessante bijzonderheden zien!

Autoritjes door Sliedrecht met dashcam

Dave Hollande maakte met zijn auto met dashcam diverse ritjes door Sliedrecht. Met zijn toestemming laten wij deze filmpjes graag hier zien.

U vindt de filmpjes via Beeld en Geluid en vervolgens Autoritjes door Sliedrecht of KLIK HIER

Autoritjes door Sliedrecht

Dave Hollande maakte met zijn auto met dashcam diverse ritjes door Sliedrecht. Met zijn toestemming laten wij deze filmpjes graag hier zien.





Dialectverhaaltjes 2016

 

 

Terug naar vorige pagina

Feestelijke dag

2016-04-30-01Zaterdag 30 april was een feestelijke dag in Sliedrecht. De verjaardag van Sliedrecht, en het 35 jarig bestaan van de Historische Vereniging Sliedrecht werden gevierd.
Het was ook de dag waarop het Sliedrechts Museum, de Genealogische Vereniging De Stamboom en de Historische Vereniging Sliedrecht bekend maakten dat zij gaan samenwerken als Historisch Platform Sliedrecht.
Rond 14:00 uur hielden de voorzitters van de drie instellingen een korte toespraak, waarmee zij een en ander bekend maakten. Hierna, hield  burgemeester van Hemmen een lezing onder de titel “Vrouwen van Sliedrecht”, geïnspireerd op de vrouwen van de baggeraars die tijdens de afwezigheid van hun echtgenoten, buitenaf werkend, op zelfstandige wijze de zaken thuis regelden.

De Sliedrechtse damesgroep “Tisnennyfals” trad meerdere malen op met onderhoudende liedjes. Een verhaal in het Sliedrechts dialect ontbrak uiteraard ook niet. Het werd voorgedragen door Piet Pols.
Jonge mensen in Sliedrecht waren uitgenodigd een selfie te maken met het motto “Jij en ik in Sliedrecht”. De burgemeester reikte aan de winnaars de prijzen uit.

Voor de foto’s van de Feestelijke dag 30 april 2016 klikt u HIER.

Feestelijke dag 30 april 2016

Zaterdag 30 april 2016 was een feestelijke dag in Sliedrecht. De verjaardag van Sliedrecht, en het 35 jarig bestaan van de Historische Vereniging Sliedrecht werden gevierd.
Het was ook de dag waarop het Sliedrechts Museum, de Genealogische Vereniging De Stamboom en de Historische Vereniging Sliedrecht bekend maakten dat zij gaan samenwerken als Historisch Platform Sliedrecht.
Rond 14:00 uur hielden de voorzitters van de drie instellingen een korte toespraak, waarmee zij een en ander bekend maakten. Hierna, hield burgemeester van Hemmen een lezing onder de titel “Vrouwen van Sliedrecht”, geïnspireerd op de vrouwen van de baggeraars die tijdens de afwezigheid van hun echtgenoten, buitenaf werkend, op zelfstandige wijze de zaken thuis regelden.

De Sliedrechtse damesgroep “Tisnennyfals” trad meerdere malen op met onderhoudende liedjes. Een verhaal in het Sliedrechts dialect ontbrak uiteraard ook niet. Het werd voorgedragen door Piet Pols.
Jonge mensen in Sliedrecht waren uitgenodigd een selfie te maken met het motto “Jij en ik in Sliedrecht”. De burgemeester reikte aan de winnaars de prijzen uit.

Historisch Moment (99)

11705498_1653633604880976_6614408368176417559_o (1)Oude foto: De jachthaven bij het Kerkerak aan het eind van de Industrieweg

Eerst wat geschiedenis. Naast ‘De Klop’ was er ooit een ander bedrijf aan de Industrieweg gevestigd. Dit was de scheepswerf ‘Kerkerak’. Deze werd op 7 juni 1918 opgericht, nadat het terrein van de vroegere ‘Zalmvisserij’ was aangekocht en opgespoten. Na enkele jaren was de zelfstandige scheepswerf al van het toneel verdwenen. De ‘Kerkerak’ is onder de vleugels van ‘De Klop’ in bedrijf gebleven tot 1932. De hele uitrusting werd daarna overgebracht naar de werf van ‘De Klop’. Het terrein van de scheepswerf met de intussen voor een groot deel bouwvallig geworden opstallen bleef eigendom van ‘De Klop’. De loodsen hebben later nog dienst gedaan als opslagplaats voor de boten van de in 1946 opgerichte watersportvereniging ‘Sliedrecht’. Voor de jeugd vormde het terrein van het ‘Kerkerak’ een unieke ontmoetingsplek. Op het terrein was o.a. een strandje te vinden. Gezwommen werd er in de rivier en de havenmond. Enige tijd heeft ook het ‘Padvindershonk’ een stek gehad op het terrein. In later tijd is het ‘Kerkerak’ een bedrijventerrein geworden. De poort aan het eind van de Industrieweg ging op slot, de watersportvereniging vond een onderkomen in de haven en aan de recreatie op het voormalige fabrieksterrein kwam een einde. Op het terrein kwam een kantoor van IHC.

Enkele reacties op de vraag: “Wat weet je nog van het Kerkerak?” “O ja,wij gingen zwemmen aan het eind van toen scheepswerf Van Rees. Aan de overkant daarvan lag het Kerkerak en daar mochten we absoluut niet naar toe!” “Met een stel van de Da Costa Mulo gingen wij er wel eens zwemmen.” “Aanlegplaats voor diverse bezigheden.” “Ja, ja! “ . “Daar zaten ook de padvinders o.l.v. hopman Kloosterman.” ”Heel veel gezwommen bij het Kerkerak met mijn ouders en zus.” “Inderdaad, vaak wezen zwemmen daar. Ik spreek dan over de jaren vijftig van de vorige eeuw.” ”Padvinderij, zwemmen en bootjes bewonderen. ” “In de jaren 70 had je daar nog een strandje en de opgeblazen bunkers aan de rivier naast het terrein van Van den Heerik. We hebben daar uren doorgebracht.” “Feesten!!!” “Heel veel gezwommen met klasgenootjes.” “Vooral met de kano naar de overkant, hopend op wat lekkere golfjes.” “Havenmeester Cornelis Korevaar.”

TouwNieuwe foto:

Een uit het Sliedrechtse beeld verdwenen bedrijf. Wie heeft er nog herinneringen aan al dit touw?

Waar stond dit gebouw? Van wie was het bedrijf?

Wanneer zal de foto gemaakt zijn?

We zijn benieuwd naar uw reacties. Die kunnen weer naar Bas Korporaal per telefoon 0184-417192.

Per e-mail naar info@historie-sliedrecht.nl

Slierecht weer ’n jaertie ouwer …

098-KopieHet Sliedrechts Museum in de Kerkbuurt

In 1958 kwam bij Ir. W. Bos de gedachte op tot de oprichting van een museum in Sliedrecht. Het oude raadhuis in de Kerkbuurt zou een mooie locatie zijn. Drie jaar later was er de Stichting Sliedrechts Museum. Op12 december 1964 vond de officiële opening plaats. In een latere tijd werd het aangrenzende pand, het vroegere Kantongerecht, bij het museum getrokken. Zaterdag 30 april viert Sliedrecht er de 952e verjaardag!

Slierecht weer ’n jaertie ouwer …

Nò nie zô lang geleeje hè me ’t nog grôôs mè mekaor gevierd. We weunde in ’n durrep dà mor liefst 950 jaer oud was. ’t Begon in ’t jaer 1064. Waffere tijd was dà? Nou, aailijk is t’r nie veul veraanderd leze me in d’n digitaole enceclopedie ‘Wikipedia’. Oôlogge alom. Zôômor een greep. De Turrekse Seltsjoeke onder aanvoering van Alp Arslan verôôvere Georgië en de Armeense steeje Ani en Kars. Ferdinand I van Leon verôôvert Coimbra op de More. De Hongaore slaon d’r slag in Belgraodo.

Nou, 952 jaer laeter, benne d’r nóg wèreldwijd brandhaerde, zijn d’r vluchtelinge en wordt ’r gerouwd. Kaainder worre gebore en de wèreld draait deur. D’n burregemêêster van Slierecht is ‘r voorstander van om jaerlijks, op elleke zaeterdag ’t dichste bij 2 maai, de verjaerdag van Slierecht te viere. Dut jaer is dat op zaeterdag 30 april. Aalles bij mekaor zijn d’r leuke planne gemaokt voor ’n gezellig fêêst met aanderande onderdêêle.

Op deuzen dag zalle ’t Slierechts Meseum, de Geneaologische Verêêniging ’De Stambôôm’ en d’n Historische Verêêniging Slierecht bekend maoke, dà ze gaon saomewaareke as Historisch Platfurm Slierecht. D’r wor zellefs bekeke of ‘r in de toekomst ‘n aanbouw bij ’t Slierechs Meseum kan komme as onderdak voor aalle afdêêlinge.

Zaeterdag 30 april stao gepland as ‘n fêêstelijk middagchie. Dut beurt in ’t aloude Slierechs Meseum in de Kaarekbuurt. We benne aamel uitgenôôjigd. ’t Fêêsie begint om ’n uur of twêê. Drie sprekers houwe dan ’n kort praotjie. De planne voor de kommende tijd worre dan uit de doeke gedaen. Hiernae zal d’n burregemêêster van Slierecht, Bram van Hemmen, ‘n kort verhaol vertelle over de ‘Vrouwe van Slierecht’. Dàt gaot dan in hôôfzaok over de vrouwe van de baggeraers die tijdes d’n afwezighaaid van hullieze buitenaf waarekende manne, d’r mor voor mosse zurrege dat de zaoksies thuis goed voor mekaor wazze.

Wà nog meer? De Slierechse daomesgroep ‘Tisnennyfals’ zal perbere om de panne van ’t dak te zinge tijdes ’n paor optreejes. Liefhebbers van ’t diëlect kanne smulle van ’n onvervaalst verhaol in plat Slierechs. Fillempies van Slierecht uit de jaere ‘50 en ‘60 van d’n vorigen êêuw benne te zien op ’n grôôt schaarem. Mot jie echt oud weze om mee te geniete? Belnêênt! Jonge mense uit Slierecht benne welkom en worre uitgenôôjigd een sellefie te maoke onder ’t motto: ’Jij en ik in Slierecht’. De drie leukste sellefies worre met ’n verrassing belôônd.

Aal met aal ‘n gezellige bijêênkomst voor iederêên die Brijhapper is, of Slierechter wil worre. Rond 17.00 uur kompt ’r ’n end aan ‘t ‘verjaerdasfêêsie’. Oh ja, as ie ’n Slierechse vlag het, wor ie gevraegd deuze uit te hange op 30 april. Tot de kijk dan mor, hee!

Besjaon

Verjaardag van Sliedrecht

30 april de verjaardag van Sliedrecht

Verjaardag van SliedrechtVan 2014 tot 2015 werd met meerdere manifestaties aandacht geschonken aan het feit dat Sliedrecht 950 jaar bestond, zoals weergegeven in een akte van 2 mei 1064.

Mede door de burgemeester van Sliedrecht is toen besloten dat jaarlijks, op elke zaterdag die het dichtst bij 2 mei ligt, de verjaardag van Sliedrecht gevierd zal worden.

Dit jaar is dat zaterdag 30 april. Er is meer te vieren dan de verjaardag van Sliedrecht. Op deze dag is het namelijk 35 jaar geleden dat de Historische Vereniging Sliedrecht in 1981 werd opgericht. Het is ook de dag waarop het Sliedrechts Museum, de Genealogische Vereniging De Stamboom en de Historische Vereniging Sliedrecht bekend maken dat zij gaan samenwerken als Historisch Platform Sliedrecht. Er wordt onderzocht of een aanbouw bij het Sliedrechts Museum mogelijk is, zodat de drie instellingen onder één dak de geschiedenis van Sliedrecht beter kunnen dienen en bereikbaar maken voor iedereen.

MuseumZaterdag 30 april wordt een feestelijke middag in het Sliedrechts Museum. Iedereen is welkom. Vanaf 13:30 uur begint de inloop. Rond 14:00 uur volgen korte toespraken van de voorzitters van de drie instellingen, waarmee zij een en ander bekend zullen maken over de toekomstplannen. Hierna, 14:30 uur, zal de burgemeester van Sliedrecht een korte lezing houden met als titel “Vrouwen van Sliedrecht”, geïnspireerd op de vrouwen van de baggeraars die tijdens de afwezigheid van hun echtgenoten, buitenaf werkend, op zelfstandige wijze de zaken thuis regelden.

De Sliedrechtse damesgroep “Tisnennyfals” zal meerdere malen met onderhoudende liedjes optreden. Er zal een verhaal in dialect verteld worden. Films van het Sliedrecht uit de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw worden vertoond.
Jonge mensen in Sliedrecht zijn uitgenodigd een selfie te maken met het motto “Jij en ik in Sliedrecht”. De drie leukste selfies wordt met een verrassing beloond.
In het Sliedrechts Museum wordt een afwisselend programma vertoond in de sfeer van een gezellige reünie voor iedereen die Sliedrechter is of zich Sliedrechter wil voelen of worden.
De gezelligheid begint om 13:30 uur en rond 17:00 uur wordt het afgesloten. De toegang is gratis. Er is veel te zien en te beleven. Kom zaterdag 30 april naar Kerkbuurt 99-101 in Sliedrecht en beleef het mee.
Wie een Sliedrecht vlag heeft, hoort deze vlag op 30 april uit te hangen.

Kroon op Sliedrechts wapen

1961-2011
50 jaar Kroon op Sliedrechts wapen en Erepenning

Wist u dat uw gemeentewapen pas sinds 1961 is gedekt met een gouden kroon van drie bladeren en twee paarlen? De kroon is erop gekomen nadat de gemeenteraad op 27 maart 1961 een verordening vaststelde die het mogelijk maakte om een Erepenning der gemeente Sliedrecht uit te reiken. Toen er met de N.V. Koninklijke Begeer in Voorschoten contact was gelegd om de penning te slaan, werd Sliedrecht erop gewezen dat het voor een goede verdeling van de opslag op de penning “gewenst was een kroon boven het wapen te plaatsen”. Om dit voor elkaar te krijgen moest per rekwest aan Hare Majesteit worden verzocht om een kroon te verlenen. Aldus gebeurde met een meegestuurde tekening (zie het voorbeeld).

Wapen Gemeente SliedrechtOp 23 augustus 1961 verleende Koningin Juliana toestemming om de omschrijving van het gemeentewapen (conform Besluit Hoge Raad van Adel op 24 juli 1816) als volgt vast te stellen: Van goud, beladen met een Bourgondisch kruis van sabel; het schild gedekt met een gouden kroon met drie bladeren en twee paarlen. Opmerkelijk detail is dat het Koninklijk Besluit nr. 50 door de Koningin is getekend vanaf haar vakantieadres Porto Ecole, 23 augustus 1961. Van de Hoge Raad van Adel ontving Sliedrecht vervolgens een Wapendiploma wat 45 gulden kostte. Het wapen met Kroon bestaat in 2011 50 jaar evenals de Erepenning die ook in 1961 geslagen is bij Koninklijke Begeer. (modelleur H. Wetselaar).

Op 25 augustus 1988 werd het duidelijk dat we niet te maken hadden met een Bourgondisch kruis, maar met een in goud een groot-uitgeschulpt schuinkruis van sabel. Het schild gedekt door een gouden kroon van 3 bladeren en 2 parels.

Oorsprong/verklaring
Het wapen is afgeleid van het wapen van de familie Van Lokhorst.De eerste vrouwe van Lokhorst (de vroegere heerlijkheid Oversliedrecht) was in de 17e eeuw Gertruyd van Lokhorst, Vrouwe van Hazerswoude. Een wapen voor Lokhorst met een uitgeschulpt kruis komt echter ook al voor in het manuscript Gelre voor Adam van Lokhorst (1361-1414). De familie van Lo(c)khorst was eigenaar van de gelijknamige ridderhofstad te Leusden. De genoemde Adam van Lokhorst staat dan ook vermeld als leenman van Utrecht, niet van Holland. Het kruis van het geslacht Lokhorst komt ook voor in het wapen van de voormalige gemeente Hoogland. Het wapen werd als heerlijkheidswapen als zodanig al in de 18e eeuw gevoerd, dus ook nadat de familie van Lokhorst geen bezittingen meer had in de heerlijkheid. Behalve uit de heerlijkheid Lokhorst is de gemeente ook opgebouwd uit de heerlijkheden Niemandsvriend en Naaldwijk. Naaldwijk voerde als heerlijkheidswapen een wapen identiek aan de gemeente Naaldwijk in het Westland. Het is evenals het wapen van de gemeente Naaldwijk afgeleid van het wapen van het geslacht Van Naaldwijk.

Erelid HVS

Ere lid Bas Lissenburg
Bas Lissenburg met de uitgereikte oorkonde

De leden van de Historische Vereniging Sliedrecht hebben tijdens hun jaarvergadering op 23 februari jl. scheidend bestuurslid Bas Lissenburg onder begeleiding van een klaterend applaus tot erelid benoemd.

Scala van functies
Bas Lissenburg heeft ruim 21 jaar deel uitgemaakt van het bestuur van de HVS. Hij vervulde gedurende deze tijd een scala aan functies waarvan te noemen: het ontwikkelen en onderhouden van de website van de vereniging en het schrijven van een aantal boeken en artikelen voor het periodiek van de HVS.

Vrijwilliger
De bekende Sliedrechter treedt terug uit het bestuur, maar gaat wel verder als vrijwilliger en zal zich bezig blijven houden met onder meer de actualiteit van de kleurrijke website.
Dit is een activiteit die vrijwel dagelijks aandacht vraagt.

Andere zaken waar Bas betrokken bij blijft zijn o.a. het verzorgen van het ‘Historisch Moment’ in het ‘Kompas’ en het verzenden van de dialectverhalen naar de ‘Merwestreek’. Onder het pseudoniem ‘Besjaon’ schrijft hij ook stukjes in het Sliedrechts dialect.

Het erelidmaatschap werd uitgereikt door bestuurslid Peter Bons die tijdens de jaarverga-dering optrad als spreekstalmeester.

 

Sliedrecht koopt weg

DigibronPublicatiedatum: 20 juli 1983

Sliedrecht koopt weg van particulieren

Na jaren van onderhandelen

SLIEDRECHT — Binnen afzienbare tijd zal de gemeente Sliedrecht een straat rijker zijn. Deze keer niet dankzij uitbreidingsplannen maar via de aankoop van een straat welke tot nog toe particulier eigendom was. Vooraan de weg staat dan ook een waarschuwing “Het betreden van deze weg is op eigen risico”.
KroonstraatHet betreft de Kroonstraat. Vroeger door de familie Kalis gebouwd en aangelegd en vele jaren verhuurd. De woningen zijn later verkocht waarbij de nieuwe eigenaars onderhoudsplichtig werden voor de straat.

De straat werd overigens niet hun eigendom. Jarenlang had iedereen vrede met de bestaande situatie. Totdat het achterstalling onderhoud aan de straat ging spreken.

Al in de jaren zestig is er overleg geweest tussen de gemeente en de eigenaar van de straat. Men kon niet tot overeenstemming komen. Pas nu is men het eens over de overname door de gemeente. De huidige bewoners hebben hier ook aan meegewerkt. Zij zullen hun onderhoudsplicht afkopen bij de gemeente Sliedrecht.

KroonstraatOnderhoudsplicht
Het bedrag wat de gemeente hiervoor krijgt is het bedrag dat vorige eigenaar krijgt voor de investering destijds door hem gedaan.

De Kroonstraat zelf wordt overgedragen voor 1 gulden. De 23 eigenaren van een woning zullen per eigenaar 1.100 gulden betalen voor het afkopen van hun onderhoudsplicht.

Dankzij deze regeling zal het wonen aan Kroonstraat binnenkort wel een hele verbetering ondergaan. Van gemeentewege zal het gebied rond de Kroonstraat in overeenstemming met het bestemmingsplan gebracht worden. Deze plannen zullen onder meer bestaan uit het dempen van de gantel aan de westzijde van de straat, het aanbrengen van parkeerplaatsen en eenvoudige groenvoorzieningen. Ook zal een nieuwe riolering worden aangelegd.

Voorstellen hiertoe worden voorbereid en zullen zo spoedig mogelijk aan de raad ter goedkeuring worden aangeboden.

Voor het aanpassen aan het bestemmingsplan is het ook nodig dat de gemeente een stukje grond ten zuiden van de straat aankoopt van dezelfde eigenaar. In de gantel ten zuiden van dit terrein ligt nog 1 woonark.
KroonstraatDe Kroonstraat dankt zijn naam aan het feit dat op deze plaats de Kroonsteeg (of Kroonstoepje) heeft gelegen. Alle woningen in de steeg waren eigendom van aannemer Dirk Joh. Kroon. Later liet de familie Kalis daar op eigen grond de straat aanleggen en bebouwen. De Kroonstraat is de enige straat welke niet tot de openbare wegen behoorde. Vroeger stond boven het straatnaambord een kleiner bordje met “Eigen Weg”, wat later is vervangen voor het waarschuwingsbord.

Afsluiting van de Zuiderzee in 1932

Fragmenten uit de film van de Harlinger filmmaker Gerrit Aalfs (1892-?) over de bouw en dichting van de Afsluitdijk in 1932.
Aan de bouw van de Afsluitdijk hebben veel Sliedrechts baggeraars meegewerkt.

Eerste TV-uitzending MerweTV

Eerste tv uitzending lokale omroep Sliedrecht gemaakt in 2000 met oude en nieuwe beelden van Sliedrecht. Met medewerking van o.a. Rene Vink, Laurens van der Graaf, Wim Oor, Wim Brouwer, Marieke Kitsz, Paulien Heerius en Ineke Bossers.

Een huis met historie

Huis met Historie-01

Geschiedenis van het huis van de familie Pellikaan, Stationsweg 233.

Een huis met historie:

· Theetuin van 1884 – 1940
· Onderkomen van de N.S.B. 1940 – 1945
· Sigarenfabriek en woonhuis 1946 – 1953
· Handel in verpakkingsmaterialen 1953 – 1978
· Woonhuis van de familie Pellikaan 1946 – 2006

Theetuin 1884 – 1940
De aanleg van de spoorlijn is gestart in 1879. Op 16 juli 1885 is de spoorlijn geopend verklaard. Het puffende stoommonster bracht de Sliedrechters veel sneller naar Dordrecht en Rotterdam dan de stoomboten van de Fop Smit. Vanaf de Grote Kerk werd richting het noorden de Stationsweg aangelegd. Deze 926 meter lange weg behoorde bij de werken van de spoorwegen, zodat het station vanaf de dijk bereikbaar zou zijn. De onbebouwde stoffige grindweg, met aan beide zijden bomen en een sloot, werd op 11 juni 1888 in onderhoud overgedragen aan de gemeente Sliedrecht.

Huis met Historie-02
Stationsweg, onverhard, met bomen aan weerszijden.

Met vooruitziende blik heeft de heer Hendrik van der Vlies ”De Theetuin” laten bouwen. Het pand werd in 1884 opgeleverd als woonhuis met vergaderruimte. De Theetuin was het eerste pand aan de Stationsweg en een jaar eerder klaar dan de spoorbaan en het station. De vergaderruimte c.q. koffiehuis was in het oostelijke deel van het pand en besloeg circa 2/3 derde deel van de begane grond. In de oostgevel waren openslaande deuren met een terras met afdak. De reizigers konden hun paarden stallen en zich laten soigneren. De familie Van der Vlies werd tevens pachter van de stationsrestauratie met buffet.
Vanuit de huiskamer van de Theetuin kon men in westelijke richting de spoorbrug over de rivier zien.
Het uitzicht naar het westen en het noorden was onbelemmerd. Naar het zuiden was bebouwing en naar het oosten stalling voor paarden en rijtuigen. De naam Stationsweg is pas in 1925 officieel ingevoerd.
In 1936 werd begonnen met de aanleg van de tweebaans Rijksweg.

Huis met Historie-03
De Theetuin, achter hoge bomen, die in de hongerwinter gekapt zijn.

De Theetuin, achter hoge bomen, die in de hongerwinter gekapt zijn.
Bij de opening van de Spoorlijn Dordrecht – Gorinchem in 1885 werd met de Fop Smit bij het Middenveer het muziekcorps van het Regiment Jagers aangevoerd. Onder leiding van kapelmeester S. Calf marcheerde het corps onder het spelen van vrolijke wijsjes over de dijk en de kersverse Stationsweg naar het feestterrein bij het station. Daar kwam de speciale feesttrein met ministers en andere autoriteiten aan. Er werden twaalf saluutschoten gelost, waarna het gemeentebestuur onder leiding van burgemeester Van Haaften zijn opwachting maakte. Na het vertrek van de trein richting Giessendam was er een matinee in de Theetuin van H. van der Vlies tot ’s middags half twee (entree 25 centen).
De avondfeesten begonnen om 8 uur met een verlichting van de Theetuin en een concert op het feestterrein.

Huis met Historie-04
Vaandel van de muziekvereniging Apollo,
eigendom van het Sliedrechts Museum.

Muziekliefhebber
De heer Hendrik van der Vlies was muziekliefhebber, gaf vioolles aan huis, was dirigent van het toenmalige strijkorkest Apollo en was organist op het Naberorgel in de Grote Kerk. Om in de zomer wat muzikaal vertier in zijn Theetuin te kunnen bieden heeft Hendrik van der Vlies de muziekvereniging Crescendo opgericht en in de tuin een muziektent laten bouwen. In de muziektent werd destijds 4 tot 5 keer per jaar een zomerconcert gegeven. Hendrik van der Vlies bleef tot zijn overlijden in 1928 dirigent en was 24 jaar voorzitter van de vereniging.

Kleedruimte
Omdat de theetuin aanvankelijk ver buiten de bebouwing stond, werd ze ook voor andere doeleinden gebruikt.
Bekend is dat bijvoorbeeld de spelers van de Sliedrechtse voetbalclub, bij gebrek aan verkleedruimte op het voetbalveld, zich daar regelmatig verkleed hebben.

N.S.B.-onderkomen 1940 – 1945
In 1941 is de Theetuin verkocht door Teunis Marinus van der Vlies (ook dirigent te Sliedrecht) aan Arie Schakel (koopman te Sliedrecht). Het perceel betrof toen een oppervlak van circa 1.150 m2.

Huis met Historie-05
Propagandaposter van de Jeugdstorm

Het pand werd in de tweede wereldoorlog gebruikt door de N.S.B. In navolging van de Hitlerjeugd in Duitsland had de NSB ook een eigen ‘jeugdclub’: de Jeugdstorm. Daar werden de kinderen (bijna allemaal van NSB-ouders) opgevoed tot ware nationaal-socialisten en aanhangers van Mussert (en Hitler natuurlijk).
De tuin werd gebruikt voor spelletjes en wedstrijden voor de jeugd.
Het pand is ook beschadigd bij een bombardement, waarbij alle ruiten sneuvelden en veel dakpannen van het dak werden geblazen. Twee huizen aan de overzijde werden hierbij onherstelbaar vernield. Er is minstens één dodelijk slachtoffer gevallen.
Tot 1944 was het terrein afgebakend met hoge bomen. Deze bomen hebben de oorlog niet overleefd en werden één voor één gekapt.

Huis met Historie-06
NSB-embleem

Huis met Historie-07
propagandaposter van de N.S.B.

In 1943 is het pand door Arie Schakel (op dat moment wonende te Soesterberg) verkocht aan Piet Laurens den Breejen (schipper te Hardinxveld).
In september 1945 is het pand door Piet Laurens den Breejen verkocht aan Klarinus Pellikaan, sigarenfabrikant wonende te Bleskensgraaf, met dien verstande dat een uitkering wegens toegebrachte oorlogsschade ten behoeve van de verkopende partij zou komen.

 

 

 

Sigarenfabriek 1946 – 1953
Het pand had geleden onder de oorlog. Klarinus Pellikaan heeft het pand gedurende circa negen maanden geheel laten renoveren en een kelder laten maken onder het voormalige horecadeel. Op 15 mei 1946 is Klarinus Pellikaan getrouwd met Gerrigje Jacomijntje van de Graaf en zijn ze in het pand, toen op adres Stationsplein 6E gaan wonen. In dit pand heeft Klarinus Pellikaan zijn sigarenfabriek voortgezet. In het voormalige horecadeel stonden werkbanken waarop de sigaren werden gerold.

Huis met Historie-08
Sigarenpers uit het tabaksmuseum te Delft
van Louis Bracco Gartner

Huis met Historie-09
Kerfmachine uit het tabaksmuseum te Kampen

Huis met Historie-10
Sigarensnijder om de sigaren op de juiste lengte af te snijden.
Object uit sigarenfabriek van ’t Veen in Grafhorst.

De tabak werd van  vtabaksmakelaars gekocht, die in Rotterdam gevestigd waren.
In 1936 werd in Rotterdam de laatste tabaksveiling gehouden en vanwege de beperkte aanvoer van tabak uit Indonesië in 1941 in Amsterdam, waar oude voorraden geveild werden. Nog één keer na de oorlog werd er in Frascati in Amsterdam tabak per inschrijving verkocht. De veiling verhuisde daarna naar Bremen, Duitsland. Tabak uit Indonesië (Sumatra, Java, Besoeki en Vorstenlanden) werd verpakt in balen van tussen de 75 en 100 kilo en het omhulsel bestond uit matten van poeroenstro. De bladeren waren gesorteerd op lengte en kleur en gebundeld per 20 stuks met een biesje of touwtje. Bladeren hadden een gemiddelde lengte van 20 á 30 cm.

De bladnerven, die na het kerven overbleven, werden opgehaald door duivenmelkers. Deze gebruikten de nerven om er nesten voor hun duiven van te maken. De dieren bleven op die manier gevrijwaard van ongedierte.

 

 

 

 

 

 

 

 

Kelders
In de pas gebouwde  kelders op stahoogte, stonden de kerfbank en de pers. De originele apparaten zijn niet meer in het bezit van de familie Pellikaan. Ook waren er spoelbakken aanwezig om de tabak nat te maken. Er was een droogruimte (zo’n droogruimte heet een eest) voor de sigaren. De droogruimte was bekleed met zink. In het voormalige horecagedeelte van de theetuin vond het handwerk aan werkbanken plaats. Het “bosje” bestaande uit losse tabak (binnengoed) werd omwikkeld met een omblad en werd daarna tussen een uit twee delen bestaande sigarenvorm geperst in een sigarenpers. Na een aantal uren werden de sigaren in de vormen een kwart slag gedraaid en gingen vervolgens weer een aantal uren onder de pers. Daarna ging het dekblad om het bosje heen en was de sigaar, na gedroogd en verpakt te zijn, klaar voor de consumptie.

De droogruimte is nog volledig intact. Tabak die op een veiling of bij een makelaar gekocht werd, hoefde niet meer gedroogd te worden. Deze tabak werd ingevocht om beter verwerkt te kunnen worden.
Wanneer het echter eigen teelt tabak zou zijn, wat in de oorlogsjaren veel voorkwam, dan moest deze wel gedroogd worden en werden de bladeren aan stokken of touwen geregen om, vaak boven in een schuur, te drogen.

Huis met Historie-11
Afbeelding van het wettig gedeponeerde merk Batavier, ingediend door Klarinus Pellikaan, geregistreerd op 24 maart 1950.

Huis met Historie-12
Sigarendoos met door de heer K. Pellikaan vervaardigde sigaren.

Huis met Historie-13
Het sigarenbandje van het merk Batavier

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Huis met Historie-14
De droogruimte (eest) waar de Batavier sigaren gedroogd werden. De vloer en de deur zijn bekleed met zink. Deze ruimte is nu nog volledig intact.

 

 

 

Ruimzicht
Het pand werd “Ruimzicht” genoemd.
Het ruime zicht is echter in de loop der jaren verdwenen. Het zicht naar de polder wordt verhinderd door de geluidswal van de Betuwespoorlijn. Over de rotonde, die dicht bij het pand ligt, komt veel verkeer.

Woonwagenbewoners
Toen er jarenlang zonder enige sanitaire voorziening, woonwagenbewoners op de Parallelweg bivakkeerden, haalden deze hun drinkwater bij de familie Pellikaan, maar ook bij het station en de fietsenstalling werd drinkwater gehaald.

In een plaats als Sliedrecht, waren er in die dagen nog meer sigarenmakers en handelaars. Moret en Groenendijk zijn bekende namen. Omstreeks de eerste helft van de twintigste eeuw verdienden zo’n 45 personen hun brood hiermee.
Accijnszegels moest men kopen bij het belastingkantoor en daarmee de losse sigaren of de kistjes, blikjes enz. banderolleren
Ook was er in die tijd al sprake van mechanisatie. Voor de kleine bedrijven was het financieel gezien al een tijd moeilijk om het hoofd boven water te houden. Sommigen konden het nog redden door heel lange dagen te maken en met hun sigaren de boer op te gaan. Soms stonden ze op een markt en dikwijls gingen ze met de bakfiets de boerderijen in de omgeving af. Boeren rookten veel sigaren en vonden het wel gemakkelijk dat zij die aan huis bezorgd kregen.
Het feit dat Indië niet meer bij Nederland hoorde, speelde niet mee in de (wel of niet) aanvoer van goede tabak uit die streek. Wel was het zo dat door het vertrek van de Nederlanders de tabaksplantages minder goed behandeld werden. Veel kennis ging verloren. Na de Tweede Wereldoorlog ontbrak het aan voldoende deviezen om sigarentabak te kopen. Er ontstond meer vraag naar sigarettentabak, die in eerste instantie uit Rhodesië kwam. Het heeft ongeveer 5 jaar geduurd tot voldoende tabak van goede kwaliteit, waar vandaan dan ook, weer geleverd kon worden. Vandaar dat tabaks(producten) nog zo lang op de bon zijn geweest.
In 1953 is de sigarenfabricage, die aanvankelijk nog naast handel in verpakkingsmaterialen bestond, volledig gestopt.

Handel in verpakkingsmaterialen 1953 – 1978
De vooruitzichten in de sigarenbranche waren in die tijd niet goed, zodat Klarinus Pellikaan een ander beroep heeft gekozen. In 1951 is de heer Pellikaan een bedrijf in verpakkingsartikelen begonnen. De verpakkingsbranche was een snel groeiende markt, maar is heel klein begonnen. In 1978 is het bedrijf verhuisd naar de Lelystraat. Na deze tijd is het pand uitsluitend als woning gebruikt. Het bedrijf is overgenomen door de oudste zoon, Danie Pellikaan, en momenteel gevestigd aan de Sportlaan te Sliedrecht.

Huis met Historie-15
Medewerkers van het Sliedrechts Museum en de Historische Vereniging krijgen
een rondleiding van Danie Pellikaan in het pand Stationsweg 233

Het pand werd tot mei 2006 bewoond door de heer Klarinus Pellikaan.
Na zijn overlijden is het te koop aangeboden. Er hebben zich diverse gegadigden gemeld.
We hebben een stille hoop dat het pand in zijn oorspronkelijke staat gehandhaafd kan blijven.

Bronvermelding:
Van Hennepland tot Huizenzee door Ir. W. Bos Jzn.
De tijd van Toen door Ir. W. Bos Jzn.
Tabaksmuseum te Delft Louis Bracco Gartner
Stichting Nederlandse Tabakshistorie Bert Bohnen
Rondleiding Stationsweg 233 Danie Pellikaan
Interview Danie Pellikaan Lien van Drunen – Sliedrechts Museum
Sjanie Görtemöller – Sliedrechts Museum
Gerda Roos – Sliedrechts Museum
Corrie van de Ven Sliedrechts Museum
Bas Lissenburg Historische Vereniging Sliedrecht

Fotograaf Bas Lissenburg

Achtergrondinformatie
Genealogievereniging De Stamboom Jaap van Es
Dries van Es
Carl Pellikaan
Samenstelling Lien van Drunen
www.crescendosliedrecht.nl
www.historie-sliedrecht.nl
Amsterdams Verzetsmuseum

Huis met Historie-16
Stichting Sliedrechts Museum

Stichting Sliedrechts Museum
Kerkbuurt 99
3363 BD Sliedrecht